Tag Archief van: blues update

BluesUpdataVol7
Muziek / Album

Blues in veel gedaantes

recensie: Blues-Update Volume 7
BluesUpdataVol7

In deze zevende editie van de blues-update een drietal albums die sterk van elkaar verschillen. Ook de artiesten hebben een zeer uiteenlopende historie. De een heeft een zestigjarige carrière achter de rug terwijl de ander pas aan het begin staat.

Wonderbaarlijke comeback

Dat blues een van de oudste muzieksoorten is, bewijst deze blues-update nogmaals. De comebackplaat die we hier bespreken is van een artiest, die vele decennia geleden debuteerde. Oscar Benton debuteerde zo’n zestig jaar geleden. Velen zullen hem kennen van het legendarische nederbluesnummer ‘Bensonhurst Blues’. Een lied dat tot ons collectief muziekgeheugen gerekend mag worden. Op dit album I Am Back vinden we dit lied in een zogenaamde ‘revisited’-versie terug. Benton heeft na zijn afscheid in 2010 geen album meer gemaakt. Daarbij had hij ook afscheid genomen van het Nederlandse publiek. Na een periode waarin hij langzaam herstelde van een zware coma van twee weken, die hij opliep bij een val in huis, heeft hij zich teruggevochten. Barrelhouse-gitarist Johnny Laporte heeft samen met Oscar Benton deze comebackplaat gemaakt. We horen een Benton, die met een wat onvaste stem zingt op een fraai bluesgitaartapijt van Laporte en band. Het openingsnummer van het album, ‘Benjamin Wilder’, is het beste te vergelijken met Gavin Bryers. Gelukkig wordt er in het volgende nummer, ‘I Am Back’, een heel stuk beter gezongen en dat geldt voor meer stukken van het album. Het titelnummer gaat overigens over de periode van de coma van Benton en zijn gevecht terug naar het leven. Met ‘Like A Howlin’ Wolf’ laat Benton zich van zijn betere kant horen, wat bewijst dat het openingsnummer wellicht niet zo gelukkig gekozen is. Het album is over zijn geheel genomen niet alleen een charmante poging van Laporte om Benton weer op de kaart te zetten, maar ook een alleszins genietbare verzameling bluesliedjes.

Ode aan de oude blues

Big Bo timmert al vele jaren aan de weg. Maar sinds hij een nieuwe liefde gevonden heeft lijkt ook zijn muzikale carrière in de lift naar boven te zitten. Die nieuwe liefde, Vera van Faassen, staat tevens garant voor het fotowerk op de hoes van dit nieuwe album. Drie jaar geleden bracht Big Boo zijn vijfde album Traveling Riverside uit en won daarmee de Dutch Blues Award voor het beste album van 2015. Dat was een prestatie van formaat en een enorme erkenning van zijn talent.

Dat talent om oude bluesmuziek te laten herleven, zet hij voort op dit nieuwe album met een behoorlijk authentieke snit. Preaching the Blues werd opgenomen met een BBC Marconi AXB uit ±1937 in de Uncle Larson’s Studio te Den Haag door Marco van der Hoeven en Peter van Amstel. Om het effect nog te vergroten horen we onder de muziek het geluid van een krakende 78-toeren plaat. Of je dat laatste effect fijn vindt, mag iedereen zelf beslissen.

Inhoudelijk weet Big Bo met de twaalf authentieke bluesnummers het gevoel van weleer op te roepen dat de slaven hadden op de katoenplantages in de Mississippi delta. Vorig jaar bezocht hij die omgeving om inspiratie voor zijn performance op te doen. We horen composities van Robert L. Johnson, Charley Patton, Blind Willie Johnson en vele andere grootheden. Big Bo haalt vooral de minder bekende composities uit de historie naar voren.
Het levert andermaal een bluesalbum op dat wortelt in het verleden, maar voldoende eigentijds klinkt door de geluidskwaliteit, die toch echt van deze tijd is.

Big Bo is vooral in zijn zangkwaliteiten gegroeid ten opzichte van zijn vorige album. Dat zal mede het gevolg zijn van het vele toeren in de periode tussen 2015 en nu. Het album verdient zeker de nodige aandacht van de bluesliefhebbers van het pure oude genre. Het is echt genieten geblazen van de eerste tot de laatste noot.

Blues en meer

The Reverend Shawn Amos heeft zich met zijn nieuwste album Breaks It Down niet beperkt tot louter de blues. Hij doet ook aangrenzende stromingen als soul en gospel aan. Toch voelt dit nieuwe album wel echt als een blues album. Zelfs het door David Bowie geschreven ‘The Jean Genie’ klinkt als een echte bluessong. Alleen de tekst trekt je uiteraard wel helemaal naar de uitvoering van Bowie terug. Een gewaagde cover, mag ik wel zeggen, maar The Reverend Shawn Amos brengt het er goed en waardig van af.

Het is overigens niet de enige cover van het album. Het album wordt afgesloten met andermaal een waagstukje. ‘(What’s So Funny ‘Bout) Peace, Love, and Understanding’ werd geschreven door Nick Lowe en ooit eind jaren zeventig door Elvis Costello opgenomen. Ook bij deze uitvoering gaat het Amos goed af en weet hij vooral veel gospelgevoel toe te voegen. De overige zeven composities zijn wel van de hand van Amos zelf, soms in co-schrijverschap.

Door de stijlvermengingen, maar zeker ook de verschrikkelijk lekkere uitvoering en muzikale verzorging op dit album en regelmatig inzet van koperblazers, is Breaks It Down een album geworden om te zoenen en te omarmen. Het geeft de luisteraar die deze negen composities tot zich laat komen een behaaglijk gevoel. Een album om je vele keren bij te warmen. En dat kun je niet van veel bluesalbums zeggen, waar het klagen vaak vanaf druipt.

BluesUpdataVol7
Muziek / Album

Blues in veel gedaantes

recensie: Blues-Update Volume 7
BluesUpdataVol7

In deze zevende editie van de blues-update een drietal albums die sterk van elkaar verschillen. Ook de artiesten hebben een zeer uiteenlopende historie. De een heeft een zestigjarige carrière achter de rug terwijl de ander pas aan het begin staat.

Wonderbaarlijke comeback

Dat blues een van de oudste muzieksoorten is, bewijst deze blues-update nogmaals. De comebackplaat die we hier bespreken is van een artiest, die vele decennia geleden debuteerde. Oscar Benton debuteerde zo’n zestig jaar geleden. Velen zullen hem kennen van het legendarische nederbluesnummer ‘Bensonhurst Blues’. Een lied dat tot ons collectief muziekgeheugen gerekend mag worden. Op dit album I Am Back vinden we dit lied in een zogenaamde ‘revisited’-versie terug. Benton heeft na zijn afscheid in 2010 geen album meer gemaakt. Daarbij had hij ook afscheid genomen van het Nederlandse publiek. Na een periode waarin hij langzaam herstelde van een zware coma van twee weken, die hij opliep bij een val in huis, heeft hij zich teruggevochten. Barrelhouse-gitarist Johnny Laporte heeft samen met Oscar Benton deze comebackplaat gemaakt. We horen een Benton, die met een wat onvaste stem zingt op een fraai bluesgitaartapijt van Laporte en band. Het openingsnummer van het album, ‘Benjamin Wilder’, is het beste te vergelijken met Gavin Bryers. Gelukkig wordt er in het volgende nummer, ‘I Am Back’, een heel stuk beter gezongen en dat geldt voor meer stukken van het album. Het titelnummer gaat overigens over de periode van de coma van Benton en zijn gevecht terug naar het leven. Met ‘Like A Howlin’ Wolf’ laat Benton zich van zijn betere kant horen, wat bewijst dat het openingsnummer wellicht niet zo gelukkig gekozen is. Het album is over zijn geheel genomen niet alleen een charmante poging van Laporte om Benton weer op de kaart te zetten, maar ook een alleszins genietbare verzameling bluesliedjes.

Ode aan de oude blues

Big Bo timmert al vele jaren aan de weg. Maar sinds hij een nieuwe liefde gevonden heeft lijkt ook zijn muzikale carrière in de lift naar boven te zitten. Die nieuwe liefde, Vera van Faassen, staat tevens garant voor het fotowerk op de hoes van dit nieuwe album. Drie jaar geleden bracht Big Boo zijn vijfde album Traveling Riverside uit en won daarmee de Dutch Blues Award voor het beste album van 2015. Dat was een prestatie van formaat en een enorme erkenning van zijn talent.

Dat talent om oude bluesmuziek te laten herleven, zet hij voort op dit nieuwe album met een behoorlijk authentieke snit. Preaching the Blues werd opgenomen met een BBC Marconi AXB uit ±1937 in de Uncle Larson’s Studio te Den Haag door Marco van der Hoeven en Peter van Amstel. Om het effect nog te vergroten horen we onder de muziek het geluid van een krakende 78-toeren plaat. Of je dat laatste effect fijn vindt, mag iedereen zelf beslissen.

Inhoudelijk weet Big Bo met de twaalf authentieke bluesnummers het gevoel van weleer op te roepen dat de slaven hadden op de katoenplantages in de Mississippi delta. Vorig jaar bezocht hij die omgeving om inspiratie voor zijn performance op te doen. We horen composities van Robert L. Johnson, Charley Patton, Blind Willie Johnson en vele andere grootheden. Big Bo haalt vooral de minder bekende composities uit de historie naar voren.
Het levert andermaal een bluesalbum op dat wortelt in het verleden, maar voldoende eigentijds klinkt door de geluidskwaliteit, die toch echt van deze tijd is.

Big Bo is vooral in zijn zangkwaliteiten gegroeid ten opzichte van zijn vorige album. Dat zal mede het gevolg zijn van het vele toeren in de periode tussen 2015 en nu. Het album verdient zeker de nodige aandacht van de bluesliefhebbers van het pure oude genre. Het is echt genieten geblazen van de eerste tot de laatste noot.

Blues en meer

The Reverend Shawn Amos heeft zich met zijn nieuwste album Breaks It Down niet beperkt tot louter de blues. Hij doet ook aangrenzende stromingen als soul en gospel aan. Toch voelt dit nieuwe album wel echt als een blues album. Zelfs het door David Bowie geschreven ‘The Jean Genie’ klinkt als een echte bluessong. Alleen de tekst trekt je uiteraard wel helemaal naar de uitvoering van Bowie terug. Een gewaagde cover, mag ik wel zeggen, maar The Reverend Shawn Amos brengt het er goed en waardig van af.

Het is overigens niet de enige cover van het album. Het album wordt afgesloten met andermaal een waagstukje. ‘(What’s So Funny ‘Bout) Peace, Love, and Understanding’ werd geschreven door Nick Lowe en ooit eind jaren zeventig door Elvis Costello opgenomen. Ook bij deze uitvoering gaat het Amos goed af en weet hij vooral veel gospelgevoel toe te voegen. De overige zeven composities zijn wel van de hand van Amos zelf, soms in co-schrijverschap.

Door de stijlvermengingen, maar zeker ook de verschrikkelijk lekkere uitvoering en muzikale verzorging op dit album en regelmatig inzet van koperblazers, is Breaks It Down een album geworden om te zoenen en te omarmen. Het geeft de luisteraar die deze negen composities tot zich laat komen een behaaglijk gevoel. Een album om je vele keren bij te warmen. En dat kun je niet van veel bluesalbums zeggen, waar het klagen vaak vanaf druipt.

bluesupdate_vol3
Muziek / Album

Blues in een bijzondere opbouw

recensie: Blues Update volume 3
bluesupdate_vol3

Wie de drie albums van deze Blues Update in volgorde beluistert, ervaart een bijzondere opbouw die de breedte van het blues-genre onderstreept. Gemma Ray staat het verste van het pure genre af, terwijl we via The Tibbs bij Rusty Apollo steeds dichter bij de bron belanden.

Blues is natuurlijk de bakermat van heel veel muziekstromingen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze stijl versneden wordt met allerlei andere stromingen. In deze update horen we tweemaal een bijzondere manier om de blues te mengen tot een zeer smaakvolle stroming.

Groeiend naar meesterlijk?

Het album The Exodus Suite van Gemma Ray klinkt vanaf de eerste noten bijzonder. Het album draagt de sfeer van donker Parijs met een vleugje blues en psychedelica. Toch doet Gemma Ray ook denken aan Amanda Lear als het gaat om een stemvergelijking. Natuurlijk zou ze liever vergeleken worden met Edith Piaff, maar dat was niet de eerste naam die in mij opkwam bij het beluisteren van dit – overigens zeer innemende – album. De spanning straalt uit de boxen bij het beluisteren van de suite aan liedjes.

De release sheet vertelt het bijzondere verhaal van het album, dat is opgenomen in een vliegtuighangar in Berlijn. Wie bijvoorbeeld luistert naar ‘There Must Be More Than This’ kan dat ook waarnemen. Tijdens de opnames werden in de hangar ernaast zo’n achtduizend Syrische vluchtelingen opgevangen, wat een bijzondere sfeer toevoegde tijdens de opnamesessies.

Het album wordt in twee delen verdeeld door waaierende en bluesy gitaarklanken in is ‘Ifs & Buts’ Het daarop volgende ‘We Are All Wandering’ draagt de blues vooral in de tekst met zijn typisch bluesy onderwerp. De opbouw van het nummer is vooral theatraal te noemen waar een zekere spanning mee uitgedragen wordt. Met de omgeving waarin dit album tot stand kwam in het hoofd, de ellende van vele vluchtelingen pal naast het opnemen van dit album, heeft dit nummer vooral een heel bijzonder en luguber karakter.

Het album van Gemma Ray gaat door de vele stijlen niet snel vervelen. Misschien groeit dit album in de loop van het jaar wel steeds verder bij iedere draaibeurt tot een meesterlijk album; zoals ik het nu voel, heeft het dat wel in zich.

Live in Nederland
6 oktober, De Spot, Middelburg
7 oktober, Roepaen, Ottersum
8 oktober, Atak, Enschede
9 oktober, Mezz, Breda

Nederlandse band op Italiaans label

De uit Hoorn afkomstige achtmansformatie The Tibbs weet met een volwassen soulrijk album de aandacht op zich te vestigen. Het geluid van deze band doet invloeden vanuit de Detroit-soul voelen. De stem van Elsa Bekman is het vlaggenschip van deze band. Het is een stem die naast soul ook veel blues in huis heeft. De blazerssectie bestaat uit Berd Ruttenburg (bariton sax), Coen de Vries (tenor sax), Siebe Posthuma de Boer en Thomas de Jong (trompet). Het geeft de sound van The Tibbs een heel vet randje. Compositorisch put de band hoorbaar uit een sterk arsenaal aan zelf geschreven stukken. Slechts één compositie op Takin’ Over is een cover van het door velen reeds uitgevoerde ’96 Tears’ van ? and The Mysterians; een nummer dat begin jaren tachtig in Nederland nog een hitje werd voor Garland Jeffreys.

The Tibbs timmeren sinds 2012 aan hun carrière met invloeden van blues, jazz maar vooral soul en funk. De eerste single van Takin’ Over is het zelfgeschreven ‘Next Time’ dat de aandacht moet trekken naar dit full-length debuutalbum. Wie zich laat overhalen om het album in zijn geheel te draaien zal zeker niet teleurgesteld worden. Dat de band een Italiaans label heeft te weten overtuigen om dit debuutalbum uit te brengen, toont de internationale allure van hun muziek aan. Hopelijk brengt het naast belangstelling op de vaderlandse internetradio bij Gerard Ekdom ook de nodige luisterschare buiten onze landsgrenzen.

Schuren en beuken

De Nederlandse band Rusty Apollo debuteerde vorig jaar voortreffelijk met het album Oh Yeah. Een jaar en vele festivals later is er nu hun tweede bewijs van kunnen. Schreef ik vorig jaar nog te hopen dat het geen gelegenheidsschijf en -band zou zijn, met het verschijnen van dit tweede album is die angst uit de lucht. Midgets & Monkeys herbergt naast een aantal klassiekers uit de bluesgeschiedenis een drietal door de band zelf geschreven composities. Het album opent met het nummer van Bo Diddley dat de titel draagt van hun eerste album ‘Oh Yeah!’.

Verder horen we composities van Willie Dixon, Wilbert Harrison, Ellas McDaniel, Eddie Son House en Tom Waits. Niet meer alleen composities uit de gouden jaren van de Mississippi Delta blues dus. De drie eigen composities van de band misstaan allerminst tussen de gouden eieren van andere blues-liedjesschrijvers. Gelukkig wordt er ook een nummer van Tom Waits gecoverd, temeer daar de band klinkt als de oude blueshelden, maar met een enorme scheut Waits erin. De geest van Hokie Joint, dat het helaas na twee albums voor gezien hield, is in de manier van spelen van Rusty Apollo zeker terug te horen. Zoals iedere vergelijking gaat die altijd weer mank. De vijfmansformatie Rusty Apollo is vooral zichzelf: vuig, ruig, donker en gezegend met een Waits-achtig stemgeluid dat alles tezamen schuurt en beukt dat het een lieve deugd is.