Down The Rabbit Hole
Zondag, de laatste festivaldag is aangebroken. Deze editie heeft het publiek het geluk gehad dat het, in tegenstelling tot vorig jaar, aardig droog gebleven is. Geen modderpoelen en plassen water, maar een lekkere temperatuur met hier en daar een zonnetje. Op de laatste dag staan onder andere Xavier Rudd, Maggie Rogers en Oscar and the Wolf op het programma.
Om 10 uur ’s ochtends is het terrein al open voor bezoek: bij Tramontana is er yoga en in het bos bij de Bos Bios vind je De Burcht. Voor velen is het deze ochtend wederom in eerste instantie een rechte lijn naar een van de koffietentjes op het terrein. Met een cappuccino met dubbele shots espresso begeven we ons naar het Vurige Veld waar om 11:00 uur pianist Joep Beving geprogrammeerd staat. Het blijkt alles te zijn wat deze brakke ochtend nodig heeft: intense pianogeluiden die het veldje vullen waar mensen langzaam maar zeker wakker worden. Binnen no time is het veld helemaal gevuld met dromers. Er worden aardig wat tranen weggepinkt: Joep geeft aan dat het fijner werkt wanneer er niet na ieder nummer geklapt wordt. Daar houdt het publiek zich netjes aan en dat werkt ontzettend goed. Hierdoor is het optreden nóg intenser dan normaal: de klanken van onder andere ‘Sleeping Lotus’ (over zijn slapende dochter) en ‘Hanging D’ dringen diep binnen. Bijzonder en prachtig tegelijk.
Wonder boven wonder is het energielevel weer aangevuld na dit speciale optreden. Dat is ook wel nodig voor de show van Maggie Rogers. Je kent haar misschien wel van het YouTube-nummer Alaska, waar Pharrell helemaal gek op was. Uiteindelijk werd dit nummer een echte hit, hierdoor zijn de verwachtingen hooggespannen. Maar Maggie weet iedere verwachting te vervullen met haar aanstekelijke 80s pop. Hoewel je af en toe merkt dat ze licht nerveus is (wat niet gek is gezien het feit dat dit nog maar haar derde festivalshow is) zet de jonge zangeres uit Amerika een hele fijne begin-van-de-middag show neer. De heupen komen weer een beetje los en het knikken van de hoofden kan weer beginnen: Maggie knalt en blaast de Teddy Widder omver. Dat had ze zelf ook niet helemaal verwacht, te horen aan haar verbaasde dankwoord aan het eind. Om even flink los te gaan staat vervolgens Temples geprogrammeerd in de Hotot: een throwback naar de jaren 70 in muziek en looks. De synths zijn een welkome verrassing deze middag en laten niet alleen de hoofden knikken, maar ook de voetjes van de vloer gaan. Het optreden is lekker hard, een stuk harder dan we van de Britse mannen gewend zijn, maar is na een aantal tracks ook genoeg. Het blijft een beetje voortkabbelen zonder echte uitschieters.
In de Hotot staat Milky Chance even later op de planken: toegankelijke gitaarmuziek met prachtig mondharmonicawerk. Het geheel is niet ontzettend spannend, maar werkt wel goed voor dit tijdstip op deze dag. Hitje ‘Stolen Dance’ is de absolute topper van de show: tot ver achterin de grootste tent van het festival wordt er meegejoeld en gedanst. Dat is meer dan verdiend voor de sympathieke muzikanten. Ook Xavier Rudd krijgt de nodige schouderklopjes wanneer het gaat om sympathie. De goedlachse hippie betovert het publiek met zijn didgeridoo en rauwe stem. Dat de zanger uit Australië van alles wat leeft op de aarde houdt is niet onbekend: de lyrics van zijn tracks, van onder andere ‘Mother Earth’, zeggen genoeg. Xavier heeft het publiek goed onder zijn duim, wat blijkt uit het vele geklap en gejuich. ‘Follow The Sun’ mag natuurlijk niet ontbreken en laat zowel de aanwezigen als de zanger met een grote glimlach achter.
Nog met de meezingers en een positieve vibe in ons lichaam is het tijd voor Warpaint. Warpaint stond een aantal jaren geleden al op een editie van DTRH in de grootste tent. Vandaag staan ze in een kleinere tent, wat wellicht iets beter past bij de band en het aanwezige publiek. Het gekke is dat zelfs nu de Teddy Widder niet volstaat terwijl Warpaint een aardig strakke liveshow weet te bieden. Het optreden is een stuk dansbaarder dan eerder, wat we ook terughoren in de nieuwere songs. Toch weet Warpaint nergens te raken: of het aan de valse noten hier en daar ligt of aan het feit dat de show ervoor van Xavier Rudd een totaal ander gevoel uitdroeg, geen idee.
Oscar and the Wolf is dé afsluiter van het festival. Natuurlijk zijn de heren van de Belgische band de laatste jaren als een speer gegaan, toch voelt het niet als een waardige afsluiter van een festivalweekend. Frontman Max Colombie lijkt meer dan ooit weer te geven dat het ‘zijn’ band is door in zijn eentje voor een grote LED-kooi te staan waarin de rest van de bandleden zijn verstopt. Toegegeven: de band heeft letterlijk niets thuisgelaten om een feestje te bouwen en dat is fijn. Denk aan confetti, gouden kettingen en excentrieke dansjes. Het is bizar om te zien hoe snel de band gegroeid is tot waar ze nu staan. De tent gaat compleet los: ‘Strange Entity’ is zonder twijfel het hoogtepunt van de avond. Oscar and the Wolf weet de festivalganger prima te bekoren, maar een échte afsluiter van het grootste podium van DTRH is het niet. Daarvoor hebben we de trucjes van Colombie inmiddels al te vaak gezien.
De echte diehards kunnen nog een nachtje doorhalen op het festivalterrein, hoewel veel mensen besluiten om na de slotact naar huis te gaan. Down The Rabbit Hole 2017 is er zeker een voor in de boeken, hoewel het niet de beste editie aller tijden is geweest. Laat het festival vooral klein en sfeervol in plaats van te neigen naar meer ruimte, meer publiek en meer nadruk op elektronische acts. Daar hebben we grote broer Lowlands immers al voor.