Dans met mij – 2
Julidans is het internationale festival voor hedendaagse dans. Ooit met drie voorstellingen begonnen als zomeropvulling in de Grote Zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam, inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijkse danshappening die elf dagen duurt en veel bezoekers trekt. En dat is logisch want het is een zeer interessant festival met veel prachtige, fascinerende, grappige, ongemakkelijke en vervreemdende voorstellingen.
Dit jaar ziet Julidans de bijdragen van alle choreografen, waaronder veel spraakmakende, als een afspiegeling van de menselijke conditie, dat wil zeggen nauw verbonden met onze dagelijkse realiteit. Het sleutelwoord is ‘dans met mij’. Dit staat op alle T-shirts die verkocht worden en die door veel theatermedewerkers worden gedragen. 8WEEKLY bezocht een aantal van de voorstellingen. Hier is het tweede en laatste verslag.
Protagonist – Jefta van Dinter/Cullberg Ballet
Jefta van Dinther is in Utrecht geboren, in Zweden opgegroeid, in Amsterdam als danser getraind en nu al een aantal jaren in Zweden als choreograaf werkzaam bij het Cullberg Ballet. Protagonist is zijn meest autobiografische werk tot nu toe en beleeft tijdens Julidans de wereldpremière. Van Dinther heeft het gecreëerd in een moeilijke periode van zijn leven, na een depressie. Hij heeft zelf de tekst geschreven die wordt uitgesproken door de Zweedse zanger Elias, die daarnaast met zijn hit ‘Revolution’ een belangrijke onderdeel van de voorstelling vormt. Het stuk begint met een voice-over die zegt dat je soms beseft dat je vast zit en dat het tijd is voor verandering. De vijftien dansers dragen allerlei soorten kleding: baggy, bloot, doorzichtig en verkennen de ruimte en elkaar. Hun gedrag is ongelooflijk herkenbaar en daardoor zeer fascinerend. Iedereen is af en toe hoofdpersoon en krijgt aandacht, maar ze zijn vooral een ensemble. Ze dagen elkaar uit, flirten, hebben conflicten, ze testen elkaar en proberen hun positie te bepalen. Dan danst een aantal van hen synchroon, hun rug naar het publiek toe en uiteindelijk veranderen ze in passievere figuren. Elias zingt ‘Let’s start a revolution’ en alle dansers zingen mee en komen naar voren op het podium. Het zaallicht komt op en in een stilte die minutenlang duurt staren dansers en publiek elkaar aan. Het is uitermate spannend maar ook verwarrend. Wat willen ze? Moet ik iets doen? Dan verandert de atmosfeer en het beeld: van stoere mooie mensen veranderen ze in kwetsbare en zelfs lelijke individuën. Het wordt weer donker, hun kleren gaan uit en hun motoriek lijkt op die van apen. Van Dinther ziet de verandering als de natuur die redding brengt en de moed om in het hier en nu te leven. Protagonist duurt ruim een uur en is aantrekkelijk, spannend, verleidelijk, verwarrend, herkenbaar, sexy en ontroerend. Schitterend!
Portland – Marcos Morau/La Veronal & Lali Ayguadé
Portland hoort bij Julidans NEXT, het platform voor een nieuwe lichting choreografen. Op de vloer van de Melkweg Theaterzaal ligt een kleine tengere danseres. Ze draagt een astronautenpak en –helm en beweegt haar armen en benen alsof ze gewichtsloos is. Een lichtspot pal boven haar veroorzaakt intrigerende pikzwarte schaduwen op de vloer om haar heen. Ze zet haar helm af en geeft die aan iemand in het publiek. Lali Ayguadé houdt sowieso van publieksparticipatie, later vraagt ze of iemand haar wil helpen met het uitvouwen van de Amerikaanse vlag. En aan het eind van de voorstelling moeten een paar van de toeschouwers bij haar op de grond komen liggen en haar volgen in haar bewegingen, iets waar ze niet allemaal even blij mee zijn. Ayguadé is een prachtige danseres met een expressief gezicht en een geweldige lichaamsbeheersing. We horen geluiden vanuit de buitenwereld: Obama’s inauguratiespeech en een schietpartij op een highschool, maar ook klassieke muziek. Met haar lichaam en haar gezichtsuitdrukking reageert ze daarop. Wat ze denkt en voelt is niet altijd even duidelijk, maar de manier waarop ze danst is zo licht en vloeiend dat je gefascineerd naar haar blijft kijken. En je weer eens realiseert dat we in feite allemaal met ons lichaam en onze adem reageren op wat ons raakt en bang maakt en dat je daarvan bewust zijn belangrijk is.
Tefer – Itamar Serussi
Tefer vormt een tweeluik met The dry piece XL dat na de pauze wordt gedanst. Tefer is gemaakt door de Israëlische choreograaf Itamar Serussi met zes mannelijke dansers van het Balletto di Roma. Het begin is ijzersterk: de zaaldeuren zijn nog niet dicht, toeschouwers komen nog binnen, maar het gordijn zwaait al open. Serussi dwingt op deze manier stilte en aandacht af. We zien een danser gekleed in zwart badpak met zijn rug naar ons toe. Hij staat te wachten op een manier die onzekerheid verraadt. Dat is wat Serussi met dit korte stuk wil laten zien, hoe mannen het moeilijk kunnen hebben met hun verplichte stoere buitenkant en hun gevoelige binnenkant. Er zijn schitterende frases waarin met tegenlicht wordt gewerkt en je de dansers, allemaal in hetzelfde badpak, in silhouet ziet bewegen tegen de bakstenen achterwand. De bewegingen zijn zowel staccato als vloeiend en flitsend, maar toch is het hier iets minder spannend als bij Scapino, waar hij vaste choreograaf is. Daar zie je naast de felle onvoorspelbare bewegingen ook altijd contact tussen de dansers, dat is hier nauwelijks. Een mooie voorstelling, maar niet een van Serussi’s beste.
The dry piece XL – Keren Levi
Na de pauze komt The dry piece XL, hier staat het vrouwenlichaam centraal. Keren Levi is geïnspireerd door de uitspraken van de feministische auteur Naomi Wolf over schoonheid als mythe. Er staat een doorzichtig projectiescherm op het toneel, waarachter acht naakte danseressen bewegen. We zien op het scherm de beelden die we kennen uit oude Amerikaanse musicals, een andere inspiratiebron van Levi: een van bovenaf gefilmde groep vrouwen die synchroon beweegt, uit elkaar gaat, terug fladdert en doet denken aan bloemen. Door het doorzichtige scherm kunnen we zien dat de vrouwen heel hard werken om het voor elkaar krijgen. Maar het is, op een paar momenten na, niet bijster spannend om naar te kijken. Later zien we interessantere beelden, close ups van armen en benen met blauwe plekken en wondjes, hoofden die rood en bezweet zijn. Maar het duurt erg lang allemaal. Tegen het einde komen er tientallen naakte vrouwen bij. Als ze allen op tergend langzame wijze weglopen en je opgelucht denkt, klaar, komen ze aangekleed terug en staan minutenlang het publiek beschuldigend aan te kijken, alsof het onze schuld is dat ze daar naakt rondliepen. Levi heeft interessante ideeën maar de voorstelling zou er baat bij hebben als ze een paar van haar darlings zou killen. En misschien moet ze ook eens naar het werk van landgenoot Serussi kijken om te zien dat mooie dans niet per se heel lang hoeft te duren om effectief te zijn.
Kokoro – Lali Ayguadé
Eerder op deze editie van Julidans zagen we Lali Ayguadé dansen in Portland, nu leren we haar kennen als choreograaf. Ayguadé heeft voor Julidans NEXT vier verschillende soorten dansers bij elkaar gebracht en vier dansstijlen met elkaar verbonden: modern, ballet, jazz en hiphop. Terwijl je de dansers een voor een op eigen wijze ziet binnenkomen vraag je je onwillekeurig af, wie danst wat? De hiphopper en de moderne danseres herken je zo, maar wat doen die andere twee? Kokoro (Japans voor ‘geest’ of ‘hart’) is een lichte, vaak grappige, heel levendige voorstelling. We zien hoe de vier op hun eigen wijze met elkaar en het leven omgaan. Hoe ze worstelen met tegenslag en op zoek zijn naar liefde. Het mooiste is als je ze vrij ziet dansen, alleen of samen, maar voor Ayguadé is het narratief soms te belangrijk. Dan staan de vier op een kluitje en gebeurt er niet zo veel. Maar als ze los mogen gaan, elkaar mee kunnen slepen, dansen, zich verkleden, sprankelt het, zeker als de muziek en belichting daaraan meewerken, wat gelukkig vaak het geval is. Anna Calsina Forrellad is de enige vrouw en daardoor vaak het centrum van de aandacht. Ze wordt door de anderen soms onder de duim gehouden en tot bepaalde posities gedwongen, maar ze is ongelooflijk krachtig. Forrellad is een bijzondere danseres met een uiterst expressief, bijna transparant gezicht dat maakt dat je naar haar blijft kijken. Je moet geregeld om haar lachen maar aan het einde van de voorstelling is zij degene die door de expressie van gezicht en lichaam het meeste raakt.
barbarians – Hofesh Shechter Company
Hofesh Shechter is een in Engeland wonende Israëlische danser, choreograaf en musicus. Met zijn nieuwste voorstelling barbarians vormt hij het drukbezochte slotstuk van Julidans 2016 Het stuk bestaat uit drie onderdelen: barbarians in love, tHE bAD en Two completely different angles of the same fucking thing. Daarmee bedoelt hij de liefde. Shechter is een gecompliceerde persoonlijkheid die worstelt met zijn leeftijd (40), het land waar hij vandaan komt, zijn veelvuldig hertrouwde en gescheiden ouders, het, naar hij zegt slaapverwekkende, concept moderne dans en waarschijnlijk nog veel meer. Als met veel heftige licht- en geluidseffecten het eerste onderdeel van het stuk begint, zien we met gigantische letters ‘prologue’ op het achterdoek staan. Vijf minuten voor het einde staat er barbarians. Dit is bewust zo gedaan, vertelt Shechter in een boeiend nagesprek. Voor hem begint het stuk dan pas echt. Al het andere is voorbereiding. Hij vraagt belangstellend of wij toeschouwers dat in de gaten hadden? Uh, nee. Shechter componeert en mixt zelf de muziek bij zijn voorstellingen en gebruikt dan echt van alles, ook barok. Maar dit laatste bewaart hij voor later. Bij aanvang van de voorstelling waan je je bij een rockconcert met lichtbundels die over het publiek zwaaien, flitsende spots en keiharde beats. De dansers zijn in het wit gekleed en dansen vrijwel steeds synchroon. Dat hebben we niet veel gezien deze Julidans. Het dansen is niet heel spannend, enigszins conventioneel en statisch. Veel gezwaai met de armen en gehuppel met de benen. Halverwege, terwijl de dansers stil staan, hoor je via de speakers een lang gesprek tussen een vrouw en Shechter zelf, althans een man die zich zo noemt. Hij zit erg met zichzelf in de knoop. In het tweede onderdeel dragen de dansers gouden leotards. Dit keer is de dans een stuk opwindender. Het doet denken aan clubs en raves, maar eronder heerst een onaangename kilte. Een aantal jongeren in de zaal is dolenthousiast en klapt mee. Het laatste onderdeel is het meest interessante. Een man, met een hoedje op en in Lederhosen, en een vrouw in nette bloes en broek dansen met elkaar, vechten, maken het weer goed en gaan weer uit elkaar. De in het wit en goud geklede dansers komen tevoorschijn en geven commentaar. Uiteindelijk danst iedereen samen, de man in zijn onderbroek. Shechter is een intrigerende maker met een zeer eigen stijl en visie. Zijn werk is niet heel toegankelijk, al zien jongeren dat vermoedelijk anders. Maar het is interessant en het zet je aan het denken dat hij juist het meest universeel herkenbare deel van barbarians als het belangrijkst ziet. Een choreograaf om te blijven volgen.