Theater / Reportage
special: Van de afdeling Theater: opening Opera Forward Festival
Only the sound remains

Een glimp van gene zijde

De openingsopera van het Opera Forward Festival is een spiritueel spel met waarneming. Vormen doemen op uit de schaduw, klanken rijzen op uit de grond, maar alles vervliegt als je het probeert te vangen. Wat blijft is de nagalm in je hoofd, ingebeeld of niet.

De Amerikaanse regisseur Peter Sellars staat bekend om zijn ongebruikelijke ensceneringen van opera’s, bijvoorbeeld Der Ring des Nibelungen als poppenvoorstelling of La Nozze di Figaro gesitueerd in de Trump Tower. In deze openingsvoorstelling voor Opera Forward is hij minder extravagant en stelt alles in dienst van de muziek van de Finse componiste Kaijo Saariaho. Zij schreef de tweeledige compositie Only the sound remains op basis van twee spelen uit het Nôh-theater, de eeuwenoude Japanse traditie van bewegings- en muziektheater die gekenmerkt wordt door een hoge mate van stilering.

Ongrijpbaar

Only the suonBeide aktes zijn ontmoetingen van de mens met het transcendente en beide aktes zijn even bedrieglijk eenvoudig in vorm. In de eerste akte, ‘Always Strong’, bidt de priester Gyokei (Davone Tines) voor Tsunemasa (Philippe Jaroussky), een luitspeler die een zeemansgraf vond. De geest van Tsunemasa doemt op uit de grond, gelokt door de muziek, maar wordt gekweld door herinneringen aan oorlog. In akte twee, ‘Feather Mantle’, vindt visser Hakuryo (wederom Tines) een verenmantel die toebehoort aan een Tennin, een Japanse engel, gespeeld door Jaroussky en prachtig gedubbeld door de danseres Nora Kimball-Mentzos. De Tennin krijgt enkel haar mantel terug als ze een hemelse dans voor de visser opvoert.

De twee Nôh-stukken hebben een tot op het bot uitgekleed plot en daardoor ligt de spanningsboog voor een westers publiek wat laag. Er is een begin (de opkomst van een geest) en een eind (de verdwijning van een geest), maar alles daartussen is een broeierige stasis. Hetzelfde geldt voor de muziek van de eerste akte, die uiterst impressionistisch is maar daardoor niet altijd de aandacht vast weet te houden. De tweede akte is zowel op muzikaal als op theatraal vlak dansanter en heeft daardoor meer verloop. Van de eerste noten tot het indringende kolkende geluid waarmee dit gedeelte besluit zwiert de muziek van Saariaho als, inderdaad, veren in de wind.

De gedeeltes spelen zich allebei af tegen een enorm grijs paneel vol krassen en grillige lijnen. De schaduwen die op en door de abstract-expressionistisch aandoende achtergronddoeken vallen, zijn echter vol leven: ze brengen nieuw leven voort, slokken de ruimte op en bieden een schuilplaats voor schuchtere zielen. De ongrijpbaarheid van vormen en entiteiten is prikkelend en frustrerend, niet in het allerminst voor de Nôh-personages zelf. Voor een kort moment mogen zij een blik werpen op een andere wereld, maar ze zijn te gulzig en blijven achter met de vage klanken van de natuur en met twijfel aan hun gezonde verstand.

Schemergebied

Voor een DNO-voorstelling is Only the Sound Remains betrekkelijk kleinschalig en minimalistisch. Desondanks, of juist daardoor, weet Sellars de hele zaal om te vormen tot een drempel naar een andere werkelijkheid. Maar, zoals elke openbaring, werkt het najagen alleen maar averechts. Tijdens het festival zal meer toonaangevend nieuw werk en een volgende generatie kunstenaars de toekomst van de opera op dezelfde wijze verkennen. Onder de titel New Voices, New Visions draait het de komende dagen om zowel nieuwe composities als nieuwe artistieke visies op opera. Naast Only the Sound Remains zal de wereldpremière van Blank Out door Michel van der Aa, een nieuwe productie van Chovansjtsjina van Moesorgski en een nieuwe productie van Il matriomonio segreto van Cimarosa te bewonderen zijn.