Rome zien en schrijven
Reisverhalen. Ze zijn bijna zo oud als de mensheid zelf en getuigen van onze eeuwige drang om wat mooi of wonderbaarlijk is, in woorden om te zetten. Het is niet zozeer een geografische beschrijving of opsomming van zeden en gebruiken van onbekende volkeren, maar een impressie, een neerslag van een gevoel dat men enkel in den vreemde ervaart. Grenzen worden er nooit gezien als een beperking, maar steeds als een uitdaging waarachter het eeuwig andere schuilt. Vandaag liggen twee nieuwe exemplaren voor ons op tafel, en het gaat terug, ver terug, toen de mens het eindpunt van de planeet reeds vlak buiten zijn tuin dacht te ruiken.
Ga maar na: al in de vijfde eeuw voor Christus schreef de Griekse Herodotos zijn Historiën, een anekdotische neerslag van zijn omzwervingen door de toen gekende wereld, doorspekt met mijmeringen over de aard van de mens en het waarom van de vele oorlogen. De Historiën vormden het begin van een genre dat in de Westerse beschaving talloze hoogtepunten kende en kent: geschiedenis en anekdotiek gedompeld in een hoogstpersoonlijke taal waaruit een intellectuele en emotionele honger blijkt.
Het wereldbeeld van de (vroege en hoge) Middeleeuwen, die een terugval betekenden in vergelijking met de beschavingen uit de Oudheid, werd bevolkt door mythische gebieden waarin fabelachtige diersoorten leefden en waar peilloze afgronden en bulderende steenrivieren de grenzen van de wereld aankondigden. Toch schrikte het avontuurlijke geesten niet af om te zwerven en te zoeken en verslag af te leggen. De Vlaming Willem van Ruysbroeck trok in de dertiende eeuw naar het Oosten, tot in het Mongoolse rijk, en schreef er naderhand zijn nog steeds erg geapprecieerde Itinerarium over. Daarin verhaalde hij over het vreemde geloof van de nestorianen, beschreef en tekende hij een leeuw en getuigde hij van een open geest tegenover alles wat niet strookte met zijn eigen wereldbeeld. Dat werd gretig opgepikt vanaf de Renaissance, toen de open geest een levenswijze werd en de verwondering nastrevenswaardig. We vermelden Bontekoes Journaal Ofte Gedenckwaerdige Beschrijvinghe Van De Oost-Indische Reyse uit 1646 en Lawrence Sterne’s A Sentimental Journey Through France And Italy (1768) als nog steeds erg leesbare voorbeelden daarvan.Het geluid van de wind
Dit zijn slechts enkele beroemde exemplaren van een genre dat op allerindividueelste wijze het veel-verder-van-thuis-gevoel tracht te vatten en in het beste geval zin geeft om de schrijver achterna te gaan en soortgelijke avonturen mee te maken. In de vorige eeuw zijn daarvan nog enkel prachtige voorbeelden gemaakt, zoals Journey Without Maps en The Lawless Roads van Graham Greene, of, in ons eigen taalgebied, de talloze reisboeken van Cees Nooteboom, waarvan Berlijnse Notities en vooral De Omweg Naar Santiago gelden als absolute meesterwerken. In dat laatste beperkt hij zich niet tot het beschrijven van Spanje, maar tracht hij ook de ziel ervan weer te geven, door de hitte te beschrijven, of het geluid van de wind op de middag. Het reisboek als het land in papier gewikkeld.
Bij De Arbeiderspers verscheen zopas een reisboek van Luc Verhuyck: Firenze. Anekdotische reisgids voor Florence. De schrijver-docent liet zich eerder opmerken door een gelijkaardig werk over Rome, en probeert in korte anekdotes – geen impressies – de stad in een boek te gieten. Hij houdt zich ver van lyrische beschrijvingen of mijmeringen over het boetseertalent van de geschiedenis; zakelijk en zelfs ietwat droog verzamelt hij de elementen van deze wonderbaarlijke stad (de kerken, bruggen, bibliotheken…) en weeft hen samen middels korte historische uitweidingen. Strikt genomen is dit dan ook geen reisboek zoals hierboven beschreven; het is veeleer een uit de hand gelopen gids die weliswaar onontbeerlijk is voor iemand die Firenze tot op het bot wil leren kennen en appreciëren, maar die geenszins uitnodigt tot het lezen in een tuinstoel, vergezeld van een spritz met parasolletje. Let wel, dit is een doorwrocht werk dat van veel inzicht en kennis getuigt, maar we moeten het eerder als een reisgids beschouwen, want de schrijver als persoon is nergens te bekennen.Het bouillonblokje is geworpen
Nee, dan die andere uitgave van De Arbeiderspers: Geerten Meijsings Van Como tot Syracuse. Reis door Italië met de grootste schrijvers en dichters. Meijsing, die zowat vergroeid is met Italië vanwege zijn lange verblijven aldaar, staat in verschillende hoofdstukken stil bij unieke plaatsen in Italië, zoals Venetië, Florence en uiteraard Rome. Daarnaast doet hij ook minder evidente maar historisch onvermijdelijke plaatsen aan, zoals de beroemde, onooglijke Rubicon-rivier, die Caesar in 54 voor Christus met zijn leger overstak om vervolgens Rome binnen te vallen. Dat gaat met de nodige én verhelderende humor gepaard, zoals uit het volgende mag blijken:
Toen Julius Caesar te paard nog even halt hield voor de Rubicon, draaide hij zich om naar zijn soldaten, en riep: “Il dado è tratto!” Dit verhaal moet in het Italiaans verteld worden, in welke taal dado, behalve dobbelsteen in de eerste plaats bouillonblokje betekent. De soldaten morden onder elkaar: “Pff, vandaag alweer soep!”
Bij ons heet het de teerling, volgens het woordenboek inderdaad dobbelsteen, maar louter in deze ene uitdrukking van Caesar: “De teerling is geworpen.” Aan de speeltafel zouden ze je raar aankijken.
Hij verwerkt, zoals uit de titel blijkt, talloze citaten, mijmeringen en gedichten van Italiaanse groten, van Seneca over Dante Alleghieri tot de vreemde eend Stendhal, die een boon had voor de beroemde laars. Dat draagt zeker bij aan het leesplezier, aangezien je door verschillende ogen een beeld krijgt van een land met een unieke textuur en geschiedenis. Meijsings Van Como tot Syracuse is dan ook geen reisboek van een individu, maar van talloze individuen, die het even anders zagen, maar toch allemaal bij hetzelfde uitkwamen: Italië is mooi en verwarmt de zinnen van de schrijver.
Luc Verhuyck • Firenze. Anekdotische Reisgids Voor Florence • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 24,95 • 472 bladzijden • ISBN: 90 253 5889 6/NUR 512
Geerten Meijsing • Van Como Tot Syracuse. Reis door Italië met de grootste schrijvers en dichters • Uitgever: De Arbeiderspers • Prijs: € 14,95 • 352 bladzijden • ISBN 90 253 3424 5/NUR 302