Norse diender, grimmige misdaad
In Scandinavië worden inmiddels meer misdaadfilms gemaakt dan moorden gepleegd. The Keeper Of Lost Causes is een van de betere.
De thrillerfabrieken in Zweden, Noorwegen en Denemarken moeten overuren draaien. Na de goed scorende tv-series The Bridge, The Killing, Wallander en de succesvolle verfilmingen van de Millennium-boeken is ‘nordic noir’, zoals het genre inmiddels internationaal heet, niet aan te slepen.
De noordelijke thrillerschrijvers vallen ongetwijfeld regelmatig gierend van hun bureaustoel – model Torbjörn – want werkelijk elke letter lijkt nu verfilmd te worden. Het nieuwste A-merk van de Denen is de filmreeks rond de Serie Q-romans van Jussi Adler Olsen.
Norse rechercheur
Regisseur Mikkel Nørgaard weet hoe je zo’n verhaal spannend moet vertellen. Door steeds van perspectief te wisselen – van de ontvoerde Lynggaard naar het duo van de afdeling Q – speelt hij met de verwachtingen van de kijker. Droge politiehumor wisselt hij af met grimmige scènes tussen dader en slachtoffer, waarbij Nørgaard wel eens inspiratie kan hebben opgedaan bij Spoorloos van de net overleden George Sluizer.
Verder volgt The Keeper Of Lost Causes keurig het Scandinavische thriller-ABC. De ontknoping heeft een iets te hoog televisiegehalte. Maar de fraaie vormgeving en de twee sterke hoofdrolspelers – Nikolaj Lie Kaas en Fares Fares – smaken naar meer.