‘Ewert komt zeker terug’
Woensdagochtend. Een ontspannen sfeertje in de lobby van Hotel Ambassade aan de Herengracht in Amsterdam, het hotel waar uitgevers hun auteurs het liefst huisvesten. De pr-dames bladeren door de ochtendkranten, de zon schijnt door de ramen. Rust. In een hoekje staat een dikke kale man met een vriendelijk gezicht te praten met een jongeman met een baard. Een gesprek vol ö’s, Ø’s en å’s.
Ø’s en å’s. Samen zijn ze goed voor miljoenen verkochte boeken.
Als de man met de baard, bestsellerauteur Jens Lapidus, de gracht opwandelt, komt de dikke man met het vriendelijke gezicht met uitgestoken hand aangelopen.
‘I remember you.’
Het is onvoorstelbaar, maar het lijkt erop dat Börge Hellström zich écht nog kan herinneren hoe hij en co-auteur Anders Roslund precies een jaar geleden door 8WEEKLY op deze zelfde plek aan een vraaggesprek onderworpen werden.
Toen, in juni 2009, waren de Zweedse thrillerauteurs in Hotel Ambassade, ook toen waren zij de avond tevoren te gast geweest op het jaarlijkse thrillerfeestje van de CPNB, de Power of Plots. En ook toen was een boek dat gepromoot moest worden. Of eigenlijk twee.
‘In die week, terwijl we hier waren om te praten over Het meisje onder de straat, kwam in Zweden ons nieuwste boek uit. Daar wilden we toen eigenlijk nóg liever over praten’ bekent Anders Roslund, die net als toen witte gympschoenen onder zijn pak draagt. Zijn sik lijkt wat grijzer te zijn geworden.
Nu is dat boek, Drie seconden, uit in Nederland. En Roslund en Hellström zijn er nog steeds vol van. En met hen inmiddels half Europa; Roslund somt op:
‘Er zijn twee documentaires gemaakt naar aanleiding van het boek, er zijn vragen gesteld in het parlement, de filmrechten zijn verkocht en Mona Sahlin – leider van de sociaal-democraten – nam ons boek mee naar een televisieshow waar ze met iets heel dierbaars naartoe moest. Daar heeft ze dan toch mooi twee stemmen mee gewonnen.’
Hellström: ‘Zweden heeft vijf bestsellerlijsten. Nu, ruim een jaar na verschijning, staat de paperback van Drie seconden op al die lijsten op 1. Of schep ik nu teveel op?’
Roslund: ‘Het is de waarheid.’
Hellström: ‘Da’s waar.’
‘Bovendien’ vult Hellström aan ‘kunnen we het boek nu weer als lezers beschouwen en niet meer alleen als correctors. Laatst werd het luisterboek van Drie seconden ingesproken door een bekende Zweedse acteur. Toen ik naar hem luisterde, genoot ik. En ik schaamde me rot, want je hoort niet te genieten van je eigen werk, maar zo was het.’
Roslund: ‘Ik krijg er nu weer kippenvel van.’
Geen Agatha Christie
Drie seconden is, net als de vorige boeken van het duo, wederom een zeer geëngageerde en loeispannende roman. Ditmaal stellen de twee het misbruik van criminele infiltranten door politie en justitie en het overmatige druggebruik in Zweedse gevangenissen aan de kaak. Steeds vaker immers trekken politie en justitie hun handen af van infiltranten, zodra die infiltratie bewezen dreigt te worden. Het werken met infiltranten is tenslotte nog steeds niet toegestaan.
Roslund: ‘De nadruk in stukken en recensies over ons werk ligt vaak heel erg op ons engagement en onze maatschappijkritiek. Gelukkig maar, daar dragen we zelf ook aan bij. Maar alles begint bij het plot. Het plot moet het beste plot zijn dat wij ooit gelezen hebben. Maar het plot is waardeloos als verder niemand er iets aan hééft. Wij zijn niet ooit begonnen met het schrijven van thrillers omdat we de nieuwe Agatha Christie wilden worden. Daar zijn anderen beter in.’
Roslund en Hellström; de één was in een vorig leven een bekend televisiejournalist, de ander een crimineel en drugsverslaafd. Nu is Roslund een invloedrijk columnist en Hellström is psychotherapeut en behandelt mensen met dezelfde problemen die hij in het verleden ondervond. Eenmaal samen zijn ze een onverslaanbaar schrijfkoppel.
Na alle successen hebben ze een verantwoordelijkheid, vinden ze. Politiemensen, criminelen, informanten; ze weten de schrijvers te vinden en vertellen hun verhaal, in de hoop dat de twee er een spannend verhaal omheen boetseren. Vijftig procent van wat uiteindelijk in het boek terecht komt is de waarheid, dat is het uitgangspunt.
Hellström: ‘Niemand weet wat echt is en wat fictie.’
Roslund: ‘Wij wel.’
Hellström: ‘O ja, wij wel.’
Goodwill, daar komt het op aan. Mensen moeten zich openstellen voor de grote, rustige therapeut en de rossige, springerige journalist. Zonder feiten, zonder verhalen, zonder onthullingen komen er geen boeken. Helltström denkt te weten hoe het komt dat de bronnen als het ware bij het duo aan de deur komen om hun verhaal te doen.
‘Wij zijn geen vertegenwoordigers van de overheid. Wij hebben geen belangen, behalve dan een goed boek schrijven. Sommigen van die bronnen kennen we al jaren. Als je in de gevangenis zit en je bent ook nog eens drugverslaafd, dan moet je er met iemand over praten. Dan nog het liefste met ons.’
Roslund: ‘Beide partijen winnen, net als met bijna alle interviews en vergaderingen en zo. Die bronnen willen iets – namelijk een maatschappelijk debat, want dat kunnen ze zelf niet voeren – en wij willen goede, waargebeurde, controleerbare verhalen.’
Niet iedereen neemt Roslund en Hellström hun onderwerpkeuze in dank af. Met name de directies van de grote Zweedse gevangenissen en enkele hoge politieambtenaren konden onmogelijk gelukkig zijn met het beeld dat in Drie seconden wordt geschetst.
Hellström: ‘Dat is dan jammer. Als de directie van de grootste Zweedse gevangenis in de krant zegt: “wij hebben onze gevangenis helemaal opgeschoond van alle drugs. Iedereen binnen is clean”, dan laten wij zien dat dat onmogelijk is. Ik weet niet of zo’n directeur echt niet beter weet. Het is in elk geval volstrekt onmogelijk. Bullshit.’
Berlusconi achter je aan
‘Je zegt steeds: in Zweden’, zegt Roslund tegen Hellström.
‘Doe ik dat?’
‘Ja, en het probleem van de infiltranten en hoe justitie daarmee om gaat, dat is een wereldwijd probleem. Net als de drugs in gevangenissen. Niet typisch Zweeds.’
‘Sorry.’
‘Ik heb er vaak over geschreven’ aldus Roslund. ‘Volgens mij heeft het er mee te maken dat Zweden al weet-ik-hoeveel jaar niet in oorlog is geweest. Wij hebben de tijd gehad om ons druk te maken over individuele misdaad. In Irak hebben ze die tijd niet, wij zullen ook niet gauw boeken gaan verkopen in Irak of bijvoorbeeld in Zuid-Amerika.’
Hellström vult aan: ‘Zweden is open-minded. Je kúnt de kritiek hebben die wij hebben. In Italië zou je meteen Berlusconi achter je aankrijgen. Drie seconden staat daar al sinds verschijning op 1, om maar aan te geven hoe internationaal het probleem van infiltratie is.’
Roslund: ‘Tja, daar hebben ze de maffia, of zoiets. Ook boeiende materie.’
De politieman op wiens bord Roslund en Hellström iedere keer weer al die narigheid deponeren, is Ewert Grens. Een klassiek geval, die Grens, met de bekende zwaarmoedigheid, eenzaamheid en excentriciteit die bij al die fictieve inspecteurs aanwezig zijn. Naarmate het oeuvre van zijn scheppers groeit, wordt Grens’ rol almaar kleiner. Hij komt toch nog wel terug in een eventueel nieuw boek?
Roslund: ‘We wilden per se een politieman in onze thrillers. Dat wisten we al voordat we begonnen. Geen journalist, een politieman moest het zijn. En hoewel zijn persoonlijk leven geen belangrijke rol speelt in het boek en ondanks dat zijn rol misschien kleiner is dan die van sommige andere fictieve inspecteurs, is hij toch de as waar het boek om draait. Bovendien zijn zijn problemen, zijn midlife crisis, niet zelden onze problemen. Ook wij hebben het moeilijk gehad om sommige zaken uit het verleden een plek te geven, zoals zoveel mensen trouwens. Maar wij zijn er overheen en nu was het de beurt aan Ewert om de demonen uit zijn verleden te bezweren.
Hellström: ‘De vraag was of hij in het volgende boek terugkeert, Anders.’
Roslund: ‘O ja! Nou ja, hij heeft zijn demonen overwonnen, zoals ik zei.’
Hellström: ‘Maar we verzinnen wel weer nieuwe demonen voor ‘m.’
Roslund: ‘Ewert komt zeker terug.’
We deliver when we deliver
Niet dat de auteurs weten hoe dat nieuwe boek eruit gaat zien.’We hebben net een half jaar werk opgeborgen. De feiten veranderden zó dat de plot niet meer kon bestaan’, formuleert Hellström cryptisch. ‘Maar we laten het in een la liggen. We kunnen er vast wel weer eens mee verder.’
Roslund: ‘We hebben plots genoeg. En we hebben nooit een contract bij een uitgever, dus we hoeven ons ook nooit druk te maken over een deadline. Kan ook niet, als je zoveel research moet doen als wij. Een boek is pas af als wij vinden dat het af is en niet omdat dat op een papiertje staat. We deliver when we deliver.’