Film / Achtergrond
special: Een glimp van revolutie

De opmars van de Zuid-Koreaanse cinema

Van een succes kun je niet spreken, maar het afgelopen jaar kwamen er in Nederland wel enkele opvallende Zuid-Koreaanse films uit. Chan-wook Park’s Cannes-hit Oldboy deed enig stof opwaaien en verschijnt deze maand op dvd, terwijl regisseur Ki-duk Kim veel lof oogstte voor zijn ingetogen Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring. Zulke films zijn kenmerkend voor de wonderbaarlijke filmcultuur van Zuid-Korea, het land met de op vier na grootste filmindustrie ter wereld. Die heeft in het laatste decennium een wonderbaarlijke revolutie ondergaan, waar we in Nederland sporadisch een glimp van op mogen vangen.

~


Een film als Oldboy geeft blijk van een technisch vernuft, spraakmakende thematiek, intelligentie en durf: er is in Zuid-Korea binnen het kader van commerciële cinema duidelijk ruimte voor experimenteerdrift, creativiteit en auteursfilms. De oorzaak daarvan ligt in politieke ontwikkelingen: de democratische hervormingen eind jaren 80 en de overgang naar een burgerlijke president en regering in 1992. Toen kwam er een einde aan de rigide overheidscensuur en restricties die in de tijd van militaire regering heersten. Bovendien is er sinds 1993 sprake van een actieve stimulering van de eigen filmcultuur. Werd in dat jaar nog 16% van de winstcijfers in bioscoopbezoek behaald door films van eigen bodem, tien jaar later was dat bijna 50%. Dat succes komt ook door het gevecht dat Zuid-Korea altijd gehad heeft tegen de cinema-wereldmacht van Hollywood. Import van Amerikaanse films werd pas in 1988 geliberaliseerd, en is tot zeer recentelijk, net als Frankrijk, gebonden geweest aan een strikt quotasysteem, waarin bepaald is dat 40% van de vertoningen inheemse films moeten zijn. Zuid-Korea is inmiddels gezwicht voor Amerika, dat hierom handelsverdragen met het land frustreerde: het quotasysteem is onlangs sterk ingeperkt. De invloed van het systeem op succes van eigen bodem lijkt echter onomkeerbaar.

~


Van de filmindustrie in Seoel van voor de liberaliseringen was niets meer over: de filmcultuur moest weer volledig opgebouwd worden. Een door de nieuwe overheid gefinancierde commissie zorgde voor een immense stimulans voor de eigen cinema, waardoor een voedingsbodem met ruime mogelijkheden ontstond. Plotseling leken de kansen onbeperkt, en gingen filmmakers, niet langer gehinderd door de vroegere beperkingen, hard aan het werk. Projecten schoten als paddestoelen uit de grond, en nadat er in 1999 met de actiethriller Shiri voor het eerst in de geschiedenis een inheems kassucces naar voren kwam, was het hek van de dam. Investeringen in filmprojecten leverden gigantische successen op, waardoor Koreaanse films voor recordaantallen bioscoopbezoekers zorgden, maar ook mislukkingen: verschillende peperdure projecten gingen de mist in. De hausse heeft een stortvloed aan eigenzinnige films opgeleverd. Willekeurige voorbeelden zijn een grote reeks sfeervolle horrorfilms (A Tale of Two Sisters, Memento Mori), bizarre komedies (Save the Green Planet), controversiële drama’s (Lies), gewaagde auteursfilms als die van Ki-duk Kim, intelligente thrillers als JSA– voor elke creatie lijkt een plekje weggelegd. Toen de rest van Azië en ook het westen lucht kreeg van de opmerkelijke opmars, voornamelijk door het internationale succes van Oldboy, dat vorig jaar de juryprijs in Cannes won, stegen ook de winstcijfers in filmexport enorm.

Nederland

~

In Nederland loopt men echter nog niet echt warm voor wat het land te bieden heeft. Afgezien van een handjevol zeer kleinschalige releases is er hier naast Kim’s laatste twee films en Oldboy nauwelijks een Zuid-Koreaanse film in de bioscopen verschenen- het filmhuissucces van Sopyonje dateert alweer uit 1995. De dvd-markt heeft gelukkig meer te bieden: met name distributeur A-Film heeft de laatste jaren een lans gebroken voor Zuid-Korea. Formulaire actiefilms als Natural City, Volcano High en Tube verschenen er, terwijl dochterlabel Total Film ruimte geeft aan meer kunstzinnige titels, zodat drama’s als Oasis, Kim’s Bad Guy en Park’s Sympathy for Mr. Vengeance een weg naar het publiek konden vinden. Horrorfilms als Phone en Memento Mori liggen ook in de schappen, en de fervente liefhebber kan een zelfs aantal zwaardvechtfilms vinden.

Hoop

~

Het zijn echter sporadische uitgaves die vaak onder de noemer van Aziatische cinema vallen. Veel films horen daar ook thuis, de moderne Koreaanse cinema is tenslotte beïnvloed door Hong Kong en Japan, voornamelijk in het grote-publieksvermaak. Slechts hier en daar tref je tussen de titels een kwaliteitsfilm aan. We krijgen bovendien een vertekend en onvolledig beeld van de Koreaanse filmwereld: de eerste van de talloze Koreaanse komedies en romantische drama’s moet hier nog verschijnen. De bij ons zo geliefde films van Ki-duk Kim, die in eigen land zelfs geen financiering voor nieuwe projecten rondkrijgt, trokken in Korea bijna zonder uitzondering nauwelijks bezoekers. De grotere successen als de oorlogsfilm Silmido en het genoemde JSA (net als Shiri gaan beide over de spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea) zijn in geen velden of wegen te bekennen- om van de onafhankelijke en experimentele films maar te zwijgen. Maar er is hoop: de volgende Koreaanse film die in Nederland verschijnt is Memories of Murder, een wonderbaarlijke misdaadfilm die op intelligente wijze met genreconventies speelt. Ook Taegukgi, opnieuw een mateloos populaire oorlogsfilm over het Noorden en Zuiden, is inmiddels aangekocht.

Schraal aanbod

In een commerciële filmcultuur die overheerst wordt door Hollywood mogen we dan blij zijn met de aandacht die er de laatste jaren in ons land voor Zuid-Korea is, maar het blijft pareltjes plukken uit een schraal aanbod. Wie zijn blikveld wil verruimen is aangewezen op filmfestivals (Rotterdam heeft al jaren een Korea-vriendelijk programma) en dvd’s uit Azië. Boze tongen voorzien een vroegtijdige dood van de hausse, volgens deskundigen zijn er in het land inmiddels alweer nieuwe stromingen en genres gevormd en gesneuveld. Het blijft afwachten hoe het de filmliefhebbende Koreanen vergaat, maar dat het land een unieke bijdrage aan de internationale filmwereld heeft geleverd, is al lang bewezen.