El Rock Argentino
Een festival als Eurosonic dat ieder jaar in Groningen plaatsvindt, wil graag meer aandacht besteden aan de muziekcultuur uit de diverse Europese landen. Terecht, want wij Nederlanders en Vlamingen weten eigenlijk maar verdomde weinig over de nationale rockscene van grote Europese landen zoals Frankrijk, Spanje, Italië of Duitsland (overigens weten ‘zij’ ook zeer weinig van de Nederlandse muziekwereld). Toch zal elke oprechte muziekliefhebber die op vakantie is in den vreemde zijn oren openen om iets lokaals op te pikken. Zo ook uw verslaggever in den verre. Ik kom al bijna tien jaar met enige regelmaat in Argentinië en weet ondertussen dat in het land van de tango óók al ruim dertig jaar een levendige rockbeweging heerst. Extra interessant wordt het als je weet dat El Rock Argentino van grote invloed is op de rest van de Zuidamerikaanse muziekscene, in het verleden en tot op de dag van vandaag. In deze 8WEEKLY-special dan ook aandacht voor de rockscène in het verre Argentinië.
De Argentijnse rock stoomde in de jaren tachtig van de vorige eeuw door tot ver over de landsgrenzen; het hele Spaanstalige gebied, van Zuid- en Midden Amerika tot Spanje is vandaag de dag bekend met diverse grote Argentijnse muzikanten en bands. Het land met 36 miljoen inwoners heeft in Zuid-Amerika veel meer invloed qua rockmuziek dan de grote broers Mexico (110 miljoen inwoners) of Brazilië (170 miljoen inwoners, die overigens Portugees spreken dus zich wel minder verwant voelen met de Spaanstalige broeders). Tekenend voor El Rock Argentino is dat het begrip een verzamelnaam is voor alle moderne Argentijnse muziek (dus zeker niet alleen rock) die in het Spaans is gezongen. Vandaag de dag is deze scene qua populariteit één van de grootste muzikale stromingen buiten het Engelstalige taalgebied.
Invloed van The Beatles en The Stones
Toen in de jaren 60 The Beatles en The Rolling Stones de wereld veroverden hielden de Argentijnse bandjes zich vooral bezig met het (in het Engels) coveren van hun Britse helden. Tegelijkertijd ontstond er in de undergroundscene van de metropool Buenos Aires en de kleinere steden Córdoba, Rosario en Mendoza een beweging die het publiek in de moerstaal wilde aanspreken. De eerste single van El Rock Argentino is volgens de kenners Rebelde van Los Beatnicks en stamt uit 1966. Daarna begint een grotere groep artiesten langzaam hun eigen taal te omarmen en vormen zich bandjes als Los Gatos en Almendra (van de nog steeds actieve Luis A. Spinetta).De jaren 70
Begin jaren 70 breken enkele Argentijnse bands (bijv. Vox Dei en Pescado Rabioso) in eigen land door met een combinatie van heavy rock en blues. Grote legende in die tijd is Pappo, een bluesgitarist die ook buiten Argentinië bekendheid verwerft en onder andere met BB King in New York speelt. De immens populaire Pappo komt in 2005 om tijdens een motorongeluk, maar zijn geest leeft nog steeds voort in de harten van de Argentijnen. Vorig jaar november zag ik in Buenos Aires nog een concert van één van Argentiniës beste bluesgitaristen, Miguel Botafogo, waar de naam Pappo constant werd gescandeerd door vele fanatieke bluesfans.
In dezelfde periode ontstaat ook een akoestische rock-beweging, die de wieg vormt voor enkele van grootste nog in leven zijnde Argentijnse muzikanten, zoals Charly Garcia, Nito Mestre, León Gieco en Gustavo Santaolalla. Het afscheidsconcert in 1975 van Sui Generis, de populaire band van Charly Garcia en Nito Mestre, wordt ook wel beschouwd als het failliet van de beginfase van El Rock Argentino.
Dictatuur beïnvloedt musici
Vanaf 1976 komt de rockscene in zwaar weer terecht door de onverwacht ingetreden dictatuur. Volgens admiraal Massera is “het maken van rockmuziek gezagsondermijnend en staatsgevaarlijk”. Toch blijft vooral Charly Garcia, het boegbeeld van de Argentijnse rock, gewoon muziek maken tijdens deze ‘artistieke drooglegging’. Zijn eerste succesvolle band, La Máquina de Hacer Pájaros, komt in 1976 en 1977 met twee bijzondere studioalbums vol progressieve rock met duidelijke Genesis-invloeden. In 1978 richt Charly Garcia vervolgens de nieuwe band Serú Girán op, één van de meest succesvolle Argentijnse rockbands ooit. Serú Girán speelt een mix van progressieve, symfonische rock met jazzinvloeden en kent onder andere. de bekende basgitarist Pedro Aznar in de gelederen. De keuze van Aznar om later toe te treden tot de Pat Metheny Group betekent helaas het einde van Serú Girán in 1982. Het derde album Bicicleta (1980) is door de kenners gebombardeerd tot het absolute meesterwerk van deze eigenzinnige band.
Protestliederen
Tegen het einde van de Argentijnse dictatuur in 1982, breken in de voetsporen van de new wave en punk een stortvloed aan bandjes en solo artiesten door. Bands als Soda Stereo (met “capo” Gustavo Cerati als voorman), Patricio Rey Y Sus Redonditos De Ricota en Los Abuelos De La Nada van Andrés Calamaro zijn vandaag de dag in Argentinië, hoewel al lang opgeheven, nog steeds razend populair. Ook sleutelfiguren als Fito Paez, Alejandro Lerner en Juan Carlos Baglietto hebben succes met solo albums.
De hernieuwde democratie zorgt voor vrijheid van expressie en geeft de ruimte voor een ware hausse aan protestliederen tegen die helse dictatuur, ongetwijfeld de zwartste bladzijde uit de jonge Argentijnse geschiedenis. “Sólo le pido a Dios” (vrij vertaalt: “Ik vraag maar één ding aan God”) van León Gieco vormt één van de hoogtepunten van die periode vol protestliederen.
Doorbraak naar de rest van Zuid-Amerika
De radiostations van andere Spaanstalige Zuid-Amerikaanse landen, met voorop Chili gevolgd door Peru, Ecuador, Colombia en Venezuela, beginnen rond 1985 veelvuldig Argentijnse bands te draaien. De creativiteit viert hoogtij en de vorming van bands als Virus (new wave), Sumo (reggea met punk) en vooral Los Fabulosos Cadillacs (ska) verleidt de grotere platenmaatschappijen met kantoren in alle Zuid-Amerikaanse landen om de Argentijnse bands te tekenen en te promoten. Los Enanitos Verdes (uit Mendoza) en de soloartiesten Fito Paez en Charly Garcia hebben zelfs succes in Mexico, Spanje en Italië. Soda Stereo, de band van Gustavo Cerati (een gitarist die nu een zeer succesvolle solocarrière heeft), wordt nog steeds het belangrijkste exportproduct van de Argentijnse rock genoemd. El Rock Argentino inspireert talloze muzikanten uit de Zuid-Amerikaanse landen om ook een eigen rockband te beginnen.
Eind jaren tachtig verliest de Argentijnse rock enkele markante figuren: Federico Moura van Virus en Miguel Abuelo van Los Abuelos De La Nada overlijden aan aids. Het grootste verlies is de prettig gestoorde Italiaanse frontman van Sumo, Luca Prodan. Hij sterft aan een overdosis en de overgebleven bandleden formeren later de band Divididos, een andere grote naam uit de rockbeweging. De grootste hit van Sumo, de danskraker La rubia tarada (het domme blondje) is het schoolvoorbeeld van een geslaagde, ironische protestsong met de pijlen gericht op de rijkere Argentijnse middenklasse, een klasse waar ook de Nederlandse prinses Máxima vandaan komt.
Opkomst El rock tropical
Gedurende de jaren 80 experimenteren enkele toonaangevende bands met een uiterst dansbare mix van ska, reggae en lokale murga ritmes. Los Fabulosos Cadillacs, Los Auténticos Decadentes, Los Cafres en Los Pericos hebben allemaal groot succes met deze potpourri van stijlen, ook wel uitgeroepen tot El Rock Tropical. Het blijkt een tijdloze mix te zijn, want in 1994 hebben Los Cadillacs een internationale hit met Matador en in 2006 maken Los Auténticos Decadentes zelfs één van de beste Argentijnse dansplaten met Club Atlético Decadente”.
Een nieuwe levensstijl: Rolinga
Eind jaren 80 ontstaat de zogenaamde Rock Barrial of Rolinga, een verzamelnaam voor vuige gitaarrock met blues- en Rolling Stones -invloeden, afkomstig uit de suburbs van de grote steden (vooral uit de metropool Buenos Aires). Jongeren uit de armere buitenwijken voelen zich sterk aangetrokken tot de levensstijl die samengaat met dit soort bands. Gekleed in kapotte gympen, afgeraffelde spijkerbroeken en zwarte Rolling Stones-shirts bezoeken hele gezinnen massaal de concerten van bands als Los Ratones Paranoicos, Las Pelotas, Patricio Rey y sus Redonditos de Ricota, Los Piojos of Callejeros. Dat dit genre rock ook vandaag de dag nog populair is bewijst de tragedie die eind 2004 in de feestzaal República Cromañón (hartje Buenos Aires) plaatsvindt. In een overvolle zaal komen bijna 200 mensen (waaronder baby’s!) om bij een nachtelijk concert van Callejeros omdat Bengaals vuurwerk het plafond in vuur en vlam zet en er geen ontsnappen meer is voor de mensenmassa. Deze zwarte bladzijde van El Rock Argentino zal voor altijd geassocieerd worden met de Rolinga-cultuur, waarbij zaken als het afsteken van vuurwerk in overdekte ruimten gemeengoed was.
Succesvolle soloartiesten
Begin jaren negentig zijn vele soloartiesten uit de beweging nog steeds succesvol. Zo blijkt El amor despues del amor (1992) van Fito Paez tot op heden de best verkochte Argentijnse rockplaat aller tijden en is de carrière van Andrés Calamaro in een stroomversnelling geraakt sinds zijn vertrek naar Spanje waar hij in 1991 een grote hit heeft met Sin Documentos. Troubadour León Gieco heeft enorm succes met zijn album Mensajes del alma (1992) en speelt samen met grote namen uit de muziekwereld zoals Gilberto Gil, Mercedes Sosa en Milton Nascimento.
Midden jaren 90 begint de rock underground populair te worden in de Argentijnse muziekscene. Geïnspireerd door de Britpop breken bands als Babasónicos, El Otro Yo en Catupecu Machu door. Andere bands leggen zich toe op punkrock (Attaque 77), stonerrock (Los Natas), heavy metal (Almafuerte en A.N.I.M.A.L.) of rock tropical (Bersuit Vergarabat).
Economische recessie, opkomst Cumbia Villera
Rond de eeuwwisseling gaat het economisch slecht met Argentinië. Dit heeft ook zijn weerslag op de muziek; de Cumbia Villera (cumbia uit de sloppenwijken) verovert de harten van de meerderheid van de, inmiddels allemaal, arme Argentijnen. De teksten van de cumbia appelleren aan de overlevingsstrijd in de berooide maatschappij. Na de instorting van de Argentijnse economie (december 2002) bloeien nieuwe stijlen als hiphop, rap en reggaeton op. Anno 2007 is de Cumbia Villera alleen nog populair in de achtergestelde buitenwijken.
Kitschpop
Miranda!, Turf en Babasónicos zijn dé bands van de periode 2004/2005. Alledrie maken een soort kitschpop, met veel elektronica en af en toe een gitaar; de roze geklede fans, vooral tienermeiden, krijgen er maar geen genoeg van. Toegegeven, Babasónicos overtuigen zodanig met hun ‘goedkope’ pop dat de band respect afdwingt; ze creëren een eigen geluid en combineren humorvolle observaties van het grotestadsleven met originele muziek. Het album Jessico is bijvoorbeeld door het gehele Argentijnse muziekjournaille in 2001 uitgekozen als beste album van eigen bodem. Luister eens naar de super relaxte hit El Loco en je begrijpt wat ik bedoel met de Babasónicos-sound.
El rock argentino vandaag
Anno 2007 is El Rock Argentino springlevend. Grote festivals als Pepsi Music (tien dagen lang achter elkaar optredens!) programmeren bijna alleen maar nationale rockacts. Het legendarische Cosquin Rock, een jaarlijks terugkerend hoogtepunt van de Argentijnse rock, programmeerde in de zojuist gehouden editie 2007 eigenlijk de gehele, actuele scène, met o.a. Kapanga, Babasónicos, Los Cafres, La Mancha de Rolando, Attaque 77, Las Pelotas, La 25, Carajo, Jovenes Pordioseros, El Bordo, Callejeros, etc. (voor meer info zie www.cosquinrock.com).
Uruguayaanse overval
Opvallend gegeven is ook dat de Argentijnse rockmuziek ook een stroom bandjes uit het buurland, het kleine broertje Uruguay, heeft geïnspireerd. Uruguayaanse rockmuziek smaakt meer naar murga en candombe dan Argentijnse rock. Deze twee carnavaleske muziekstijlen kennen hun oorsprong in de negroïde bevolking van Montevideo. Retegoede bands als No Te Va Gustar (vrij vertaald: “je zult er wel geen reet aanvinden”) of La Vuela Puerca zijn in zowel Uruguay als Argentinië grote namen. En Uruguay kent ook enkele bijzonder succesvolle singer-songwriters zoals Jaime Roos en de door Paul McCartney bewonderde candombe-rocker Rubén Rada. Jaime Roos leefde tijdens de Uruguayaanse dictatuur zes jaar lang in Amsterdam en verwijst daar in vele liedjes naar, bijvoorbeeld in Los Olímpicos.
Jaarlijstjes Rolling Stone Argentina
De Argentijnse versie van Rolling Stone publiceerde in januari van dit jaar de lijst met beste 50 platen van 2006. Tussen het geweld van Bob Dylan, TV On the Radio en The Arctic Monkeys ook veel lokaal genot. Hier een opsomming van de Argentijnse en andere Latijns-Amerikaanse platen met een topnotering:
# 3 Los Autenticos Decadentes – Club Atlético Decadente (Argentinië)
Een zeer vrolijk stemmende plaat van de meesters van de rock tropical.
# 6 Gustavo Cerati – Ahí vamos (Argentinië)
Ruige rockplaat van ex-voorman Soda Stereo. Mijn persoonlijke favoriet is zijn popplaat Bocanada, met veel elektronica.
# 9 Martín Buscaglia – El evangelio según mi jardinero (Uruguay)
Buscaglia, vriendje van landgenoot Jorge Drexler, maakt zeer afwisselende muziek op deze debuutplaat: van funk tot lo-fi, van pop tot tangodub.
# 11 La Renga – Truenotierra (Argentinië)
Dubbelalbum dat leunt tegen de stonerrock; La Renga is goed voorbeeld van een Rolinga-band met grote aanhang in de suburbs.
#13 El Bordo – En la vereda de enfrente (Argentinië)
Derde album van rockband El Bordo betekende grote doorbraak in 2006. Dé hit is Silbando una ilusión.
# 14 Calle 13 – Calle 13 (Puerto Rico)
Hitmachine uit Puerto Rico, met mix van salsa, bomba en reggeaton.
# 18 Juana Molina – Son (Argentinië)
Elektronische, minimalistische folk van vrouwelijke Argentijnse singer-songwriter.
# 19 Jaime Roos – Fuera de ambiente (Uruguay)
Met een topband brengt troubadour Jaime Roos voor het eerst in tien jaar weer een klasseplaat uit.
# 20 Andres Calamaro – El Palacio de las Flores I (Argentinië)
Bijna jazzy geluid op deze door Litto Nebbio geproduceerde popplaat van fenomeen Calamaro.
# 23 Caetano Veloso – Cê (Brazilië)
Veertigste (!) album van 62-jarige Veloso is een vet rockalbum met zijn zoon Moreno achter de knoppen en gitarist Pedro Sá in glansrol. Meest onderschatte plaat van 2006.
# 30 Luis A. Spinetta – Pan (Argentinië)
De nieuwe band van ‘El Flaco’ is uitstekend en dit album doet de tijden herleven van zijn baanbrekende band uit de jaren 80 Spinetta Jade.
# 32 Estelares – Sistema nervioso central (Argentinië)
Mooie popliedjes om bij weg te dromen van voorman Manuel Moretti
# 36 Vicentíco – Los pájaros (Argentinië)
Derde solo-album van ex-frontman van Los Fabulosos Cadillacs is prachtige plaat vol dansliedjes en mooie ballads. Het beste album van Vicentico vind ik Los Rayos uit 2004.
# 38 Nuca – Máquina de la Pampa (Argentinië)
Derde album van dit gezelschap uit Haedo (Gran Buenos Aires) benadert het geluid van stadsgenoten Árbol, maar met meer elektronica.
# 43 Iluminados – Iluminate (Argentinië)
Rapalbum van Dante Spinetta, de zoon van Luis A. Spinetta, die al eerder succesvol was met zijn band Illya Kuryaki and the Valderramas.
# 44 Gabo – Todo lo sólido se desvanece en el aire (Argentinië)
Singer-songwriter Gabo Ferro maakt een persoonlijk album met punk- en folkklanken.
# 46 Norma – Rock 2 Tonos (Argentinië)
Punk attitude + arty mentaliteit + schaamteloosheid = Norma, uit studentenstad La Plata.
Mocht je geinteresseerd zijn geraakt in de Argentijnse muziek dan is het goed te weten dat internationale webwinkels als Amazon de meest bekende artiesten gewoon in het assortiment hebben.
Tot slot wil ik graag melden dat dit artikel alleen dient ter inleiding en niet de pretentie heeft een compleet beeld te bieden van alle Argentijnse artiesten binnen de rockbeweging.
Chau y que disfruten la música argentina!