Boeken / Achtergrond
special: Voorproefje Holland Festival tijdens boekenweek

Kurtágs Kafka-Fragmente te fragmentarisch

“Geschlafen, aufgewacht, geschlafen, aufgewacht, elendes Leben.” Het is een van de cruciale fragmenten van Kafka in de liedcyclus Kafka-Fragmente van de Hongaarse componist György Kurtág. Tachtig jaar wordt hij dit jaar en het Holland Festival eert hem met een geheel aan hem gewijd programma op 23 juni. Als opmaat naar dit op voorhand bijzondere concert, vond in het kader van de boekenweek een uitvoering van de Kafkafragmenten plaats.

~

De Kafkafragmenten zijn precies dat: een verzameling van veertig stukjes tekst uit Kafka’s dagboeken en brieven aan Milená Jesenská. De meeste duren niet langer dan een minuut, de kortste slechts tien seconden. De fragmenten zijn gegroepeerd in vier delen, en alleen het hierboven aangehaalde fragment komt tweemaal terug. Tezamen nemen de fragmenten ongeveer zeventig minuten in beslag, waarmee het voor Kurtág een uitzonderlijk lange compositie is. Waar voor de verzamelde opusnummers van Mozart, die andere jarige, ongeveer tweehonderd cd’s nodig zijn, volstaan voor het complete oeuvre van Kurtág een handvol schijven – al zijn werken tussen 1959 en 1973 zijn in anderhalf uur te beluisteren.

Een veeleisende compositie

Vanaf de jaren tachtig is de componist een stuk productiever, met als hoogtepunt de Kafka-Fragmente op. 24 voor viool en sopraan. Van beide solisten vraagt Kurtág enorm veel, niet alleen technisch, maar vooral emotioneel. De door Kurtág uitgekozen fragmenten variëren enorm in stemming; van bitter en cynisch tot tragikomisch en zelfs ronduit grappig (‘Szene in der Elektrischen’), van berustend tot wanhopig.

Voor al die emoties draait Salome Kammer, bij het grote publiek vooral bekend door haar rol in Die Zweite Heimat, haar hand niet om. Kammer beschikt over een enorm expressieve stem, en benut die volledig. Ze zingt niet alleen, nee, ze snauwt, croont, krijst, fluistert, gromt en klinkt afwisselend als Betty Boop en Lotte Lenya, terwijl haar podiumpresentatie aan Ute Lemper doet denken.

Violiste Carolin Widmann oogt minder expressief, maar wat zij aan haar instrument weet te ontlokken, is ronduit verbluffend. Alle viooltechnieken die je maar kunt bedenken gebruikt Widmann en daarmee pareert zij Kammer woord voor woord. Precies zoals de componist het bedoeld heeft.

Te fragmentarisch

In het begin lijkt Kammer ietwat gespannen, maar al na enkele fragmenten bewijst zij dit repertoire tot in de kleinste nuance te beheersen. Doodzonde is het daarom dat de uitvoering om de haverklap door diezelfde Kammer onderbroken wordt om de tekstfragmenten los voor te lezen. Misschien handig voor wie het stuk voor het eerst hoort, maar al die onderbrekingen halen alle vaart uit de uitvoering, waardoor van een dramatische spanningsboog geen sprake is. En dat is jammer, want hierdoor is deze uitvoering geen ‘gecamoufleerde opera’, de terechte typering die Adrienne Csengery, de zangeres voor wie Kurtág het werk schreef, aan de Kafkafragmenten meegaf.

De toehoorder blijft met een halfslachtig gevoel achter. Salome Kammer en Carolin Widmann bieden een technisch perfecte en zeer expressieve uitvoering, maar als geheel is het te fragmentarisch, wat juist voor een uitvoering van Kurtágs Kafka-Fragmente dodelijk is.

Gehoord: György Kurtág – Kafka-Fragmente door Salome Kammer (sopraan) en Carolin Widmann (viool), Muziekgebouw aan ’t IJ, dinsdag 21 maart.

Lees ook: Boekenweek 2006 – een overzicht