Film / Achtergrond
special: Een interview met David Cronenberg

‘En ik ben al helemaal geen postmodernist!’

Fans maakten zich al zorgen dat hij soft geworden was. David Cronenberg (1943, Toronto) leek met het mainstream-debacle Spider (2002) het fantasievolle geweld en de suggestieve seksscènes een beetje ontgroeid. Met het nieuwe A History of Violence kunnen liefhebbers zich weer in de handen wrijven. Daarin splitst de regisseur als vanouds aan horrorpulp memorerend gedachtegoed in de draaiende maag van de kijker. 8WEEKLY ondervroeg een schijnbaar in oude gewoontes terugvallende David Cronenberg.

Foto: Hans de Greve
Foto: Hans de Greve

De hoofdrol in A History of Violence wordt vertolkt door Viggo Mortensen. Hij speelt familieman Tom Stall die, als hij bedreigd wordt, uit zijn muisgrijze flanellen hemd scheurt en de boze meneren op verdacht doeltreffende wijze op hun falie geeft. Langzaam wordt duidelijk dat Tom een zeer twijfelachtig (want zeer gewelddadig) verleden heeft. De vraag dringt zich op of Stall veel gemeen heeft met Cronenberg. Probeerde de regisseur een laatste maal de confrontatie aan te gaan met zijn woeste verleden, en het zo te verwerken? Zegt de film iets over hoe hij zijn eigen ontwikkeling ziet? “Nee, helemaal niet. Voor mij vraagt elke film gewoon een andere aanpak. Toen ik aan The Dead Zone werkte dacht iedereen ook dat ik volwassen was geworden, omdat die veel minder schokkend was dan wat ik daarvoor had gedaan. Maar na The Dead Zone kwam The Fly, en dat werd weer afgedaan als pulp.” Geen geheime artistiek-persoonlijke agenda dus. Waar laat hij zich dan wel door inspireren? Door de graphic novel (van John Wagner & Vince Locke) waarop de film gebaseerd is? In hoeverre is Cronenberg bijvoorbeeld trouw gebleven aan de originele opbouw van het verhaal? “Zoals ik al zei: ik kijk vooral naar wat de film nodig heeft. Ik geloof dat ik de eerste dertig minuten redelijk getrouw het boek volg.” Maar dat was niet expres: “Toen ik eindelijk toekwam aan het lezen van de novel hadden we alle creatieve beslissingen al genomen.” Het boek bleek compleet irrelevant te zijn geworden: “Er zit geen seks in de strip, Stalls zoon wordt niet gepest, het focust meer op mob dynamics, op hoe de maffia werkt. Het einde is al helemaal anders. Het is gewoon een totaal andere ervaring geworden.”

Paradox

~

Eerlijkheid speelt een grote rol in de film: Tom is oneerlijk tegen zichzelf en tegen anderen, probeert te ontsnappen aan zijn verleden door het te negeren, maar precies daarom keert het steeds terug, en dan werkt hij zich weer verder in de nesten. “Eigenlijk gaat de film niet over eerlijkheid maar over verraad. Toms gezin krijgt bij wijze van spreken een hele nieuwe, gewelddadige vaderfiguur. En daar moet het gezin mee leren omgaan. Hij heeft zichzelf geleerd geen geweld te gebruiken. Maar als zijn leven of dat van andere mensen bedreigd wordt, is hij in staat heel snel die boosaardige drift op te roepen.” Toms vrouw is zich bewust van de reden van hun voortdurende ongeluk in de film. ‘Jij hebt ons dit aangedaan’, lijkt ze te zeggen. “Als hij eerlijk was geweest over zijn donkere kant was er geen geweld geweest. Maar aan de andere kant: je kunt je afvragen of het gezin ooit had bestaan, als zijn vrouw had geweten wie hij was. Daar zit een interessante paradox in…”

Pulp

Foto: Hans de Greve
Foto: Hans de Greve

Compenseert die morele boodschap de expliciete scènes? Een veel gehoorde klacht over Cronenbergs werk zijn de gruwelijke beelden. Maar meestal staan zijn confronterende beelden wel geheel in dienst van de boodschap, zoals in Videodrome (1983) en ook in Naked Lunch (1991). “Ik wil even wat recht zetten. Ik ben het niet met je eens dat ik expliciete films zou maken. Tegenwoordig verstaan we onder expliciet iets anders. Pornografie is expliciet. Genitaliën zijn expliciet. In mijn films zitten weinig seksscènes, en al helemaal geen genitaliën.” Hoe zou hij het dan willen noemen? “Ik zou zeggen dat ik krachtige, overtuigende beelden maak. Maar om op je vraag terug te komen: eigenlijk is Naked Lunch wel een goed voorbeeld. William S. Burroughs (auteur van het boek waarop Naked Lunch geïnspireerd is, red.) maakte veel gebruik van detectivepulp en science fiction, maar niet op een typische detectivepulpmanier. En hetzelfde geldt voor mij. Mijn werk is trouwens al geen pulp meer genoemd sinds The Fly, en die kwam uit 1984.” Hoe heet zijn werk dan, tegenwoordig? “Tegenwoordig heet het ‘postmodern’. Maar volgens mij ben ik al helemaal niet postmodern – en Burroughs trouwens ook niet. Ik doe iets met wat ik lees, ik voeg wat toe. Ik probeer inderdaad iets te zeggen met wat ik film.” Wat verstaat hij precies onder postmodern? “Quentin Tarantino, die is – misschien! – een postmodernist. Omdat hij zich niet laat inspireren door de realiteit, maar door oude films. Eigenlijk laat hij zich inspireren door de realiteit zoals die in oude films eruit ziet.” Maar wat is Cronenberg dan wel? “Ik vergelijk me met mijn filmhelden: Fellini, Antonioni, Bergman. Dat zijn mensen die me inspireerden. Ik zie mezelf als een modernist. Als je wilt weten wat dat is, dan moeten we het eerst hebben over wat moderne kunst is. En daar hebben we denk ik geen tijd meer voor.”