Muziek / Achtergrond
special: Parkpop triptiek (deel 2)

Een gesprek met Dry The River

De laatste zondag van juni moeten de barbecueënde gezinnen in het Haagse Zuiderpark hun heil elders zoeken want dan is het Parkpop: het grootste gratis festival van Europa. Hoewel er van barbecueën met het weer dit jaar misschien toch niet veel was gekomen. Een driedelig verslag mét interviews.

Is het mogelijk om van vijf jongens te bepalen hoe de muziek zal klinken zonder dat ze één noot gespeeld hebben? Natuurlijk niet, of toch een beetje? Bij het zien van deze slungelige Britse boys met hun tatoeages, lange haren, baarden en een mosgroen fleece-vest denken mijn hersenen in elk geval: Indie. Maar daarmee is de kous zeker niet af voor Dry the River. Gewapend met een violist en driestemmige harmonieën in het hoge register aan de ene kant en een flinke portie gitaar en power aan de andere kant zijn ze met recht een indie-folkband met rauwe randjes te noemen.

~

Het optreden fluctueert dan ook tussen ingetogen nummers waarin de drie stemmen mooi bij elkaar kleuren, ondersteund door de langgerekte klanken van de viool, tot epische rock-outro’s met een hoop gitaargeweld. De vioolpartijen van Will Harvey voegen zeker wat toe, maar verwacht geen gezellige jigs of authentiek vedelspel, het geluid van de viool zorgt vooral voor een mooie tegenklank. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Harvey ook de toetsen voor zijn rekening neemt met eenzelfde rol. De samenzang van de jongens ontkomt niet aan een vergelijking met Fleet Foxes, maar de solostem van Peter Liddle heeft een typische, haast getergde klank die misschien enige gewenning nodig heeft. Toch misstaat het niet in het folkgeluid van de band.

Dit geluid is ook het sterke punt van de band, juist doordat het wordt gecombineerd met wat rauwere rockinvloeden. Toch willen de jongens laten zien dat ze echt geen softies zijn en tegen het einde van de show loopt elk nummer uit op een mini pandemonium. Helaas blijven ze daardoor een beetje schipperen tussen het ene uiterste en het andere. Net zoals het weer tijdens het optreden: hier en daar een onstuimig windje of een stukje blauwe lucht maar overwegend grijs. Na de show vraag ik Peter Liddle en bassist Scott Miller de hemden van het lijf.

Dry the River is het afgelopen jaar best vaak in Nederland geweest, hoe komt het toch dat jullie hier zo populair zijn?
P: Het is fantastisch geweest, we hebben bij elkaar twaalf shows in Nederland gedaan vorig jaar. Ze hebben ons hier als eerste van Europa ontdekt. We begonnen op Eurosonic twee jaar geleden en sindsdien zijn we hier vaak op de radio gedraaid.
S: Zelfs in Groot-Brittannië worden we niet zoveel op de radio gedraaid. Dus elke keer als we hier komen is het gaaf om te zien dat de mensen al een beetje weten wie we zijn en dat sommigen de liedjes ook meezingen. Het publiek is hier ook niet zo behoudend: ze willen echt naar ons luisteren bij de rustige liedjes en doen ook echt mee met de hardere stukken.

Hoe zijn jullie uiteindelijk op Parkpop terechtgekomen?
S: We speelden een paar shows in Nederland toen we iemand tegen kwamen die heel enthousiast was en allerlei optredens voor ons in Nederland kon regelen. Daardoor werden we hier ook steeds bekender en mensen van Parkpop hebben ons gezien in Rotterdam en in de Melkweg en toen werden we uitgenodigd
P: Ze vertelden ons dat het ene jaar honderdduizend mensen en het andere jaar tienduizend  mensen kwamen, dat het niet echt te voorspellen was. Maar wij dachten: Tienduizend? Wij spelen ook wel voor twintig mensen, het maakt niet uit. We hebben geluk dat we hier mogen spelen.

Wat ligt er voor jullie in het verschiet?
P: Vanmiddag moeten we nog naar Hilversum voor 3FM, morgen naar Amsterdam en later dit weekend nog een ‘secret show’.
S: De rest van de zomer doen we voornamelijk festivals. Elk weekend hebben we wel twee of drie leuke festivals waar we staan.
P: Volgend weekend is het Polen en Kroatië, eigenlijk zien we heel Europa zo’n beetje.
S: Daarna gaan we door naar Amerika voor een paar shows en aan het eind van de zomer weer terug naar huis, maar in september gaan we alweer verder. We zijn dus eigenlijk overal en nergens. Ondertussen proberen we nog wat nieuwe liedjes te schrijven. Na al het touren gaan we beginnen aan een nieuw album, richting het begin van het volgende jaar. We hebben echt zin in het maken van een nieuw album. Voor ons zijn sommige van de nummers die we nu spelen al twee of drie jaar oud dus elke keer als we de kans krijgen experimenteren we met nieuw materiaal.

Jullie zijn inderdaad al lang onderweg, hoe houd je die oudere nummers nog fris om te spelen?
P: Alcohol
S: Hoe meer dronken je bent, hoe beter de nummers klinken.
P: Soms ben je zo dronken dat je het liedje vergeet en dan lijkt het net of je een nieuw liedje aan het spelen bent, maar je vingers doen het vanzelf. (Inderdaad wist vooral Miller tijdens het optreden sponsor Jupiler te paaien door na elk nummer onder een luid ‘Cheers!’ een blikje bier aan zijn mond te zetten)
S: Als ik in mijn eentje mijn partijen aan het spelen ben vind ik het soms ook ontzettend saai. Maar als we dan met zijn allen aan het spelen zijn en je staat op het podium dan krijg je zoveel energie van elkaar en van het publiek. Dan kun je de oudste liedjes spelen die er zijn, maar ik geniet er nog elke keer van. Dit is wat we wilden doen sinds het begin, dus natuurlijk genieten we daar nog volop van.

En dat is maar goed ook want deze zomer kun je Dry the River op tien Europese festivals bewonderen voordat ze naar Amerika vertrekken.