Steracteur zonder faam
.
Schijnwerpers
Bale is inmiddels net 30, maar heeft al een imposant aantal samenwerkingen op zijn naam staan. Hij werd geregisseerd door iconen van de onafhankelijke film: Kenneth Branagh, Jane Campion, Christopher Nolan, Todd Haynes, maar ook door de grotere namen: Spielberg, Terrence Malick en, binnenkort, Werner Herzog. De oorzaak van zijn relatieve onbekendheid ligt wellicht juist ook in zijn carrièrekeuzes: als de hoofdrol van een project hem niet zint, geeft hij de voorkeur aan een bijrol in een minder prestigieuze film. Bovendien heeft de acteur geen last van sterallures. Zoals wel meer Britten staat hij niet graag in de schijnwerpers: hij houdt niet van interviews en is bijzonder terughoudend over zijn privéleven. Tenslotte verkiest hij een langdurig huwelijk boven wisselende relaties in Hollywoodstijl. Die bescheidenheid en warsheid van elke koketterie zorgen ervoor dat Bale redelijk onopgemerkt zijn oeuvre kan blijven uitbreiden.
Oscar
Als je de pers mag geloven, kent Bale’s carrière drie pieken: zijn hoofdrol in Spielbergs Empire of the Sun (1987), de titelrol in de controversiële verfilming van American Psycho (2000) en de laatste incarnatie van Batman in Batman Begins. Hij speelt echter al bijna twee decennia lang bijna onopgemerkt in een constante reeks topproducties. Meestal in uitstekende bijrollen, zoals bijvoorbeeld als Hamlet in Prince of Jutland (1994), of de
verslaggever die zijn biseksuele idool (Ewan McGregor) onderzoekt in Velvet Goldmine. Ook als hij een minder sympathiek karakter speelt fascineert hij:
in de Shaft-remake was hij als slechterik vermakelijker dan de titelheld zelf. Zo af en toe speelde hij een hoofdrol in kleinschaligere producties, bijvoorbeeld een pre-Jim Caviezel vertolking van Jezus in Mary, Mother of Jesus. Het is maar een greep uit een buitengewoon veelzijdige carrière, die wellicht pas door volgende generaties pas op waarde geschat zal worden.
Zijn allerbeste werk vind je op een geruisloos op dvd verschenen thriller en in een miskende literatuurverfilming. In All the Little Animals speelt hij een schuchtere, gehandicapte jongeman, die zijn boze stiefvader ontvlucht en in een bos door een zonderling (John Hurt) onder zijn hoede wordt genomen. Bale zet een indringend portret neer van een jongetje dat in het lichaam van een volwassene naderend onheil probeert af te wenden. Deze rol maakt van een bescheiden thriller een intrigerende film. In 2000 speelde hij de rol van zijn leven, toen hij na jaren van uitstel de hoofdrol op zich nam in de bij voorbaat al controversiële verfilming van Bret Easton Ellis’ American Psycho. Zijn sardonische vertolking van Patrick Bateman, de man die gevoelloos de meest gruwelijke moorden pleegt, is een acteerprestatie die hem in een minder conservatief klimaat een Oscar opgeleverd had. Zelfs de meest sceptische critici hadden lof voor zijn rol, maar dat veranderde niets aan zijn relatief anonieme status.
Zelfvertrouwen
Na die film beging hij wellicht de enige misstappen die zijn carrière tot nu toe kent: hij verzorgde een paar minderwaardige bijrollen en speelde in mislukte, peperdure Hollywoodproducties als Captain Corelli’s Mandoline en Laurel Canyon. Het science-fiction debacle Equilibrium geldt als voorlopig dieptepunt, maar ook in die film speelt hij capabel. Bale neemt iedere rol uiterst serieus en blaakt altijd van het zelfvertrouwen, wat bijvoorbeeld de amusante drakenfilm Reign of Fire een zekere meerwaarde gaf. Met zijn meest opmerkelijke rol tot nu toe, de uitgemergelde fabrieksarbeider in The Machinist, lijkt hij zijn weg weer gevonden te hebben: na Christopher Nolans herinterpretatie van Batman zal hij te zien zijn in Herzogs nieuwste film en Malicks veelbelovende Pocahontas-epos The New World.