Film / Achtergrond
special: Deel 2

IFFR 2010

In ons tweede verslag aandacht voor een brok zenuwen in Stockholm, spanningsloze  opgravingen, de Algerijnse Onafhankelijkheidsstrijd, een enerverend maar ook pretentieloos ninja-epos, een bijzondere driehoeksrelatie in Tokyo, tragikomische drugsproblematiek in Tbilisi en een redelijke geslaagde uitwisseling tussen Duitsland en Tanzania.

Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang

Inhoud: The Ape | Los Condenados | L’ennemi intime | Kamui | Lost Paradise in Tokyo | Street Days | tranzania.living. room.

~

In een stijl die herkenbaar is van de Dardennes, maar ook teruggrijpt naar de intense realistische drama’s van Alan Clarke en Lodge Kerrigan, schetst The Ape

een portet van een man die op het punt staat om in te storten. De eerste scènes tonen hem gehaast door Stockholm pendelend, terwijl hij zijn zenuwen maar moeilijk onder bedwang kan houden. Hij werkt als rij-instructeur en leeft zich uit op de tennisbaan, en de constante spanning die daarbij van acteur Olle Sari afstraalt wordt gaandeweg ongemakkelijk voor de kijker. Zou het zijn dat hij de druk van het moderne leven niet aankan? Staat hij op het punt om een psychose te krijgen? Halverwege de film wordt duidelijk wat de reden is voor zijn gedrag, maar regisseur Jesper Gansland weet de psyche en de motieven van het personage mysterieus te houden. The Ape toont dat het mogelijk is om van een stijl, die al zo veel onovertuigende navolgers heeft gekregen, cinema te maken die je echt raakt. Dit komt vooral door de combinatie van Sari’s nerveuze acteerwerk en het gefocuste en benauwende camerawerk. The Ape snijdt daarnaast een actueel thema aan dat door een intense stijl de kijker niet onberoerd zal laten. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Los condenados is een film over de verwerking van traumatische herinneringen, maar is daarin te bescheiden en uiteindelijk nietszeggend. Een man die in Spanje als banneling woont keert terug naar zijn Latijns-Amerikaanse geboorteland. Hij helpt daar zijn oude kameraden bij opgravingen naar de resten van een vermiste vriend. Tijdens zijn verblijf wordt er veel gesproken over vroeger en de offers die ze gebracht hebben. Regisseur Isaki Lacuesta filmt alles met een geduldig oog, maar de film ontbeert vrijwel elke spanning. Los condenados is vooral een impressie van hoe het is om aan een opgraving mee te werken en daarmee een verborgen en pijnlijk deel van de geschiedenis bloot te leggen. Dit is een boeiend thema, maar in de stijl van Lacuesta die vooral spaarzaam dialogen gebruikt en verder weinig achtergrondinformatie geeft is het gissen naar wat hij precies wil zeggen over de erfenis van een dictatuur. Dat dit wel boeiende cinema op kan leveren, blijkt wel uit films zoals La teta asustada (Milk of Sorrow), het subtielere La mujer sin cabeza en Tony Manero. Al die films werden gedragen door sterke karakters, terwijl er in Los condenados sprake is van een ensemblecast waarvan de personages niet echt worden verkend. De film geeft wel de indruk een oprechte poging te willen doen, maar als kijker wordt je niet geraakt of tot nieuwe inzichten gebracht. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Tijdens een treffende scène in L’ennemi intime

steekt een gevangen FLN-strijder een sigaret op, maar doet dat aan beide zijden. Zijn bewaker is net als hij van Algerijnse afkomst en beiden hebben gevochten aan Franse kant tegen de Duitsers in WOII. Maar waar de een koos voor zijn roots bleef de ander bij zijn keuze voor Frankrijk. Omdat de FLN zijn hele familie heeft uitgemoord is hij daar des te zekerder over. ‘Dit ben jij’, zegt de gevangen strijder. ‘Welke kant je ook op gaat, je zal altijd verliezen. Je bent geen Algerijn meer en je zal nooit een Fransman worden.’ Toen de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog eind jaren vijftig escaleerde stuurde Frankrijk massaal troepen naar hun overzeese grondgebied (zo zagen ze het land). Het Franse leger beschikte over vele Algerijnen die aan hun zijde vochten (Colons), wat een groot voordeel bleek tijdens gevechtsacties in het uitgestrekte land. Tegelijk gold voor elk van hen de metafoor van de sigaret: vroeg of laat zouden ze exploderen omdat hun positie onhoudbaar was.

In L’ennemi intime maken een verse luitenant en zijn compagnie, aan wie het fatalisme al een tijd knaagde,  jacht op de leider van een lokale FLN-militie. De opstandelingen gebruiken wrede methoden om de plattelandsbewoners onder de duim te houden, maar de Fransen doen daar niet voor onder. De luitenant is vastbesloten daar niet aan mee te doen, maar hij vecht een hopeloze strijd. Dat hij door gaat draaien en zijn handen vies zal maken vormt een voorspelbaar element van de film. Ook is hij qua camerawerk en plotontwikkeling traditioneler dan Lebanon, die ook over de waanzin van oorlog gaat. Maar waar de film van Maoz moreel afstand houdt tot het conflict neemt L’ennemi intime duidelijk stelling en laat onomwonden zien tot welke gruwelijkheden ook een ‘beschaafd’ land bereid is als het gaat om het verdedigen van landsbelangen. Een goed gemaakte en moedige film die in eigen land echter weinig handen op elkaar kreeg. In de spiegel kijken blijft moeilijk, zelfs na 50 jaar. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Ninja’s en piraten

Kamui – Signals: Sai Yoichi 
Yoichi Sai • Japan, 2009

~

Kamui is een groots ninja-epos geregisseerd door Yoichi Sai, wiens oeuvre dit jaar in het Signals-programma wordt uitgelicht. De film volgt Kamui, een outsider die er wegens zijn komaf voor kiest om een ninja te worden. Hiermee staat hij buiten alle beperkende regels van het strenge feodale Japan, maar is hij ook vogelvrij. Kamui moet zich constant uit benarde situaties vechten. De film begint met wat strippanelen die verwijzen naar de manga van Shirato Sanpei die als basis dient voor het verhaal. De film gaat vervolgens van de een gekke en gewelddadige confrontatie naar de andere, totdat Kamui zijn rust lijkt te hebben gevonden in een vissersdorp waar hij wordt geaccepteerd door de bewoners. Als een piratenschip met ninja’s voorbijvaart komt hier echter een eind aan en is het weer knokken geblazen.

Kamui is vlot gefilmd, maar de actiescènes zijn ondanks hun inventiviteit ongeloofwaardig door de uitbundige choreografie. Zo worden de speciale moves van Kamui getoond als in een videogame. De film is in zijn tweede helft wat zwakjes en het verhaal van een buitenstaander die wordt gedwongen om steeds maar weer te vechten, is zeker niet origineel. Dit gegeven wordt deels uitgediept door andere personages te introduceren die ook zijn gedwongen om te kiezen voor de weg van de ninja. Toch blijft het allemaal binnen de voorspelbare en ietwat nauwe kaders van het genre, waar actie toch de voornaamste grondstof is voor de verdere voortgang van het verhaal. Kamui werkt daarom het beste als een pretentieloze genrefilm die soms bijna camp overkomt in zijn kleurrijke overdadigheid, maar faalt om iets nieuws toe voegen. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Mikio moet een vrolijk gezicht opzetten van zijn baas als hij zijn telefonische verkoopwerk doet. ‘Zou jij de grootste investering van je leven doen als de verkoper daar een lang gezicht bij trekt’, vraagt die. Mikio ziet dat wel in maar het lukt hem niet om voldoende animo op te brengen. Zijn vader is net overleden, moeder was al dood, en nu zit hij opgescheept met zijn geestelijk gehandicapte broer Saneo. Hoeveel Mikio ook van hem houdt, de verantwoordelijkheid legt een hoge druk op hem. Als hij op een dag een call-girl (Fala) bestelt om Saneo wat van zijn seksuele frustraties af te helpen verandert echter alles.

Lost Paradise in Tokyo heeft alle kenmerken van een debuutfilm. Regisseur Shiraishi Kazuya heeft weliswaar als assistent gewerkt voor grote regisseurs, toch overkomt ook hem wat veel beginnende filmmakers gebeurt: teveel in je film willen stoppen en werken met een scenario dat te weinig doortimmerd is. Het concept van de driehoeksrelatie tussen een geremde jongeman, zijn onwetende maar in menig opzicht vrijere broer en een meisje dat vol dromen zit die ze ondanks tegenslagen vast weet te houden, is interessant. De manier waarop Sala bruggen weet te slaan tussen de broers en hoe ze Mikio weet los te maken van zijn remmingen vormen de kracht van de film. Maar Shiraishi haalt daar een actie van Saneo uit het verleden bij, een aantal losse eindjes rond Fala en haar dubbele status als call-girl en wannabe popster, en een seksfilm waarin Fala en Saneo figureren om geld te verdienen voor hun dromen. Dat is teveel van het goede. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Urbane drugsproblematiek is een wereldwijd fenomeen blijkt uit Levan Kogyashvili’s niet geheel geslaagde Street Days, dat zich afspeelt in Georgië. Het camerawerk is in zijn realisme vergelijkbaar met een film als 12:08 East of Bucharest die ook een droog beeld geeft van het sjacheraarbestaan in het voormalige Oostblok. Junk en dealer Checkie is een verlopen figuur die wanhopig wat geld bij elkaar scharrelt om drugs te scoren in de vervallen straten van Tbilisi. Hij komt als drugshandelaar in contact met de zoon van een oude schoolvriend die een politicus is. Als hij door corrupte agenten gedwongen wordt om zijn schoolvriend te verraden door diens zoon te chanteren, raakt hij in gewetensnood. Street Days is vooral een tragikomische film die na een zwak en rommelig begin boeiender wordt. Regisseur Kogyashvili lijkt in de eerste scènes niet helemaal te weten waar hij de focus moet leggen en introduceert verschillende personages die niet echt belangrijk zijn voor het verhaal. De dramatische kern wordt gevormd door Checkie die zich realiseert dat hij door zijn verslaving alles om hem heen kapot maakt. Dit resulteert in humoristische scènes als hij te stoned is om te functioneren, maar al gauw staat hij aan de rand van de afgrond. Acteur Guga Kotetishvili is als Checkie met zijn geloofwaardige maar egoïstische underdoghouding de grote troef van de film, en draagt die naar zijn fatale conclusie toe. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Voor het onderdeel ‘Forget Africa’ bedacht programmeur Gert-Jan Zuilhof een wild plan: vertrek met een Westerse filmmaker naar een Afrikaans land en maak ter plekke een film. Zonder vooropgezet plan, met een minimaal budget en zonder iets te weten van het lokale filmklimaat. Zijn gedachte was dat er een wederzijdse uitwisseling van ideeën zou ontstaan en dat het land waar de film gemaakt werd op de kaart gezet werd. Met de Duitse regisseur Uli Schüppel bezocht hij Tanzania, en tranzania. living. room. is het resultaat daarvan. Schüppel fantaseerde in zijn jeugd over Afrika en hij had het plan om die fantasieen te herbeleven en als reactie daarop de gedachten van de lokale bevolking over zijn eigen huis te noteren. Hij volgt bewoners van Dar es Salaam met zijn camera en laat in voice-over hun beeld over Duitsland horen. Dat wisselt hij af met dromerige beelden van de savanne en laat zijn dochter zijn eigen jeugdfantasieën daarover uitspreken. Het is een geslaagde combinatie die iets zegt over vooroordelen en de manier waarop iedereen droomt over verafgelegen gebieden. Ook weet hij een goed beeld te geven van het dagelijks leven in een grote Afrikaanse stad als Dar es Salaam. Maar omdat de gedachten van zijn personages onderling nauwelijks verschillen valt tranzania. living. room. ook in herhaling en Schüppel mist dan net dat extra zetje dat zijn film echt bijzonder had kunnen maken. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR