Boeken / Achtergrond
special: Interview met Jonas Gardell

‘We raakten eraan gewend zo behandeld te worden’

Het leven van auteur, scenarioschrijver en komiek Jonas Gardell bevindt zich in een stroomversnelling. Zijn trilogie Een verhaal van liefde, ziekte en dood is in zijn thuisland Zweden zo’n succes dat Gardell er de ene na de andere prijs voor in ontvangst neemt. Zo is hij onder andere uitgeroepen tot Zweed, Stockholmer én Homo van het jaar. Ook de tv-serie die naar aanleiding van de boeken werd gemaakt is erg populair. Wat is het geheim achter dit succes?

In Nederland verscheen onlangs De liefde, het eerste deel van de trilogie. De roman handelt over twee jonge mannen die elkaar in de jaren ’80 in Stockholm ontmoeten. Hoewel ze zielsgelukkig zijn met elkaar, wordt homoseksualiteit nog maar met mondjesmaat geaccepteerd door hun omgeving. Als klap op de vuurpeil ontstaan er ook nog eens geruchten over een pijnlijke en dodelijke ziekte die vooral homo’s lijkt te treffen.

Jonas Gardell, u heeft de jaren ’80 zelf als homoseksueel meegemaakt. Wat betekende deze tijd voor u?
Het is in 2013, in de tijd van Pride Parades en homohuwelijken, soms moeilijk voor te stellen hoe deze tijd eruit zag. Toen mijn eerste roman in 1985 verscheen, kreeg het van het grote Zweedse tijdschrift Expressen de kritiek dat de lezer overweldigd werd met afkeer en weerzinwekkendheid. En een man in een restaurant doofde eens een sigaret in mijn eten, nadat hij me had gevraagd hoe het voelde om AIDS te verspreiden. Ik at gewoon om de sigaret heen. Niemand vond deze dingen raar want dit was de natuurlijke manier waarop er met homoseksualiteit omgegaan werd. We raakten eraan gewend zo behandeld te worden en probeerden er niet op te reageren. Hier was veel moed voor nodig.

In het voorwoord schrijft u dat u de stilte wilde doorbreken. Wat bedoelt u hiermee? Wat is het dat u wilt bereiken met deze romans?
Zweden beschouwt zichzelf als een tolerant land. Maar alles in de romans is echt gebeurd. Geen wonder dus dat de boeken en de tv-serie als schokkend werden ervaren. Het was nodig om mensen wakker te schudden en de stilte te doorbreken. Veel vrienden van mij zijn doodgegaan. Ze zijn tijdens hun veel te korte leven herhaaldelijk tot schande gezet en zijn vervolgens een langzame en pijnlijke dood gestorven.

Ook in deze tijd is de emancipatie nog niet voltooid. Een 17-jarige jongen schreef me een brief waarin hij vertelde dat hij, na het lezen van de romans, moed had verzameld om uit de kast te komen. Hij werd direct op straat gezet met de boodschap dat hij nooit meer terug hoefde te komen. Zeker in religieuze gebieden is de strijd nog niet gestreden.

Hoe verklaart u zelf het succes van de boeken?
Het valt ten dele natuurlijk te verklaren door het feit dat ik al een bekende Zweed was. Hierdoor ontstond er al een hype voordat de boeken uitkwamen. Maar ik denk dat de boeken ook een eigen kracht bezitten. De personages wekken sympathie op. Ondanks dat deze boeken vol zitten met homo’s die seks hebben in pissoirs ga je toch van ze houden.

Zijn de personages eigenlijk op bestaande personen gebaseerd?
Nee, het zijn fictieve personages. Ik heb allemaal verhalen verzameld en hier een aantal personages omheen gecreëerd. Maar alles wat in de boeken staat is wel echt gebeurd. Neem bijvoorbeeld de foto van mij als 18-jarige op de cover. De armen om me heen zijn van een vriend van mij, Jussi. Hij zei altijd dat hij het Stockholmse park Trädgården zo’n mooie plek vond om te sterven. Drie maanden later hing hij zichzelf op in dit park.

En dit was niet ongebruikelijk. In een periode van drie maanden pleegden vier vrienden van me zelfmoord. Er waren zo veel begrafenissen, dat sommige vrienden zelfs een begrafeniskostuum op hun werk hadden hangen zodat ze niet iedere keer naar huis hoefden als ze weer eens een begrafenis hadden. Je krijgt er een vreemd perspectief op het leven van.

Heeft Aids ertoe geleid dat homo’s meer gediscrimineerd werden? Er was immers niets bekend over de ziekte en men nam enkel waar dat met name homo’s werden getroffen door de ziekte.

Ja, in het begin werd het ook wel een straf van God genoemd. Grote Zweedse tijdschriften omschreven de ziekte als de ‘faggot-plague’ en schreven dat homo’s die Aids verspreiden moordenaars zijn. Zelfs na hun dood werden homo’s vaak vernederd. Een vriendin van me had een vriend die overleed aan AIDS. Toen ze de moeder van haar vriend opbelde om te vragen waar hij begraven lag, kreeg ze te horen dat ze hem maar beter kon vergeten. Zelfs de moeder van deze jongen ontkende zijn bestaan. Ik hoop dat deze moeder mijn boeken kan lezen en eindelijk kan inzien dat haar zoon geen straf van God was en dat hij een beter leven had verdiend.

Hoe zat het eigenlijk met Amsterdam? Verschilde het leven in Stockholm erg van het leven in Amsterdam destijds?
Amsterdam was de homohoofdstad van Europa in de jaren ’80. Homo’s uit heel Europa kwamen naar deze stad om seks te hebbenEr waren veel gaybars en sauna’s die 24/7 geopend waren. Je hoefde er dus nooit weg. Er gingen dan misschien wel mensen dood in de jaren ’80, maar we wisten tenminste wel hoe we plezier moesten hebben!

Ik hoop dat iemand ook een boek schrijft over Amsterdam. Het was een hele liberale stad met veel seksuele vrijheid, maar daardoor moet het Aids-virus de stad ook hard getroffen hebben.

Hoe wordt er tegenwoordig met AIDS omgegaan? Anders dan in de jaren ’80 hebben we nu Aidsremmers, waardoor het geen dodelijke ziekte meer hoeft te zijn.

Er zit nog steeds een stigma op. Het is schaamtevol, want als je het krijgt heb je dit aan jezelf te wijten. Hierdoor zwijgen heel veel mensen erover. Vanwege de kans op discriminatie raden veel artsen AIDS-patiënten zelfs aan om te zwijgen over hun ziekte. Ik denk dat het belangrijk is dat we meer gaan praten over AIDS. Ik las laatst dat 38% van de Zweedse homo’s geen condoom gebruikt. Dat is werkelijk een onvoorstelbaar groot aantal voor iemand die de jaren ’80 heeft meegemaakt. Mensen moeten zich weer bewust worden van de risico’s. Dat Aids een jaren ’80-imago heeft, wil niet zeggen dat je het niet op kunt lopen van jonge mannen. Dit zijn juist de mensen die het hebben!

Ook in uw roman is de verstandhouding tussen de homo’s en hun families vaak niet zo goed. De meesten vertellen hun families niets over hun levensstijl in Stockholm.

Dat klopt. In het volgende deel komen de ouders nog meer aan bod. Het is belangrijk dat we hun positie ook leren te begrijpen. Het zijn goede mensen, daarom is het verraad dat ze plegen zo pijnlijk. In zekere zin was het makkelijker geweest als ik de ouders als disfunctionele figuren had neergezet. Maar dat zijn het niet en daardoor is alles heel tragisch.

Voor Benjamin zit niet alleen de afkeurende blik van zijn ouders in de weg, maar ook van hemzelf. Hij is Jehovagetuige en weet dat homoseksualiteit niet binnen zijn religie past. Hoe kan hij een keuze maken?

Benjamin probeert zijn homoseksuele gevoelens lange tijd te onderdrukken. Hij maakt lange wandelingen door Stockholm en ziet onderweg veel homo’s en uitgaansgelegenheden. Maar hij doet zelf nooit ergens aan mee. Dan stuit Benjamin per toeval op Paul, een homo die direct door hem heen prikt. Als Benjamin vervolgens Rasmus ontmoet, wordt alles glashelder. Hij besluit voor zijn gevoel te kiezen.

Waarom heeft u de boeken als een trilogie geschreven?
Ik vind dat de boeken episch moeten zijn. Mijn vrienden hebben zulke korte levens gehad en werden door iedereen ontkend. Ik wilde dat dit verhaal echt ruimte in de levens van mensen zou innemen. Ze moesten nu maar eens op hen wachten.

Dat is zeker gelukt volgens mij.
Absoluut. De reacties die ik krijg doen veel met me. Afgelopen najaar kreeg ik een brief van de toenmalige partner van een overleden vriend van mij. Hij scheef dat hij zich jarenlang zo heeft geschaamd dat hij niet kon rouwen. Maar door de boeken en de series lukte hem het wel. In november heeft hij eindelijk een rouwadvertentie in de krant gezet, waarin hij mij bedankte. Dit is heel belonend.