Het nut en nadeel van vertalingen
Wat is een goede vertaling? Waarom wordt er eigenlijk vertaald? Is een vertaling slechter dan het origineel? Of juist beter? Deze en andere vragen zullen aan de orde komen in deze serie over vertalingen. 8WEEKLY hoopt hiermee een licht te kunnen werpen op het belang van vertalingen uit en naar het Nederlands. In deze tweede aflevering een onderzoek naar de vaak lage kwaliteit van ondertiteling.
“I know I sound like a broken record“, zegt Lorelai in Gilmore Girls. “Ik verbreek mijn record”, maakt de ondertitelaar ervan. Slechte ondertiteling is een bron van vermaak én van ergernis voor de kijker. De wildgroei aan goedkope vertaalbureaus en amateuristische freelancers die via het internet hun diensten aanbieden, maakt het lastig voor de professionele ondertitelaars om kwaliteit te leveren. Een goede ondertitel levert immers geen cent meer op dan een slechte. Misschien wordt het tijd dat de kijker van zich laat horen.
Arme ondertitelaar. Bestaat er een ondankbaarder beroep? Een ondertitelaar is pas goed in zijn vak als hij onzichtbaar is. Of zoals Kamiel van der Ster van distributeur De Filmfreak zegt: “Een ondertiteling is niet goed, zodra er wat dan ook aan opvalt. Niet te casual, niet te formeel, niet te inventief. Onopvallend.”
Eén aflevering per dag
Maar ook De Filmfreak maakt gebruik van zwakke ondertitels. Het lijkt bovendien een makkelijk advies. Waarom worden er dan toch hele verjaardagsfeesten gevuld met voorbeelden van hoe het mis kan gaan? Sommige ondertitelaars zijn misschien gewoon niet zo goed. Anderen zouden beter kunnen, als ze meer tijd kregen. Buitenstaanders lijken niet altijd te begrijpen hoeveel werk het is om een goede ondertiteling te leveren. Bianca Franken van Hoek en Sonépouse Ondertiteling: “Mensen vragen me regelmatig hoeveel films ik nou per dag doe.” In werkelijkheid ondertitelt ze ongeveer één aflevering van een televisieserie van 25 minuten per dag.
Journaliste en schrijfster Maartje Duin geeft het dilemma in Je komt niet weg uit Hollywood (Amsterdam: Podium, cop. 2004) in een notendop weer: “Het werd me al snel duidelijk dat dit geen baantje was waarbij je je taalgevoel moest willen gebruiken. Dat zat je eerder in de weg, want je moest onder grote tijdsdruk een acceptabele vertaling leveren of controleren. Ik wilde een liedje van Daffy Duck met rijm en ritme vertalen en uitgebreid zoeken naar manieren om woordgrapjes tot hun recht te laten komen. Maar dat mocht dus niet. Ik begreep ook opeens waarom in films vaak ‘Ik sloeg hem dood’ werd gebruikt, waar ‘Ik heb hem doodgeslagen’ passender was. Dat had te maken het aantal tekens in een ondertitel, de tijd dat de ondertitel in beeld was en de leessnelheid van de gemiddelde kijker.”
Slechte concurrentiepositie
Star Trek VI: The Undiscovered Country (Paramount) |
Sinds de commercialisering van de Nederlandse televisie in gang is gezet, is er een enorme concurrentiestrijd gaande tussen vertaalbureaus. Wie kan het goedkoper, wie kan het sneller? Bartho Kriek schreef in 2001 het pamflet ‘Kijker, eischt betere ondertitels! Een pleidooi voor betere ondertiteling’ in de VPRO-gids. “Er zijn nog ouderwets goede ondertitelaars die bijna niet anders kunnen dan echte kwaliteit leveren, maar zij krijgen geen cent meer dan de middelmatige. Als ze zich beklagen, gebeurt het dat ze van de ondertitelbedrijven te horen krijgen: doe het maar wat minder perfect, de kijker ziet het verschil toch niet.”
Zes jaar later is Kriek gematigd optimistisch. Weliswaar is de concurrentiestrijd alleen maar feller geworden, onder andere omdat internationale bedrijven op het internet naar freelancers zoeken die onder de prijs zitten, maar hij ziet ook een nieuwe solidariteit onder ondertitelaars ontstaan. “De tarieven staan al jaren stil, terwijl we wel twee keer zo hard moeten werken. Ik verdien nog steeds 72 cent per titel, net als twintig jaar geleden. Filmproducenten steken ongelofelijk veel geld en moeite in een nieuwe release, maar ze bezuinigen op datgene dat de film uiteindelijk kan maken of breken.”
Forum
Het wordt tijd dat de filmmakers het belang van goede ondertitels inzien. Volgens Kriek begint de strijd voor kwaliteit met bewustzijn bij de producenten en dus met een beter salaris. “Ik heb een besloten forum voor professionele freelance ondertitelaars opgericht. Daar bespreken we hoe we onze onderhandelingspositie kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door in de toekomst weer afgevaardigden naar filmbedrijven te sturen. Ook denken we aan een keurmerk voor dvd-ondertiteling.”
Bianca Franken en Michael Jas zijn bij Hoek en Sonépouse Ondertiteling verzekerd van een vast salaris. Desondanks maken ook zij zich zorgen over de slechte positie van de ondertitelaars. “Hoek en Sonépouse is een geoliede machine. De omroepen weten ook wel dat wij meer kwaliteit te bieden hebben dan een willekeurig ondertitelbedrijf. Toch deinzen ze er niet voor terug om te laten weten dat andere ondertitelaars het net wat goedkoper doen. Zelfs al staan wij relatief sterk, toch kunnen we onze nek niet te ver uitsteken. De opdrachtgevers zouden eens moeten onderkennen dat wij geen sluitpost zijn!”
Veel goede, hoogopgeleide ondertitelaars zijn er vanwege het slechte salaris mee opgehouden. Toch geloven Bianca en Michael minder in een verbond tussen de ondertitelaars dan Kriek. Michael: “Het is een kleine sector. Als er één uit de boot valt, valt het hele schip uit elkaar. We zitten in een vreemde situatie omdat we enerzijds collega’s, maar vooral ook concurrenten zijn.”
Tijd voor actie
The Bourne Identity (Universal)) |
Is het waar dat de kijker het verschil toch niet ziet? Afgaande op de snoeverijen op verjaardagsfeestjes zou je zeggen van niet. Waarom wordt er dan van de kant van de kijkers geen actie ondernomen? Omdat we stiekem best wel trots zijn als we het beter weten dan de ondertitelaar? Of omdat we denken dat het toch geen zin heeft?
Misschien moeten we niet wachten tot de ondertitelaars zich verenigd hebben. Tenslotte is een salarisverhoging, hoewel wel degelijk belangrijk, niet de enige motivatie die gewicht in de schaal legt. Bij de filmdistributeurs hoeven we ook niet aan te kloppen. Een kleine rondgang leert dat ze allemaal vinden dat de algemene kwaliteit soms te wensen overlaat, maar dat zijzelf alleen met de allerbeste ondertitelaars werken.
Kijkers de barricade op
De doven- en slechthorendenlobby heeft het voor elkaar gekregen dat veel meer Nederlandse films ondertiteld worden dan voorheen. Ook strijden zij voor betere ondertitels onder buitenlandse films, en met succes. Hun eisen zijn weliswaar niet helemaal gelijk aan die van horenden, maar het succes van de lobby laat zien dat kijkers wel degelijk wat in de melk te brokkelen hebben. Ook de toenemende aandacht van de media voor de afname van de ondertitelkwaliteit laat de industrie niet onberoerd. Michael Jas: “Ik spreek nu op persoonlijke titel hoor, maar ik zou het fijn vinden als mensen eerder in de pen klimmen. Als de kijkers laten weten dat ze slechte ondertitelingen niet pikken, zijn ze daar bij de omroepen gevoelig voor. Die druk zou fijn zijn.”
Wat Bartho Kriek zeven jaar geleden schreef, geldt nog steeds: Kijkers, eischt betere ondertitels! Als er in Sisters wordt gezegd: “Hard to believe a rib joint moving in here” en de ondertitelaar maakt ervan: “Onvoorstelbaar dat hier straks botten liggen”, terwijl de juiste vertaling toch overduidelijk moet zijn “Ongelofelijk dat hier een spare-ribrestaurant komt”, dan moeten wij kijkers toch massaal de barricade op?
Op de website van Bartho Kriek staat een hilarische lijst met ‘instinkers en blunders’. Wie na het lezen daarvan niet ontmoedigd is om als ondertitelaar aan de slag te gaan, kan bij Kriek een online ondertitelcursus volgen. Zie voor meer informatie: www.barthokriek.nl en www.subtitlingworldwide.com.
Ook in deze serie: 1. Coetzee in het Nederlands | 3. Tweemaal Rimbaud: vertaalpraktijk | 4. Tweemaal Rimbaud: opvattingen