‘In mijn films praat ik altijd over mezelf’
Theo Angelopoulos heeft een grote staat van dienst voor de uitstraling van de Europese cinema. Hij wordt omschreven als ‘de grote Europese filmpoëet’ en zijn kast staat vol met prijzen van filmfestivals als Berlijn en Cannes. Hoe groots hij zijn films ook opzet, altijd komt het persoonlijke naar voren. Twee minuten nadat ik hem de hand had geschud, blijkt dat dat ook typerend is voor de dagelijkse manier van omgang van de Griekse regisseur. Aangezien de lobby van zijn prachtig chique Amsterdamse hotel te rumoerig was, stelde hij voor om naar zijn kamer te gaan. “Veel intiemer, persoonlijker”, glimlachte hij. In de drie kwartier die volgde bleek deze eigenzinnige, grinnikende Griek – in tegenstelling tot zijn donkere en sombere films – een erg vrolijke en vriendelijke man te zijn.
Eleni, de nieuwste film van Angelopoulos, is het eerste deel in een trilogie die de geschiedenis van de twintigste eeuw beschrijft. In zijn kenmerkende stijl voert hij ons in dit eerste deel voornamelijk langs de Griekse geschiedenis van de eerste helft van de vorige eeuw, gezien door de ogen van een vrouw, Eleni. Het is slechts de tweede keer dat een vrouw de hoofdrol speelt in een van zijn films. “In mijn eerste echte film stond ook een vrouw centraal. Met Eleni is voor mij de cirkel rond.”
Intiem en persoonlijk
Het is niet de eerste keer dat Angelopoulos (een deel van) de Griekse geschiedenis op celluloid probeert te vatten. In 1975 verscheen O Thiassos (The Travelling Players), waarin hij het epische verhaal schetst van een groep reizende acteurs, die begint voor de Tweede Wereldoorlog en doorloopt tot in de jaren vijftig. Bij Eleni heeft Angelopoulos duidelijk voor een andere insteek gekozen. “O Thiasos was een verhaal over politiek en geschiedenis van een heel volk. In het geval van Eleni gaat het meer om de persoonlijke geschiedenis van Eleni, de vrouw. De geschiedenis reflecteert wel op haar, heeft invloed op haar leven, maar het gaat om Eleni.” Een meer persoonlijke aanpak dus dan in de jaren zeventig. Dat zal niemand verbazen aangezien de laatste films van Angelopoulos al veel intiemer en persoonlijker waren dan zijn vroegere werk. Kijk bijvoorbeeld maar naar zijn vorige twee films, Ulysses’ Gaze en Eternity and a Day. “Ook al zou ik het niet willen,” bekent de oude Griek, “in mijn films praat ik altijd over mezelf. Ik vertel mijn verhaal, alles wat ik meegemaakt heb, de mensen die ik ontmoet heb. Het is mijn wereld.”Herschreven
Kenners van Angelopoulos’ oeuvre zullen de film herkennen als een van zijn meest toegankelijke werken. Er zijn minder typische Angelopoulos-momenten waarin heden en verleden, realiteit en droom in hetzelfde shot worden getoond en de film houdt zich in grote lijnen aan de chronologische volgorde van het verhaal. Deze aanpak vindt zijn oorsprong in het feit dat de trilogie oorspronkelijk als één film geschreven was. “Toen het oorspronkelijke scenario geschreven werd, toen er van een trilogie nog geen sprake was, was het niet linear geschreven maar met veel flashforwards en flashbacks. Het begon in het New York van nu en sprong terug naar het Griekenland van de eerste helft van de eeuw. Maar omdat de film op deze manier te lang werd [grinnikt], lieten de producers mij de keuze: of er een trilogie van maken, of het hele project afblazen.” Het script werd herschreven en er werd gekozen voor een meer chronologisch verhaal dat de rode draad van de trilogie werd.
Tipje van de sluier
Op mijn inhoudelijke vragen over de andere twee delen wilde hij niet te gedetailleerd ingaan. “Over het productieschema is nog niet veel bekend, maar de scripts zijn af. Het tweede deel, dat de titel The Third Wing zal krijgen, begint bij de dood van Stalin en loopt tot aan de van van de Berlijnse muur. Het slot, dat momenteel als werktitel The Eternal Return heeft, loopt van de val van de Muur tot aan de millenniumnacht.” Voor de twee nog te verschijnen films is Griekenland niet groot genoeg. “De halve wereld komt aan bod: Oezbekistan, Siberië, Moskou, New York, Canada.” En meer wilde hij echt niet kwijt. We krijgen het wel te zien.Altijd in drieën
Hoewel dit de eerste keer is dat de titel van een van zijn films het woord ’trilogie’ bevat, werkt Angelopoulos altijd in trilogieën. De eerste, bestaande uit Days of ’36, The Travelling Players en O Megalexandros, maakte hij in de jaren zeventig en wordt ook wel de ’trilogie van de geschiedenis’ genoemd. Daarna volgde in de jaren tachtig de ’trilogie van de stilte’ met Voyage to Cythera, The Beekeeper en Landscapes in the Mist. In de jaren negentig kwamen The Suspended Step of the Stork, Ulysses’ Gaze en Eternity and a Day uit, die samen de ’trilogie van de grenzen’ vormen. En nu dus zijn groots opgezette en meestomvattende werk, zijn magnum opus.
Door tot het einde
In 1998 zei de nu 69-jarige Angelopoulos in Cannes dat hij langzaam richting het einde van zijn carrière ging. Kan het zijn dat dit zijn laatste trilogie is? “Ik hoop het niet, maar het zou zeker kunnen.” Als dat inderdaad het geval is, laat hij met zijn twaalf hoofdfilms een onmiskenbaar sterk en coherent oeuvre achter. “Maar ik ben van plan net zo lang door te gaan als [de Portugese regisseur] Manoel de Oliveira. En hij is 96!”