Huishoudbeurs voor wie wel eens een boek openslaat
.
De dag begint met de bekendmaking van de genomineerden van de NS Publieksprijs. Zes schrijvers glimmen van trots en zweet als hun namen worden opgelezen. Net als ieder jaar is de lijst met genomineerden ook nu weer een ratjetoe van nieuwe romans, oudere romans, non–fictiewerk en een thrillertje of twee. Eén ding hebben de boeken in elk geval gemeenschappelijk: aan aandacht hadden ze sowieso al geen gebrek.
Terwijl de leden van de NS–kernjury de tasjes met de genomineerde boeken gaan ophalen, is overal om ons heen het boekenseizoen begonnen. De keuze is reuze en alleen om 12.15 uur beginnen er al drie veelbelovende voorstellingen die je eigenlijk niet wilt missen: ‘Ontsnapt aan de schoonfamilie’, ‘Gevaarlijke vrouwen’ en ‘Midden in de probleemwijk’. Dat zal wel storm lopen.In het grootste gebouw van het complex staan tientallen uitgevers in een bloedhete hinderlaag, klaar om de nietsvermoedende bezoeker een gratis goodiebag in de hand te drukken. Na een halve ronde door het gebouw is de oogst: een plastic tasje met folders én t-shirt van Nieuw Amsterdam, een Fokke en Sukke–NRC, een Vrij Nederland (op het nippertje ontsnapt aan een jaarabonnement), een Poema pocket en een literair tijdschrift, getiteld De Brakke Hond. Verschijningsdatum: najaar 2007.
Wil je misschien iets gratis?
Even verderop staat John Schoorl, Volkskrantjournalist, op een podium. Hij draagt iets voor. Dit moet het programmaonderdeel ‘Poëzie voor sceptici’ zijn. Optreden in de Gashouder – temidden van pennen, folders en onleesbare voorpublicaties weggevende uitgeverijen – moet geen pretje zijn. Wie er de rest van de dag ook op het podium van de Gashouder komt te staan, hij of zij zal het moeten doen met een klein gehoor.
De hitte in de Gashouder wordt bijna tastbaar, evenals de inmiddels in iedere aanwezige aangewakkerde hebberigheid. Iets te lang rondhangen bij de stand van Uitgeverij Podium maakt je al snel verdacht: ‘Kan ik je helpen? Nee? Wil je misschien iets gratis?’
In het eveneens op het complex gesitueerde filmhuis Het Ketelhuis worden sneak previews van boekverfilmingen vertoond. Ook daar komen de boekenliefhebbers in drommen op af. Het leven uit een dag, De helaasheid der dingen; literatuur op het witte doek scoort, zeker bij de met de steeds vollere tassen sjouwende intellectuelen op het Westergasfabriekterrein.
Opeens komen overal kinderen vandaan. Met of zonder ouders, in groepjes of alleen; ze sprinten allemaal in de richting van het Transformatorhuis. Daar staat om 14.00 uur ‘Dubbel goed nieuws voor de fans van ‘Overleven” op het programma. Francine Oomen loopt als een moderne Rattenvanger van Hamelen voorop, het Jeugdjournaal maakt er opnamen van en de sfeer is te vergelijken met de intocht van Sinterklaas. Na de presentatie van Oomens nieuwste boek vormt zich een rij voor de signerende auteur die de rest van de dag zal blijven staan.
Muffin happen
Nog wat slap in de benen arriveren we bij Herman Brusselmans. De Belg wordt geïnterviewd door Volkskrant-journalist Arjan Peters en daar komen meer mensen op af dan er in het zaaltje passen. Het gesprek is minder absurd van toon dan we van Brusselmans gewoon zijn, maar toch volgt er op ieder antwoord van de schrijver, die volgende week met zijn 52e roman op de proppen komt, een collectieve schaterbui van het publiek. Men heeft zich voorgenomen om te gieren en dan zál men ook gieren. Ook Peters gniffelt soms al bij voorbaat om de antwoorden van de langharige ex-drummer, zelfs als er een min of meer serieus bedoelde bespiegeling volgt over de ledigheid van het moderne leven en hoe Brusselmans’ romans daarop inspelen. Toch kan de Vlaming het niet laten om zijn publiek af en toe op een paar oneliners te trakteren:
‘Neem zo’n roman als die van Robert Vuijsje’, mompelt Brusselmans. ‘Wordt nauwelijks verkocht, tot er op een dag iemand zegt: het is een racistisch boek. Pas daarna gaat het lopen. Terwijl ik al vijftien jaar racistische praat verkoop.’
Gelach.
‘Niet dat ik zelf racist ben, hoor. Ik heb een hekel aan racisten, vooral aan zwarte racisten.’
Hysterisch gelach.
Moe
Na Brusselmans is het tijd voor de tweede boekpresentatie van de dag. Het boek met de onuitspreekbare titel en de onvoorstelbare hype vooraf wordt om 17.15 uur ten doop gehouden. 8weekly staat niet op de gastenlijst, maar mag er toch in. Ivo Victoria, een kleine man in een zwart pak, straalt op het podium als hij wordt toegesproken door zijn redactrice en zijn vriend en collega Walter van den Berg. Vooraan zit Paul Sebes, literair agent en specialist in literaire ontdekkingen. Het was zijn uitspraak die alle uitgevers wakker schudde, toen hij over de in Nederland wonende Belg Victoria zei: ‘Dit heb ik in mijn tienjarige carrière als agent nog nooit meegemaakt.’ Een zin die je – met mate – nog wel eens kunt recyclen. Succes verzekerd.
De eerste recensies zijn laaiend en de literaire wereld ligt vanmiddag even aan de voeten van Ivo Victoria. Vergeten zijn de optredens van A.F.Th., Nicci French, Thomas Rosenboom, Francine Oomen, Maarten van der Weijden, Annelies Verbeke en Manon Uphoff; hier is de nieuwe ster aan het literaire firmament. ’s Avonds twittert hij: ‘Moe. Moe. Moe.’
Op weg naar huis de oogst van een dag Manuscripta uitstallen in de trein. Ergens onderin de De Geus–goodiebag zit een folder van Amsterdam University Press. Nu al het hoogtepunt van het nieuwe boekenseizoen: Vincent van Gogh – De brieven. Een cassette met zes delen. 2250 pagina’s. Meer dan negenhonderd brieven. 12,5 kilo. Slechts 325 euro. Dat is 32 kaartjes voor Manuscripta. Het is misschien geen Oomen of Brusselmans, maar desalniettemin iets om naar uit te kijken.