Film / Achtergrond
special: Spektakel rond de jaarlijkse Oscaruitreiking

Prestige in Hollywood

In mei 1927 werd er in Los Angeles een non-profit organisatie opgericht. 36 belangrijke mensen uit de filmwereld richtten de The Academy of Motion Picture Arts and Sciences op om belangrijke en artistieke mensen en projecten publieke support en erkenning te geven.

~

Tegenwoordig telt de Academy zo’n 6000 leden. Lid kun je alleen worden op uitnodiging, en is dus een prestigieuze zaak. Als lid van de Academy geniet je diverse privileges en heb je er een zegje in misschien wel de belangrijkste filmgebeurtenis van het jaar: de Oscar-(Academy Award)-uitreikingen. Als je lid bent van de Academy wordt namelijk ook jouw stem gevraagd.

Dat het uitreiken van een belangrijke prijs als de Oscar niet altijd zonder slag of stoot gaat, is in de geschiedenis vaak genoeg gebleken. Gekonkel, politiek, voortrekkerij leken soms het enige te zijn waar het Oscarwereldje aan kon denken. Als je namelijk winnaar bent van zo’n fraai beeldje ben je verzekerd van veel aanbiedingen en is je status als acteur, regisseur bijna niet kapot te krijgen. Daarom een overzicht van enkele opmerkelijke momenten, terechte winnaars en, naar mijn mening, onterechte verliezers.

Echte show

~

In 1928 kreeg de stomme (als in geluidloos) oorlogsfilm Wings de eerste Academy Award. Voor de kenners onder ons een juweeltje omdat de film enkele prachtige luchtgevechtscènes bevat en een jonge Gary Cooper in een kleine bijrol. Er was echter nog geen uitreikingsceremonie. In 1929 begon men er daadwerkelijk een echte show om heen te bouwen. Omdat deelnemers voor de uitreikingen de uitslag al in de krant konden lezen besloot men in 1940 het gesloten-enveloppensysteem in gebruik te nemen.

De belangstelling voor de uitreikingen steeg elk jaar. In 1953 was de allereerste live TV-uitzending met Bob Hope als gastheer. Met deze exposure werden de uitreikingen dermate belangrijk dat bijna geen acteur zich meer kon veroorloven niet aanwezig te zijn tijdens de show. Oscars betekenden belangstelling, en dat was nodig om ‘hot’ te zijn in Hollywood.

Eén van de vroegste Oscar-ruzietjes komt uit 1941, maar is misschien later wel de grootste blunder die de Academy kon maken gebleken. Men besloot Citizen Kane alleen te nomineren voor best screenplay. Ten onrechte, want de film wordt tegenwoordig nog steeds gezien als de beste film aller tijden. Het feit dat regisseur Orson Welles nog zo jong was, samen met de controverse rond het gedurfde onderwerp dat door de film werd aangesneden deed Kane toentertijd de das om. Welles zou later alsnog een ere-Oscar ontvangen.

Who picks these things?!?

1952. The Greatest Show On Earth wint de Oscar voor beste film. Er waren dat jaar diverse behoorlijke films uitgekomen, maar de Academy besloot in het voordeel van deze lichtgewicht spektakelfilm. Mary Pickford die het beeldje moest uitreiken kon haar verbazing niet onderdrukken en sprak de woorden: “Who picks these things anyway?” En zo zouden er nog diverse relletjes gaan volgen.

In 1971 gebeurde er iets tijdens de Oscars wat eigenlijk al veel eerder had moeten gebeuren: Charlie Chaplin krijgt eindelijk erkenning voor wat hij voor de filmindustrie heeft betekend. Het zou een historische uitreiking worden. Chaplin kreeg bij opkomst de langste staande ovatie uit de geschiedenis van de Academy, en bijna alle sterren deden er een moord voor om bij de kleine komiek op het podium te staan. Chaplin die al twintig jaar in een zelfgekozen ballingschap leefde, was zichtbaar aangedaan door het enthousiasme van het publiek.

~

In 1976 wint de kleine boksfilm Rocky verrassend de Oscar voor beste film. De toen nog onbekende Sylvester Stallone schreef de film nadat hij nota bene uit de softporno-industrie was gestapt. De Oscar werd uitgereikt door Muhammad Ali die op het podium nog even met Stallone ging boksen. Dat Stallone ooit een Oscar heeft gewonnen is iets wat heden ten dage niet meer denkbaar is, maar voor Rocky was dat niet meer dan terecht. Stallone was ontroerd dat Ali hem uiteindelijk het beeldje gaf en sprak tot het publiek dat hij deze avond zou herinneren staande naast een “100% certified legend.”

Vriendjespolitiek

In de jaren 90 namen vriendjespolitiek en gekonkel een behoorlijke vlucht. Ruzie over wie de uitreikingen mocht presenteren, ruzie over de hoeveelheid cameratijd voor de sterren, en natuurlijk ruzie over de winnaars. In 1997 wint Titanic een belachelijk aantal Oscars. Het verhaal van de film ontstijgt de gemiddelde Bouquetreeks niet, maar de film ziet er fenomenaal uit. Dat de film naast Ben-Hur de meest succesvolle film in de Academy historie is (beide films wonnen elf Oscars) is totale onzin: ten tijde van Ben-Hur waren er veel minder categorieën om te winnen.

In 1998 maakt ene Edward Norton enorme indruk met een prachtige rol van neo-nazi in American History X. De rol is een ware krachttoer van Norton, en een Oscar lijkt dan ook het minste wat hij verdient. Niks is minder waar. De Italiaanse Academy-lieveling Roberto Benigni wint voor zijn rol in La Vita e Bella. Een grote vergissing, en zo moet Norton – net als bijvoorbeeld Sean Penn – totaal onterecht nog steeds wachten op zijn eerste beeldje. Om een Oscar te krijgen moet je kennelijk weinig controversieel zijn, of gewoon Tom Hanks heten.

~

Academy-lievelingen

We kunnen dus rustig aannemen dat het krijgen van dit beeldje niet alleen de bekroning van een carrière is, maar tevens goed op de acteurs c.v. staat. Vandaar dat er elk jaar ook zoveel kritiek op beslissingen van de Academy is. Maar de Academy is zelf ook deels schuldig aan de scènes die soms rond het uitrijken van Oscars ontstaan. Kan men de Oscaruitreiking nog wel als een objectieve prijs zien? Steeds vaker gaat men óf voor de smaak van het big budget publiek (Titanic) of kiest men een lieveling van de Academy omdat andere kandidaten niet in het straatje van de Academy passen. (Benigni-Norton). Ik denk dat dit een noodzakelijk kwaad is waar we niet veel aan kunnen doen. Ter vergelijking: in Cannes en Berlijn win je doorgaans alleen als je een film maakt over een Pools herderinnetje die naar het westen gaat om liefde te vinden, maar in de handen van een Hongaarse pooier valt. Of zoiets. En de publieksprijzen zijn ook niet altijd geweldig, kijk maar naar de MTV- en TMF-Awards. Laat de Oscars nu maar gewoon zoals ze zijn: een illusie, een sprookje, net als de film.

Tenslotte wil ik me nog even sterk maken voor het feit dat de Oscaruitreikingen ook in Nederland op TV moeten komen. De belangstelling is er ongetwijfeld wel, maar geen zender die het ’s nachts uitzendt. Meestal moeten wij het in Nederland met een samenvatting van een half uurtje doen. Ik hoop dat dit in de toekomst gaat veranderen.