Filmauteur of broodschrijver?
De Filmfreak bracht onlangs een fraaie dvd-set uit met de drie films die Anders Thomas Jensen (1972) regisseerde. Dat Jensen (vooral als scenarist) zijn steentje heeft bijgedragen aan het fenomenale succes van de moderne Deense cinema is een understatement. In 1998 zorgde hij met de korte film Election Night voor de eerste Deense Oscar sinds tien jaar, en sinds 2002 is er zelden een jaar geweest waarin er minder dan twee films van zijn hand tot de tien best bezochte van Denemarken behoorden. Een behoorlijk aantal daarvan werd een filmhuishit in Nederland.
Jensens entree in de filmindustrie verliep echter niet op rolletjes. De toegang tot de Kopenhaagse Filmacademie, de gangbare weg naar succes in de Deense filmindustrie, werd hem tot twee keer toe geweigerd. Na de tweede afwijzing besloot hij op eigen houtje scenario’s te schrijven en rond te sturen; al in 1995 werd zijn script voor de pulpfilm Operation Cobra verfilmd door Lasse Spang Olsen, voor wie hij later grote succesfilms zou schrijven. Samen met een kameraad maakte hij in 1997 Ernst og lyset (‘Ernst en het licht’), een korte film over de terugkeer van Jezus, die een lift krijgt van een yup. Deze werd voor een Oscar genomineerd, net als zijn volgende twee korte films, Wolfgang en Election Night, waarvan de laatste won. Na dit schot in de roos volgde het succes van de mede door Jensen gepende Dogme-film Mifune en de misdaadkomedie In China They Eat Dogs (beide 1999), en sindsdien is Jensens positie als voornaamste Deense scenarist onveranderd. Hij produceert nog steeds zo’n drie scenario’s per jaar, die in de regel tot commerciëel zeer succesvolle bioscoopfilms gemaakt worden.
Mensenvlees
Green Butchers: mensenvlees |
Maar Jensen heeft het niet alleen door middel van vastberadenheid en hard werken zo ver kunnen schoppen. Wat hem ook groot maakte is goed getimede provocatie: hij was in Denemarken waarschijnlijk de eerste die in navolging van Tarantino grove taal, galgenhumor en ironisch geweld in zijn scenario’s en films verwerkte. Vlotte ironie bepaalde al de toon van zijn korte films, maar in een film als In China They Eat Dogs is de ironisering van ongekend harde actie en wreed geweld allesoverheersend. Deze tactiek is ook de spil van Jensens regiedebuut van speelfilmlengte: Flickering Lights (2000), een gewelddadige variant op de typische Deense ‘volkskomedie’, de brave, oubollige humor die decennialang het bioscoopbeeld van Denemarken bepaalde. Jensen gebruikt de structuur en context van zo’n film, maar voegt daar precies datgene aan toe wat aan de oppervlakte van Tarantino’s films ligt. Met enkele essentiële verschillen: Jensen presenteert zijn verhaal in een sterk sprookjesachtige sfeer, en raakt aan thema’s als jeugdtrama’s en verbroedering.
Diezelfde elementen treffen we in Jensens andere films aan. Ook The Green Butchers (2003), over twee onbenullige slagers die overgaan tot het verwerken van mensenvlees, en Adam’s Apples (2005), waarin een neonazi alles op alles zet om een pastoor van zijn geloof af te brengen: wrede satires, opnieuw als parabels gebracht. De sprookjessfeer trekt ook deze toch al zo ongeloofwaardige vertellingen nog verder weg van de realiteit. Continuiteit, logica en karakterising wankelen vaak in zijn films, wat het gebrek aan inhoud bevestigt. Jensen zet driemaal een aparte werkelijkheid neer, waarin de plot als uitgesponnen grap dient, en de karakters niet meer dan constructies zijn die in dienst staan van de wrede lading van die grap. De films zijn zo bijna hermetisch, druipend van inktzwarte ironie en gespeend van menselijkheid.
Pretenties
In China They Eat Dogs: succesvol |
Jensen regisseerde slechts deze drie films; de rest van zijn scenario’s is door anderen verfilmd. Niemand gaat naar de bioscoop omdat hij een liefhebber van een bepaalde scenarist is, en Jensens succes als schrijver komt dan ook ergens anders vandaan. Denen bezoeken uitzonderlijk vaak films van eigen bodem, Jensen werkt sinds zijn Oscar bijna altijd samen met topregisseurs, en in de producties spelen altijd sterren. Hij is bovendien niet de enige veelschrijver: Kim Fupz Aakeson heeft de laatste jaren ook een groot aandeel gehad in de reeks Deense filmhits. Toch is Jensens positie opmerkelijk: in tegenstelling tot de oudere Aakeson, een auteur en opgeleid scriptschrijver, is hij namelijk een jonge autodidact. En waar Aakeson zich vooral specialiseert in huiselijke drama’s, levert Jensen naast platte pulp ook melodrama (Open Hearts, Brothers) en horror (Murk, 2005), en verraadt hij hier en daar – zoals in de Shakespeariaanse Dogmefilm The King is Alive (2000)- zelfs intellectuele pretenties.
Old Men in New Cars: in Nederland herverfilmd als Vet Hard |
Maar is dit de veelzijdigheid van een filmauteur of het gebrek aan visie van een broodschrijver? De kwaliteiten van veel van zijn scenario’s daargelaten, is dat laatste waarschijnlijk juister. Films die in de handen vielen van mindere regisseurs, meestal komedies, waren namelijk waardeloos (The Sun King, 2005) en/of flopten genadeloos (Grev Axel, 2001). Sommige kregen door solide werk van de regisseur of de acteurs niet altijd terecht de indruk van diepgang (The King is Alive, Wilbur Wants to Kill Himself en Brothers, waarvoor Jensen in een befaamd artikel van Lars von Trier al eens een veeg uit de pan kreeg). In andere films (Old Men in New Cars, hier herverfilmd als Vet hard) is het weer de voortdurende neiging naar de platte ironisering van geweld en terloopse mysoginie die ze ervan weerhoudt meer te worden dan kinderachtige pulp. Kenmerken die je ook in Jensens eigen films terugvindt, maar in stijl en sfeer zijn die echter het meest eigenzinnig, en het zijn deze drie films die sporen van een ‘bijzondere’ filmmaker suggereren. Het feit dat hij dit jaar alweer een inhoudsloze bioscoophit op zijn naam heeft staan, Thomas Villum Jensens satire Clashing Egos (vertoond op het laatste IFFR), doet in ieder geval vermoeden dat hij zijn tactiek voorlopig niet zal hoeven wijzigen.
De collectie van De Filmfreak bevat naast Jensens drie speelfilms alleen de korte film Election Night. In China They Eat Dogs, Old Men in New Cars, Wilbur Wants to Kill Himself en Open Hearts verschenen op dvd bij A-Film, bij wie Brothers onlangs als onderdeel van de box ‘Cinema Scandinavia II’ uitkwam. Clashing Egos is door dezelfde distributeur aangekocht maar wacht nog op uitbreng. Alle overige films zijn op import-dvd verkrijgbaar.