Een keurige Winternacht in Den Haag
Dit weekend vond in en om het Haagse Theater aan het Spui de elfde editie van Winternachten plaats. Dit literaire festival richt zich op gebieden waar Nederland een historische band mee heeft: Indonesië, Zuid Afrika, Suriname en de Nederlandse Antillen. Het thema van dit jaar was ‘Helden van de Geest’. Bestaan onafhankelijke denkers nog en krijgen zij een kans? Gevestigde namen als Pieter Dirk Uys, Freek de Jonge en Frank Martinus Arion zouden deze vragen voor ons beantwoorden. 8WEEKLY doet verslag van de activiteiten van zaterdagmiddag en -avond.
Taal zonder strijd
Zaterdagmiddag vond een debat getiteld ‘De Taalstrijd’ plaats. Panelleden discussieerden over taalpolitiek in Suriname en de Antillen, met name over de positie van het Nederlands tegenover bijvoorbeeld het Sranantongo, Sarnami en het Papiamento. Deze talen bepalen in grote lijnen het dagelijkse leven in Suriname en op de Antillen, terwijl het Nederlands nog vaak de bestuurs- en onderwijstaal is. Onder leiding van docent en taalactivist Ruben Severino discussieerden onder anderen Frank Martinus Arion, schrijver en onderwijzer op Curaçao, de Nederlandse taalkundige Liesbeth Koenen en de Curaçaose sociolinguïst Ronald Severing.
Voor alle panelleden, Koenen uitgezonderd, is de discussie over het onderwijs in de moedertaal er één die hen na aan het hart ligt. Allemaal hebben ze er beroepsmatig en uit engagement mee te maken, en allemaal zijn ze opgegroeid met de gevolgen van het onderwijs in een andere taal dan je moedertaal. Omdat alle betrokkenen voor dezelfde zaak strijden, blijft de discussie wat aan de tamme kant. De verschillen zitten ‘m in de nuances: waar Arion vindt dat er in Aruba geen enkele vooruitgang waar te nemen is, zegt Severing dat er aan de weg getimmerd wordt, al gaat het maar gestaag. Voor het overige zijn de panelleden het veelal eens: onderwijs in de moedertaal zorgt voor minder drop outs, en communicatie en begrip zijn het belangrijkst.De discussie wordt pas wat gepeperder als het publiek zich erin mengt. Dan komt ineens het gebrek aan goed opgeleide docenten Papiaments, en het gebrek aan lesmateriaal voor en in het Papiaments naar voren.
Inhoud en eensgezindheid
Bas Haring en P.F. Thomése |
’s Avonds zou nog het eerste dictee Papiaments van het Koninkrijk ooit plaatsvinden, een ludieke manier om nog eens op het onderwerp in te haken. Het was één van de eerste activiteiten tijdens het avondprogramma van Winternacht twee. Het programma beloofde veel: behalve het dictee was er een gesprek tussen P.F. Thomése en Bas Haring, een film en een gesprek tussen jonge Afrikaanse schrijvers. De opzet van het festival maakte het echter lastig zappen. Medewerkers vuurden een spervuur aan vragen af alvorens bezoekers de ene zaal uit en de volgende in te laten. Het gebrek aan mobiliteit gaf wél veel rust in de zalen, waardoor alle aandacht op het podium gericht bleef. En de activiteiten op het podium waren over het algemeen inhoudelijk zo interessant, dat de behoefte aan zappen steeds snel verdween.
In de kleine zaal van het theater zagen we Niq Mhlongo en Helon Habila in gesprek met Bas Heijne. Al snel bleek dat de twee zich in elkaars werk herkennen. Nigeriaan Habila schreef Wachten op een engel (2002) over een journalist ten tijde van het repressieve Abacharegime, Mhlongo’s Dog Eat Dog (2000) gaat over een arme zwarte student in het ‘nieuwe Zuid Afrika’. Daarmee kaarten ze gelijksoortige thema’s aan; Mhlongo’s arme zwarte student en Habila’s jonge, ambitieuze journalist raken elkaar in de problemen die ze tegenkomen. Ze maken deel uit van de zelfde ‘Keita-generatie’, door Mholongo zo genoemd naar de muzikant uit Mali, en leven in hetzelfde Afrika, een continent dat volgens Habila ‘in transitie’ is: onderweg naar een moderne samenleving.
Freek de Jonge en Pieter Dirk Uys |
Snel werd nog een staartje Bas Haring en P.F. Thomése meegepikt. Zij hadden gesproken over de positie van de schrijver en de filosoof in de maatschappij. En hoewel de discussie al zo goed als voorbij was, werd duidelijk dat ook deze twee het roerend eens waren. Zowel schrijver als filosoof zijn er niet voor het publiek, maar kunnen er niet helemaal zonder. We bleven hangen in de grote zaal, waar na een intermezzo van Iraanse improvisatiemuziek Freek de Jonge en Pieter Dirk Uys spraken over de dunne lijn tussen moraliteit en humor. De Jonge vertelde over momenten dat hij over de schreef dreigde te gaan en te veel een prediker werd. Uys had een formule die misschien uitkomst zou kunnen bieden: 51 procent entertainment, 49 procent kwaadheid. Deze formule leek ook losgelaten op het gesprek – beide caberetiers wilden entertainen en er was een prettige interactie met het publiek.
Keurig einde
Tot slot was het de beurt aan Frank Martinus Arion. Met een aantal fragmenten illustreerde hij hoe hij hoopte dat zijn roman Dubbelspel wel én niet verfilmd zou worden. Een sterk concept op papier, maar de fragmenten waren wat aan de lange kant, waardoor er weinig tijd overbleef voor Arions verhaal. Uiteindelijk wist hij de tijd te nemen om over de onderweg tegengekomen obstakels te vertellen, en over de wijze waarop hij juist bij déze producent was terechtgekomen, maar het onderdeel miste als geheel wat diepgang – wat toch wel een unicum was op dit festival. Een ander unicum bleek Gerda Havertong: de oud-Sesamstraatactrice zat in het publiek en vroeg of de audities nog open waren. Ze had al een mooie rol voor zichzelf op het oog.
Na de laatste programmaronde kon er nog gedanst worden op Cubaanse salsamuziek. Geheel in stijl met de rest van de avond ook hier geen excessen, sigaretten of onbeheerste taferelen. Iedereen ging keurig om kwart over één naar huis.