Boeken / Achtergrond
special: Een interview met J.R. Moehringer

Drank, mannen en aangebrande pretzels

.

Het vindt plaats in Publicans, een kroeg op Long Island waar zijn oom Charlie bartender was. Sinds Moehringer in aanraking kwam met schrijven, heeft hij geprobeerd het verhaal van deze bar te schrijven. Met het winnen van de Pulitzer Price for Feature Writing verwierf hij nieuwe aandacht voor zijn werk, maar nog steeds was geen enkele uitgeverij geïnteresseerd in het manuscript waaraan hij werkte. Tot een redacteur aan hem vroeg: ‘Waarom vertel je niet gewoon de waarheid over die bar?’

‘Ik besefte onmiddellijk dat het werkelijke verhaal inderdaad interessanter was dan de fictie. En angstaanjagender. Ineens herbeleefde ik alles: Bob the Cop die de verkeerde man neerschoot, mijn stotterende neefje, mijn vader die mijn moeder sloeg – op dat moment wilde ik er alweer mee ophouden. Maar het verhaal dat je niet durft te schrijven, is waarschijnlijk het verhaal dat je moet schrijven. Ik bedoel, als je er zo bang voor bent, dan moet het wel een heel krachtig verhaal zijn.’

‘Ik weet nog hoe ik me voelde toen ik aan dat bureau zat. Alsof ik iets verkeerds had gegeten, iets dat over de houdbaarheidsdatum was, alsof ik elk moment ziek kon worden. Het proces dat voor me lag zou jaren in beslag nemen en erg pijnlijk worden. Het was een heel zwaar gevoel waar ik niet alleen mezelf, maar ook iedereen in mijn omgeving overheen moest helpen. Het kostte veel moeite om mensen te overtuigen van de noodzaak van dit verhaal. Het was tijd om mijn verhaal te schrijven en dat hangt nu eenmaal samen met een heleboel andere verhalen.’

Rolmodellen
Al met al is hij zo’n twintig jaar aan het worstelen geweest met dit verhaal, een worsteling die ook beschreven wordt in Tender Bar zelf. Inmiddels is het grote verhaal geschreven, en heeft Moehringer ontslag genomen bij de LA Times. Op het moment woont hij in Las Vegas om ex-tennisster Andre Agassi te helpen met diens autobiografie, een project dat hem in een vreemde situatie heeft gebracht: ‘Mijn buurman organiseert orgies.’ Hierna gaat hij opnieuw een poging doen om fictie te schrijven, en deze keer is hij vastbesloten het tot een goed einde te brengen.

‘Als ik terugdenk aan de periode waarin ik voor het eerst fictie schreef, voel ik nog steeds de enorme kwelling. Ik schreef zo veel en het was allemaal zo slecht. Maar ik heb er veel van geleerd, uiteindelijk was het een lange, uitgebreide vingeroefening. Voor mijn volgende boek gun ik mezelf de steun van uitgebreide reportage. Ik hoef dus niet vanuit het niets aan tafel dingen te verzinnen. Een boek moet realistisch zijn, ergens over gaan. Hemingway schreef nooit over een onderwerp zonder er alles over te weten. Zo wil ik ook aan het werk gaan.’

~

Ook voor Tender Bar heeft Moehringer veel interviews gedaan. Alle mensen die in het verhaal voorkomen, zijn uitgebreid geïnterviewd. ‘En dan blijkt hoe vreemd het geheugen werkt. Die mannen uit de bar kunnen zich niet meer herinneren wat ze gisteravond hebben gegeten, maar hun verhalen zijn volkomen coherent. Iedereen herinnert zich nog precies wat er op een specifieke avond 30 jaar geleden gebeurde.’ Deze mannen spelen een grote rol in het boek. Ze zijn veel meer dan kleurrijke figuren – ze zijn rolmodellen. Moehringer heeft vele vaders in hen gevonden, voorbeelden van hoe hij wel en niet wilde zijn, en is met hun hulp opgegroeid tot een ‘echte man’. Met veel van de mannen is het slecht afgelopen: gokproblemen, ongelukken, en in het geval van kroegeigenaar Steve de dood. Zijn dit de redenen waarom Moehringer tegenwoordig niet meer drinkt?

‘Drinken in die kroeg ging niet om de alcohol, maar om het ritueel. Ik ondervond al snel dat buiten die bar drinken niet hetzelfde plezier bracht. Daar leidde alcohol alleen tot een kater, en de kater is de grootste vijand van de werkende schrijver, het maakt schrijven vrijwel onmogelijk. Op een dag besloot ik dus: ik vind drinken niet leuk meer en schrijf niets door die constante kater – laat ik ermee stoppen. Ik doe niets half, dus bande ik de drank en sigaretten volledig uit. En mijn leven werd zo snel zo veel beter. Zodra ik stopte met roken en drinken en gokken en uitgaan, had ik ineens discipline! Ik dacht: hier moet ik niet mee spotten. Laat ik maar gewoon zien hoe ver dit me brengt. Het is iets bijgelovigs geworden. Ik geloof echt niet dat één glas bier onvermijdelijk zal leiden tot elf glazen, maar ik geloof wel dat het de goden zal verzoeken. Ze gaven me  discipline, hielpen me elke dag te schrijven, gaven me werk en een huis – dat wil ik niet verkloten.’

Pretzelbranden
Moehringer begon zijn schrijvende leven als loopjongen bij de New York Times. Wanneer hij op een dag op straat loopt en brand ruikt, belt hij in vol enthousiasme naar de redactie – dit is zijn kans om zijn journalistieke kwaliteiten te bewijzen. Enkele minuten later blijkt dat er slechts wat pretzels op de straathoek zijn aangebrand.

‘Ik had nooit verwacht dat ik zou kunnen lachen om iets wat me indertijd zoveel schaamte heeft berokkend. Dat is één van de pluspunten aan een memoir schrijven: je ziet alles in perspectief. Maar je wordt je ook bewust van alle vreemde situaties waar je in terechtgekomen bent. Het lijkt alsof ik een magneet voor ongeluk heb.’

‘Zo was mijn laatste artikel voor de LA Times een profiel van de oudste chimpansee ter wereld. Je kunt je niet voorstellen hoe vernederend het is om een maand lang een aap te profileren. Elke ochtend werd ik wakker en vroeg me af hoe het zo ver was gekomen. Op een gegeven moment kwam de fotograaf, die de aap wilde portretteren met een verjaardagstaart. We draaiden ons heel even om, maar de chimpansee had de taart al te pakken en probeerde het hele ding zijn bek in te schuiven. De trainer begon meteen te schreeuwen: ‘Hij krijgt een insulineshock!’ – want de vijfenzeventigjarige chimpansee had diabetes – en zo hadden we bijna de oudste chimpansee ter wereld vermoord, nog voordat het artikel af was. Dat soort dingen lijken mij nou vaker te gebeuren dan mijn collega’s.’

‘Het beste voorbeeld van een pretzelbrandincident is natuurlijk mijn bekendste artikel; het profiel van Bob Satterfield, een grote boxer uit de jaren ’50. Ik bracht weken met hem door en onderzocht zijn hele leven, waarna bleek dat het helemaal niet Bob Satterfield was, maar een psychotische dakloze. Uiteindelijk werd het weliswaar een beter artikel, dat beschreef waarom deze man geloofde dat hij Bob Satterfield was en wat er met de echte boxer was gebeurd, maar het was wel het ultieme journalistieke ongeluk. In dat opzicht was het pretzelbrandje geen incident, maar een voorteken van alles wat me nog te wachten stond. Geloof me, ik heb meer dan genoeg pech gehad als journalist. De zoektocht naar de waarheid kent enorm veel hindernissen. Dat heb ik wel geleerd.’

Waarheid
En dat, de waarheid, is nu juist wat Tender Bar zo’n bijzonder boek maakt. Moehringer heeft niets verzwegen of mooier gemaakt. Zijn leven, ook de momenten waarop hij minder trots is, beschrijft hij in alle eerlijkheid. Deze oprechtheid voelt zowel beklemmend als bevrijdend; we zijn niet meer gewend aan een dergelijke eerlijkheid.

‘Toen ik nog een beginnende journalist was, schreef ik eens over een man die zelfmoord had gepleegd. Hij had acht leuke kinderen en een vrouw, maar een fout op zijn werk leidde tot een reeks gebeurtenissen waardoor hij alles verloor. Hij was failliet, maar niets wees op een depressie. Tot hij plots naar een klif in Colorado reed en zichzelf neerschoot. Tijdens het interview met zijn familie zei zijn vrouw: “Van nu af aan zijn er geen geheimen meer in deze familie. Als ik iemand iets vraag, en ik krijg geen antwoord, vraag ik net zo lang door tot ik het wel krijg. En als ik vraag hoe het met je gaat, dan is ‘prima’ niet meer genoeg. We hebben elkaars privacy te serieus genomen in dit gezin.”

‘Op dat moment dacht ik: en niet alleen in dit gezin. De hele maatschappij neemt privacy te serieus. Mensen zijn te terughoudend om over bepaalde zaken te praten. Ik geloof dat de memoir bij uitstek helpt om elkaar beter te leren kennen. Mensen lezen om minder eenzaam te zijn, en dat gaat nog meer op wanneer het verhaal dat je leest een oprecht, eerlijk verslag is van iemands leven. Ik wilde een niveau van eerlijkheid bereiken dat verder zou gaan dan wat normaal gevonden wordt. De dingen die ik uiteindelijk heb verteld, gaan niet alleen over mij. Iedereen heeft zich los moeten maken van zijn ouders, iedereen is dronken geweest, iedereen is ontmaagd. Door mijn persoonlijke verhaal te lezen, denken ze weer terug aan hun eigen verhaal. Door ervaringen uit te wisselen kunnen we weer dichter tot elkaar komen. Andre Agassi volgt dat voorbeeld, hij schrijft op dit moment de eerlijkste autobiografie die je ooit van een beroemdheid hebt gelezen. Er valt zo veel te winnen met eerlijkheid.’

 J.R. Moehringer, Tender Bar, Uitgeverij De Geus, € 24,90, ISBN: 9789044511789