Design aan boord
In drie dagen toont designbeurs OBJECT Rotterdam de fine fleur van de Nederlandse ontwerpklasse. Op het majestueuze cruiseschip SS Rotterdam is het alle hens aan dek, maar ook een zoektocht naar overtuigende kwaliteit en naar de altijd noodzakelijke en aangename verrassing.
Directeur en curator Anne van der Zwaag brengt meer dan 75 presentaties bijeen op de verschillende dekken van het voormalige HAL-vlaggenschip. Jonge ontwerpers tussen gevestigde namen, bekende labels afgewisseld met aanstormend talent. Er wordt veel ambachtelijkheid getoond; makers die hun creatieve inzicht kracht bijzetten door met een grote dosis (materiaal)kennis hun ontwerpen te realiseren.
De atmosfeer draagt daaraan bij: tijdens de route door het schip staat de kijker oog in oog met hedendaags design tegen een achtergrond die een breed spectrum aan ouderwetse nautische nijverheid laat zien. De aandacht voor uiterlijkheid, en in mindere mate voor functionaliteit, komt in beide werelden naar voren.
Stoelbeleving
In de La Fontaine-zaal zijn de robuuste banken van GjaltProducties de grootste blikvangers. De iconische status van deze zitmeubels uit de New Yorkse metrostations heeft de Nederlandse producent doen besluiten ze opnieuw uit te brengen. De stevige constructie en basale uitvoering zorgen voor een indruk die degelijk en lichtvoetig tegelijk is. Maar waar plaats je dit apparaat en hoe krijgt het een nieuwe functie? De moderne kantoorinrichting kan er wellicht haar voordeel mee doen.
Ook centraal in deze ruimte hangen de lampen van Marc de Groot. De uit facetten opgebouwde structuren vormen een geometrisch geheel waarbij het licht subtiel door de naden schijnt. Een effectieve benadrukking van een bijzondere constructie, wonderschoon uitgevoerd in aluminium of brons plaatwerk.
In het kleine binnenzwembad, ooit ontworpen door de Rotterdamse architect Maaskant, is een ruimtelijke presentatie van het designagentschap Tuttobene te zien. De sfeer is bijzonder: het groenblauwe tegelwerk als omgeving voor de strakke meubelobjecten werkt zowel bevreemdend als intiem. De kleedhokjes en massagekamer vormen – alsof ze kort geleden verlaten zijn – een wat sinister decor in deze ‘ontspanningsruimte’.
Een stukje dieper in de buik van het schip zijn de enorme machinekamers ingericht als kruip-door-sluip-door tentoonstellingsruimten. De Utrechtse gallery Workshop of Wonders heeft hier honderd stoelen bijeengebracht, die tezamen ‘100 jaar Nederlands stoelontwerp’ representeren. Van Gerrit Rietvelds rood-blauwe stoel uit 1917 tot de meest actuele ontwerpen, alles staat uitgestald tussen de ketels en zware generatoren. Dit gaat meer om de beleving van het geheel dan om een nauwkeurig overzicht van de getoonde stoelen, maar het dramatische effect is er niet minder om.
Koffiebouwstenen
Op het bovenliggende dek is de Queens Lounge gevuld met veel designproducenten, maar er zijn slechts enkele uitschieters die de aandacht trekken. De intrigerende textielcollectie Fungy! van Roos Soetekouw laat zien hoe vorm en inhoud een doeltreffende samensmelting ondergaan. Microscopische schimmels, in hoge kwaliteit overgebracht op placemats, tafelkleden en servetten, vormen een boeiende entourage om een maaltijd aan te kleden.
Nog een opvallende aanwezige: Functionals met de Miller stoelencollectie van ontwerper Serener. De perfect uitgevoerde stoel (er is een hoge en een lage variant) is een genot voor het oog én voor de vermoeide billen. Het massief stalen framewerk en solide zit- en rugvlakken – van dik leer van Zuid-Duitse koeien – suggereren een grove aanpak, maar de details in de afwerking tonen pure eenvoud en zorgvuldig vakmanschap. ‘Wij doen niet aan trends’, zegt Functionals-voorman Simon van Esch, en dat is te zien aan deze ontwerpen: bijna opgaand in de omgeving en toch opvallend op de voorgrond.
De rondgang op het promenadedek toont een wirwar aan ontwerpers en hun producten. De ruimte is smal, de akoestiek is slecht en de stroom aan bezoekers worstelt zich langs de diverse uitstallingen. En struikelt bijna over Mayra Sérgio die op de grond, met een handpers, bouwstenen produceert uit gemalen koffie. Op een kaartje spreekt de onderbouwende tekst van ‘een performance als onderzoek naar afkomst en een gevoel van thuis’. Dat klinkt bijna als een Douwe Egberts-reklame, terwijl de berg gemalen koffie in de hoek langzaam transformeert tot een stapel broze bakstenen. En niemand die zich geroepen voelt een vraagteken te zetten bij de voedselverspilling die hier gepresenteerd wordt.
Wapenarsenaal
Dan toch nog een paar verrassingen. De fragiele kubussculpturen van Anne Rose Regenboog springen nauwelijks in het oog, maar een witte wand volgehangen met deze objecten vormt een geweldig kijkavontuur. Het lijnenspel van de uit dunne staafjes opgebouwde kubussen verandert voortdurend van vorm en ritme. Erlangs lopen levert een beweging van wijkende en naar voren springende vlakken op, telkens weer anders en opnieuw. Een muur met deze ornamenten in de huiskamer en de tv kan definitief de deur uit!
Aan het einde van de omloop wordt het klapstuk gepresenteerd: de bommen en granaten van Hannah van Lutterveld onder de noemer ‘Cuddly toys of mass destruction’. Uitgevoerd in zachte wol en in de juiste kleuren zet de ontwerper een compleet wapenarsenaal neer, bestaande uit raketten, kleine granaten, clusterbommen (met inhoud), chemische bommen en mortiergranaten. Alle wapens zijn exact gereproduceerd – zelfs de Hiroshima-atoombom Little Boy – en voorzien van een label met (soort)naam. De warme uitstraling van deze vernietigende objecten, de tegenstelling tussen extreem geweld en een vertederende knuffelfactor, is met recht ontwapenend te noemen. Dit is design op z’n best: een sterk concept, een brede zwaai realiteit vermengd met een flinke scheut verbeelding, perfect gemaakt en geconcentreerd doorgevoerd. Maar het is vooral de humor en de ironie die het vaak iets te serieuze designlandschap met de broodnodige glimlach weet op te fleuren.