Kunst / Achtergrond
special: Hermitage Amsterdam

Religie van dichtbij in Hermitage Amsterdam

Vorig jaar werkte ik bij Hermitage Amsterdam aan Romanovs in de ban van de ridders, een tentoonstelling waar je leert hoe mensen leefden in de middeleeuwen. In deze special licht ik uit hoe mensen toen het christelijke geloof beleefden binnen de muren van hun huis.

In de grote zaal van de tentoonstelling leer je meer over het dagelijkse leven van welgestelde mensen uit de middeleeuwen. Wat deden ze in hun vrije tijd? Hoe uitten zij gevoelens naar een geliefde? En hoe vierden ze feest? Naar zulke vragen deed ik onderzoek tijdens mijn masterstage. In een serie van een paar specials vertel ik jullie meer over mijn onderzoek door enkele objecten uit te lichten die mooi illustreren hoe middeleeuwers leefden. In deze tweede special ga ik in op hoe mensen het christelijke geloof van dichtbij, in hun eigen huis, beleefden.

Tweeluik met scènes uit het Lijdensverhaal, ca. 1350 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

De Bijbel als stripverhaal
Het is net een stripverhaal, maar dan zonder tekstwolkjes. Acht verhaaltjes in twee plaquettes, kriskras door elkaar heen, vertellen samen het verhaal van de Lijdensweg van Jezus. Het verhaal wordt verteld vanaf het verraad van Jezus tot het moment waarop Judas zichzelf ophangt. Maar waarom plaatsten middeleeuwers eigenlijk zulke tweeluiken in hun huis als ze het Lijdensverhaal toch al op hun duimpje kenden?

De Lijdensweg
Als je het verloop van de Lijdensweg kent, zie je dat alle gebeurtenissen niet op een chronologische volgorde staan. Zo zie je rechtsonder dat Judas zilveren muntstoppen toegestopt krijgt voor zijn verraad. Naast dit tafereel zie je het moment waarop Jezus wordt verraden. Judas staat op het punt om Jezus een kus op de wang te geven, een signaal aan soldaten die op de uitkijk staan zodat zij weten wie ze moeten arresteren. De soldaat met de uitgestrekte arm staat zelfs op het punt om Jezus letterlijk bij de kraag te grijpen. Aan de buitenkant lijkt het een liefdevolle omhelzing, maar in werkelijkheid een figuurlijk mes in de rug. Daar komt ook de uitdrukking iemand een “Judaskus” geven vandaan.

Het raam linksonder toont de arrestatie van Jezus. Hij wist al dat Judas hem zou verraden. Als je de blik van Jezus volgt zie je dat hij kijkt naar het levenloze lichaam van Judas. Na de kruisiging van Jezus verhing Judas zichzelf, omdat hij niet kon leven met zijn zonde. Het lijkt alsof de maker inzichtelijk wil maken dat Jezus al wist dat Judas zijn verrader was. Het raam linksboven toont hoe het bloed uit de wonden van Jezus stroomt, terwijl hij wordt gegeseld. Aan de rechterkant is te zien hoe Pontius Pilatus, na de kruisiging, zijn handen wast in onschuld. Of heeft hij juist bloed van Jezus aan zijn handen?

Het samenvoegen van zulke gebeurtenissen stemt daardoor ook tot nadenken over de verhalen die middeleeuwers kenden uit de Bijbel. Normaal gesproken zagen mensen alleen christelijke afbeeldingen in de kerk, dus dat maakt het heel speciaal om ook toegang te hebben tot voorwerpen die het verhaal in je eigen huis verlevendigen en illustreren. De expressieve handgebaren en gezichtsuitdrukkingen laten het verhaal bijna tot leven komen. Door zulke tweeluiken van ivoor, maar ook schilderijen, muurschilderingen en beeldhouwwerken, gingen de verhalen uit de Bijbel leven. Al helemaal als je bedenkt dat zulke tweeluiken in de middeleeuwen ook nog waren beschilderd.

Duitse school (mogelijk Hans Wertinger?), Kruisiging met heiligen en opdrachtgever, 1500-1535 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

Alsof je er zelf bij was
Soms is het verlevendigen van een Bijbelverhaal niet genoeg. Als je in de middeleeuwen rijk genoeg was kon je een kunstenaar de opdracht geven om jezelf midden in een Bijbelverhaal af te beelden. Op die manier konden welgestelde mensen zich nog meer inleven in de verhalen en ook aan anderen tonen hoe toegewijd ze wel niet zijn aan het christelijke geloof. Dit deed Philip Wittelsbach (1480-1541), edelman en bisschop van de Duitse steden Freising en Naumburg, die zichzelf geknield liet afbeelden voor een gekruisigde Jezus. Hij wordt van links naar rechts bijgestaan door Maria en de apostelen Philip, Johannes en Petrus. Aan de voet van het kruis ligt een wapenschild met in de linker- en rechterhoek een motief van een sleutel en zwaard die elkaar kruisen, een verwijzing naar het stadswapen van Naumburg. De zwarte gekroonde man verwijst waarschijnlijk naar een zwarte christelijke heilige, maar we weten helaas niet naar wie of hoe hij terecht is gekomen op het stadswapen van Freising. Mogelijk de heilige Mauritius uit de derde eeuw na Christus of Zeno van Verona (300-371), die in de middeleeuwen in Duitsland heel populair waren.

Familiewapen
In het midden van het wapenschild op dit schilderij bevindt zich, in het klein, het familiewapen van het huis van Wittelsbach. Hierdoor verwijzen alle motieven naar zowel de bisdommen waarover hij regeert als zijn familie, die zijn samengevoegd tot één wapenschild. Het schild leunt ook nog tegen het kruis van Jezus, wat benadrukt hoe dicht Philip Wittelsbach wel niet bij het christelijke geloof staat. Dus door je eigen gezicht, familie en status in een Bijbelverhaal te ‘plakken’ konden rijke middeleeuwers het christelijke geloof van dichtbij beleven en verbinden met hun familie. In de middeleeuwen waren familiebanden namelijk heel belangrijk. Het onderhouden van die banden werd dan ook fanatiek gepromoot werd door de katholieke kerk. Veel gelovigen herkenden zich namelijk in verhalen uit de Bijbel waarin familie centraal staat.

Madonna met kind, 1350-1400 © Staatshermitage Museum, foto door Alexander Koksharov

Maria als moeder
Zo halen veel gelovigen bijvoorbeeld liefde, bescherming en troost mensen uit Bijbelverhalen waarin Maria, de moeder van Jezus, voorkomt. De emotionele waarde die mensen toekennen aan Maria geven haar een symbolische status, terwijl ze tegelijkertijd ook maar gewoon een moeder die van haar zoon hield als geen ander en om hem rouwde na zijn dood.
Daardoor kreeg Maria, ten opzichte van andere Bijbelfiguren, een heel ‘menselijk’ karakter en ontstond er in de middeleeuwen een cultus rondom haar, de zogeheten Mariaverering. Talloze beelden, schilderijen en kerken werden in die tijd aan haar opgedragen, maar ook in huis wilden mensen het gevoel hebben dat ze dichtbij Maria konden staan. Om die reden plaatsten veel mensen kleine beelden van Maria in hun huis, zoals dit beeldje van Maria met een lachende baby Jezus op schoot. Doordat het zo klein is weten we dat het heeft gediend voor privégebruik, omdat beelden uit kerken veel groter zijn.

Schilderijen en plaquettes kun je dus bijna zien als ‘ramen’ die middeleeuwers een kijkje gaven in zulke emoties en Bijbelverhalen, maar beeldhouwwerken geven die verhalen nog een extra dimensie. Die zijn allemaal bedoelt om je het gevoel te geven dat je het Bijbelverhaal van dichtbij kan ervaren, alsof de beelden elk moment tot leven konden komen. Al helemaal als de beelden beschilderd waren. Dus zo zie je dat de beleving van het christelijke geloof veel verder gaat dan het vertellen en tonen van een Bijbelverhaal.