Film / Achtergrond
special: Deel 6

IFFR 2010

In deel zes kijken we naar het beleg van een fort, egotrippen met de Kinks, bloemblaadjes strooien in Zwitserland, een studente/callgirl in Ljubljana, een vrijwilligster in een hospice, Trotsky op een sinaasappelkistje en tragiek rond het prikkeldraad.

Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang

Inhoud: Beaufort | Do It Again | Pepperminta | Slovenian Girl | Les signes vitaux | The Trotsky | True Noon

~

Beaufort is de naam van een fort in het huidige Zuid-Libanon dat door kruisvaarders werd gebouwd en in de eeuwen erna talloze malen van eigenaar wisselde. De film belicht de laatste dagen van de bezetting van deze strategisch belangrijke maar sterk geïsoleerde buitenpost door Israël. Dit land heeft het fort al vanaf 1982 in handen, maar zal zich in 2000 terugtrekken. Een kleine groepje Israëlische soldaten bewaakt ondertussen deze stelling, terwijl ze in toenemende mate aangevallen worden door mortieraanvallen van Hezbollah.

De eindeloze labyrintische gangen van het fort hebben het claustrofische effect van een ruimteschip, of beter: dat van een duikboot. Regisseur Joseph Cedar noemt Das Boot dan ook als een bron van invloed, en net als in die film vormen ook hier de kameraadschap en de spanningen van een groepje mannen dat onder extreme omstandigheden op zichzelf is aangewezen de leidraad. De afwezigheid van politiek, het verlies van kameraden, de constante dreiging van aanvallen, de nabijheid van de dood. We hebben het eerder gezien, maar de uitzicht- maar vooral nutteloosheid van oorlog wordt in Beaufort fraai en vooral ingetogen verbeeldt. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

De een koopt een Jaguar, de ander begint iets met de twintig jaar jongere oppas. Voor de Amerikaanse journalist Geoff Edgers is zijn midlifecrisis aanleiding om de oorspronkelijke Kinks weer bij elkaar te brengen. Wie weet dat de broers Ray en Dave Davies elkaar het grootste gedeelte van hun jeugd en muzikale carrière in de haren vlogen, en inmiddels nauwelijks nog met elkaar praten, begrijpt dat het een schier onmogelijke missie is. Voor de documentaire die Edgers over zijn queeste maakt, hoeft dat geen probleem te zijn. De Nederlandse Yan Ting Yueng toog ooit naar Japan om bestsellerauteur Haruki Murakami uit te nodigen voor een diner. Ook een onmogelijke missie, maar het leverde wel het wonderschone Dinner with Murakami op.

Edgers gaat prozaïscher te werk. Eerst mogen vrienden en familie uitleggen waarom zijn plan weliswaar sympathiek is, maar weinig kans van slagen heeft. Daarna doen bekende mensen uit de film- en muziekindustrie, van Paul Weller tot Zooey Deschanel, dat nog eens dunnetjes over. Het is leuk om Sting ‘You really got Me’ te horen zingen, maar verder heeft dit gedeelte van Do It Again toch veel weg van een potje ‘Kijk eens wie ik allemaal ken’. Edgers wil met elke muzikant een Kinks-nummer spelen, wat leuk voor hem is, maar niet voor ons. De mogelijkheid dat hij zijn baan bij de Boston Globe verliest, wordt niet benut om de film in een breder perspectief te plaatsen en de teloorgang van de traditionele pers te becommentariëren, maar dient voornamelijk om een veel huiselijkere crisis in beeld te brengen: is er straks nog wel geld om de verjaardag van Edgers veelvuldig naar de camera grijnzende dochtertje groots te vieren? Het ego wint het van de oprechte muzikale belangstelling en dat is dodelijk voor de documentaire. Edgers is niet interessant of humoristisch genoeg om als onderwerp van de film te dienen. En trouwens, zou die eigenlijk niet over de Kinks gaan? (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

In het voorjaar van 2009 was de expositie ‘Elixir: The Video Organism of Pipilotti Rist’ te zien in museum Boijmans Van Beuningen. Nu is de Zwitserse videokunstenares alweer terug in Rotterdam met haar eerste lange fictiefilm. Pepperminta bevat veel elementen die ook in ‘Elixir’ naar voren kwamen, zoals hysterische kleuren, bewegend fruit, blote voeten in het water, roodharige vrouwen en een camera die overal langs scheert, zo nodig ondersteboven of van onderaf. Dat levert fascinerende, schijnbaar eindeloos bewerkte beelden op, die met veel fantasie in elkaar zijn vervlochten. Pipilotti Rist, die zichzelf naar Pippie Langkous heeft genoemd, is zoals verwacht vooral geïnteresseerd in opvallende shots, en minder in een verhaal. De roodharige actrice Ewelina Guzik, in haar rode officiersjas en haar roze broek, huppelt als Pipilotti’s alter ego Pepperminta door de straten van een Zwitsers stadje. Ze haalt de andere personages, een soort volwassen Tommy en Annika, over om dingen te doen die ze eigenlijk niet durven, zoals naakt lopen, bloemblaadjes strooien en menstruatiebloed drinken.

De flashbacks naar Pepperminta’s jeugd zijn humoristisch maar de beelden van haar tegenwoordige leven beklijven minder. Zodra er teksten worden uitgesproken, blijkt waar de zwakheid van Rist in zit. ‘Het is altijd het goede moment om geboren te worden’ is geen tekst die de personages meerdere malen uit kunnen spreken zonder als holle frasen te klinken. Het was prettig om vanaf een kussen op de vloer op te gaan in de installaties van Rist in het Boijmans. Voor een lange film is haar stijl toch minder geschikt. Als het meisjesachtige tijdens de film overgaat in aanstellerigheid, en de meditatieve leegte in inhoudsloosheid, maakt de bewondering langzaam plaats voor verveling. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Alexandra (Nina Ivanisin) leidt een dubbelleven:ze studeert in de Sloveense hoofdstad Ljubljana maar werkt er ook als callgirl. Ze heeft dit dubbelleven aardig onder controle en ze gaat berekenend om met haar studie-inspanningen en met haar klanten. Dan gaat er een klant dood, na een hartaanval door een overdosis Viagra, en vanaf dat moment neemt de druk op haar toe. Ze moet steeds meer ballen in de lucht houden en haar jongleeract lijkt kletterend uit elkaar te gaan vallen.

Slovenian Girl (de bijnaam die Alexandra krijgt in de kranten), van regisseur Damjan Kozole, speelt zich af ten tijde van het voorzitterschap van Slovenië van de Europese Unie. Alexandra werft haar klanten onder de buitenlandse gasten, maar af en toe duikt er ook een landgenoot op. De film zit vol met dit soort contrasten: de dubbelrol van studente en callgirl, Alexandra’s leven tegenover dat van onwetende vriendinnen, haar naïviteit als ze onder druk gezet wordt door een paar ‘beschermers’ of als ze een hypotheek afsluit bij de bank, de botsingen met haar alleenstaande vader, zijn onvoorwaardelijke liefde voor haar, en de (West-Europese) moderniteit van het stadsleven versus de (Oost-Europese) beschermde omgeving van Alexandra’s geboortedorp. Pa’s weliswaar aandoenlijke pogingen om zijn band weer bij elkaar te brengen leiden wat af van Alexandra’s lot, maar voor de rest weet Kozole goed het overzicht te houden in al die verhaallijnen. Zolang hij maar bij zijn heldin blijft, is Slovenian Girl een gelaagd maar ook gefocust beeld van de manier waarop het harde kapitalisme bezit heeft genomen van een land en zijn inwoners. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Als haar oma overlijdt, gaat Simone als vrijwilligster in een hospice werken. Ze slijt al haar dagen daar, tot wanhoop van haar vriend. Zelfs een bezorgde arts meent dat iemand die zoveel tijd aan de bijna-doden besteed, iets in haar eigen leven ontloopt. Wat dat iets dan zou zijn, daar kom je bij het zien van Les signes vitaux niet achter. Hoofdrolspeelster Marie-Helène Bellavance houdt het bij engelachtige glimlachjes. Het enige bijzondere aan haar personage, en eigenlijk ook aan de actrice, is dat haar beide benen gedeeltelijk zijn geamputeerd. Dat is, hoe vervelend ook, toch wat mager voor een film die nota bene gaat over de grote zaken des levens.

Wellicht was regisseuse Sophie Deraspe zo op haar hoede voor vals sentiment dat ze van de weeromstuit helemaal geen mogelijkheid tot identificatie voor de kijker heeft overgelaten. De personages die op sterven liggen, leer je slechts oppervlakkig kennen. Simones reactie op hun dood is ingetogen, op het koele af. Door haar matte respons kan de kijker zich niet in haar verplaatsen. In plaats van oprechte ontroering voelt die op den duur slechts zadelpijn door de harde bioscoopstoelen. Les signes vitaux slaagt niet in de opzet — tenzij het de bedoeling was om het publiek een bijna-doodervaring van verveling te bezorgen. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

De zeventienjarige Leon Bronstein is ervan overtuigd de reïncarnatie van Leon Trotsky te zijn. Op een sinaasappelkistje roept hij de arbeiders van zijn vaders fabriek op om in hongerstaking te gaan. Om het geheel wat cachet te geven heeft hij het cheerleaderteam van zijn zusjes opgetrommeld. Jammer alleen dat de arbeiders de staking niet volhouden, omdat ze trek hebben. Ook jammer dat niemand precies weet welke werkomstandigheden er tegenwoordig nog verbeterd moeten worden.

The Trotsky is een originele, zij het nogal melige Canadese komedie over de vraag wat de jongeren van nu zo passief maakt: is het apathie of gewoon verveling? Na het fabrieksprotest wordt Leon door zijn vader naar een openbare school gestuurd, waar hij prompt actie voert voor een scholierenvakbond. Vanaf dat moment volgt de film grofweg het stramien van de standaard high school-film (regisseur Jacob Tierny noemt The Trotsky zelf ‘a socialist high school film‘). Dat is helaas inclusief voorspelbaarheid, ongeloofwaardigheid en overacting. Omdat de film het qua humor van de teksten en de mimiek van hoofdrolspeler Jay Baruchel moet hebben, schiet de actie er lange tijd bij in. De premisse van de film wordt niet helemaal waargemaakt, ook omdat Tierny de mogelijkheid van een aantal grappen onbenut laat. Dat neemt niet weg dat The Trotsky een aantal sterke momenten kent, en vooral, relevante vragen stelt. Het is lang geleden, als het al ooit is gebeurd, dat een dergelijke genrefilm dat deed. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Er kleeft een zeker risico aan het bezoeken van een door het Hubert Bals Fonds gefinancierde film. Dat dit fonds filmmakers uit arme landen met gebrekkige middelen helpt bij de productie van speelfilms, is natuurlijk alleen maar toe te juichen. Maar alle goede wil ten spijt, het resulteert soms in films die van amateurisme en onkunde aan elkaar hangen. Denk bijvoorbeeld aan Rome Rather Than You, dat drie jaar geleden op het festival te zien was. Het geldt gelukkig niet voor True Noon, de eerste onafhankelijke Tadzjikistaanse film in achttien jaar tijd. Regisseur Nosir Saidof heeft een eenvoudige maar effectieve tragikomedie afgeleverd die in het internationale festivalcircuit op geen enkele manier misstaat. Een dorpje wordt van de ene op de andere dag door tweeën gedeeld, omdat het leger een afrastering van prikkeldraad en landmijnen aanlegt. Nilufar kan niet langer met haar bruidegom trouwen, want hij woont aan de andere kant. Hoe moeten de gasten naar de bruiloft komen? Een wijze man weet raad, maar zijn plan is gevaarlijk voor alle betrokkenen.

True Noon is al leuk vanwege de klederdracht van de dorpsbewoners, de huwelijksgebruiken en de kans om eens in een Tadzjikistaans dorp rond te kijken. Saidof brengt het geheel bovendien met stijl in beeld. Het acteerwerk is eerder enthousiast dan gedegen te noemen, en de dialogen eerder uitleggerig dan subtiel, maar de personages komen wel degelijk tot leven. Typerend is de reactie van het publiek als een van de personages op een landmijn stapt. Er gaat een schok van ontzetting door de zaal. True Noon blijft niet hangen in exotisme of derde wereldproblematiek, maar brengt ook, zoals het hoort, universele emoties teweeg. (Marjolein van Trigt)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR