Boeken / Achtergrond
special: Stephen Fry in Borderkitchen

Een beroemdheid leren kennen

.

Stephen Fry (foto: Maurice Haak, Haags Uitburo)

Stephen Fry (foto: Maurice Haak, Haags Uitburo)

De acteur en schrijver houdt zich met allerlei zaken bezig: taal, Wagner, bipolariteit, uitstervende diersoorten. Een zo veelzijdig karakter maakt nieuwsgierig naar de mens achter zijn werk. Zijn autobiografie geeft een blik in Fry’s hersenen, maar lijkt ook vaak een spelletje te spelen met de lezer. The Fry Chronicles staat vol met bespiegelingen op zijn verlammende onzekerheid en ongeluk. Maar zoals hij vanavond achter zijn spreekstoel staat, oogt hij toch bijzonder tevreden met alle aandacht en applaus. 

Fry bespeelt zijn publiek met verve. Hoewel hij aardig de weg weet in het Nederlands, prijst hij zich ook gelukkig dat de Hollanders (‘want waarom zouden jullie de voorkeur geven aan een titel als onderlanders?’) de Engelse taal zo machtig zijn. Bovendien zijn Nederlanders zulke vrije geesten. ‘In de twintigste eeuw werd Nederland het symbool voor iets anders, in het bijzonder voor mensen zoals ik, die homo zijn. Het was een baken van licht in de wereld, van tolerantie en gelijkheid. Maar zoals jullie je allemaal wel bewust zijn, is niets permanent. Er is altijd dreiging.’

Ik weet niet waarom, maar ik moet


Voordat het te politiek wordt, keert hij terug naar het onderwerp. Althans, dat probeert hij. ‘Maar ik ben hier om over mijn boek te vertellen. Iedereen moet wel eens overwegen hoe zijn levensverhaal eruitziet: is het normaal, is het bijzonder – of is het normale nu juist het bijzondere? Het is zowel het arrogante privilege als de zware plicht van de kunstenaar om zijn leven openbaar te maken, om te geloven dat zijn leven anderen iets kan leren over de wereld in het algemeen.’

‘De vraag is: wat is een schrijver? Het is nu makkelijker dan ooit om een schrijver te zijn, maar de vraag is; wanneer ben je het?’ Fry refereert aan een scène uit de film The Red Shoes, waarin het meisje met tranen in haar ogen antwoordt: ‘Ik wil geen danser zijn, ik ben een danser. Ik kan niets anders dan dansen.’ Hij relateert dit aan het citaat van Thomas Mann dat hij (voor de kenners) in zijn interview met Lady Gaga ook al aanhaalde: ‘A writer is a person for whom writing is more difficult than it is for other people.

Een beetje eenzijdig

Stephen Fry en Arjan Visser (foto: Maurice Haak, Haags Uitburo)

Stephen Fry en Arjan Visser (foto: Maurice Haak, Haags Uitburo)

Deze herhaling van ‘kunstzinnige’ citaten, van lievelingsanekdoten die het goed doen bij publiek, blijkt al snel de crux van Fry’s performance te zijn. Dat wordt lastig in het interview. Arjan Visser heeft zich goed ingelezen. ‘Als jouw leven een dag zou zijn, en we die dag bezien vanuit de maaltijden, dan is het ontbijt je jeugd, toch?’ Hij zet een pak SugarPuffs op tafel, wat op een uitgebreide uiteenzetting over verslavingen kan rekenen. Fry vertelt genoeglijk de anekdoten die velen al in zijn boek gelezen hebben. Hij relateert zijn haat voor warme melk aan Jean Cocteaus talent om mentaal tot ejaculatie te komen (Fry hoeft maar aan warme melk te denken en hij geeft over) en begint over de kostschool waar hij als jongen heen werd gestuurd als Visser hem onderbreekt: ‘Zou je het erg vinden als ik nog een vraag stel?’

‘Hoe kan het dat je toch je verslavingen overwonnen hebt?’ vraagt Visser.
Fry antwoordt dat het met trots te maken heeft. ‘Laat ik iets lezen om het te verduidelijken! Dat hoort toch bij dit soort dingen.’
‘Natuurlijk, we hebben alle tijd.’
Fry scrollt met zijn vinger over het glanzende scherm het boek door. ‘Oh kijk, deze foto! Dat was ik helemaal vergeten!’
‘Weet je, Stephen, dat ik wel €400 betaald krijg voor dit interview?’ vraagt Visser half geërgerd, half verbaasd.
‘Oh, goed, goed…’ antwoordt Fry afwezig, ‘maar deze foto, kijk!’

Een zorgvuldige performance


Fry lijkt nooit werkelijk te antwoorden. Hij pareert de vragen met goede verhalen, sterke grappen en een dosis charisma. De avond benadrukt nog maar wat hij zelf schrijft in zijn autobiografie: ‘No matter how confident we may appear to others, inside we are all sobbing, scared and uncertain for much of the time. Or perhaps it’s just me.’ Zijn ogenschijnlijke zelfverzekerdheid is een erg zorgvuldige constructie die geen ruimte laat voor improvisatie. Hij neemt niet de moeite om een paar seconden te zwijgen en na te denken, maar is constant bezig met de performance van Stephen Fry, waarvan hij de tekst ogenschijnlijk, als goede acteur, uit zijn hoofd kent.

De avond laat een wat ongemakkelijke indruk achter. Aan de ene kant oogt Fry intelligent, vriendelijk, charmant en betrokken, aan de andere kant is hij duidelijk niet bereid om van zijn script af te wijken en eerlijk antwoord te geven op de vragen. Elke autobiografie rust op de vragen: wie ben ik en waarom doe ik wat ik doe? Zo eerlijk als Fry die vragen in zijn boek beantwoordt, zo geforceerd ontwijkt hij ze in de volle zaal van het theater. Maar ook door die performance te begrijpen, hebben we Stephen Fry weer iets beter leren kennen.

Luister naar de geluidsopnamen van Marco Raaphorst: de lezing van Stephen Fry en het interview door Arjan Visser.