Boeken / Fictie

Zoeken naar zingeving

recensie: Carson McCullers - Het hart is een eenzame jager
McCullers

Op 23-jarige leeftijd schreef Carson McCullers met The heart is a lonely hunter – een titel die vanwege de fraaie alliteratie al niet vertaald zou mogen worden – een roman die in 1940 direct de bestsellerlijsten besteeg. De nieuwe vertaling van Molly van Gelder laat Het hart is een eenzame jager opnieuw vlammen.

In een middelgrote stad in het diepe zuiden van de Verenigde Staten is de doofstomme John Singer het middelpunt van een aantal dolende zielen. De zwarte dokter Copeland, de alcoholische activist Jake Blount, de sensitieve barman Biff Brannon en het jongensachtige meisje Mick Kelly zijn alle vier op hun eigen manier op zoek naar perspectief. Ze verhouden zich zijdelings tot elkaar en proberen met grote inzet een doorbraak te forceren in hun verlangen naar verandering.

Wanhoop

Dat verlangen wordt direct of indirect geprojecteerd op de doofstomme Singer. Hij zwijgt, luistert met aandacht en reageert zo nu en dan met een notitie op papier. Zijn aanwezigheid wordt overal op prijs gesteld en gaandeweg krijgt hij het imago een zeer wijs man te zijn. De wanhoop van de eenzaamheid, een thema dat McCullers hier op perfecte wijze onder woorden brengt, drijft mensen tot de meest vreemde verhoudingen.

Mick Kelly hunkert naar muziek. Ze hoort Bach en Beethoven op de radio en slaat het op in haar hoofd om later te kunnen noteren als een componist-in-de-dop. Een in armoede opgroeiende puber die dagdroomt van een weergaloze toekomst. Biff Brannon is een mensenmens die, na het overlijden van zijn vrouw, zijn liefde voor anderen probeert te manifesteren. Jake Blount jaagt het spook van de revolutie na, maar krijgt niemand zover om zijn woeste ideeën te ondersteunen. Dokter Copeland wil de zwarte bevolking – ‘mijn mensen’ – mobiliseren om zich te bevrijden uit hun armzalige positie.

Verlosser

Deze worsteling van personages brengt McCullers samen tot een grandioze vertelling, waarin de uitzichtloosheid van het streven wordt uitgebeeld. In afzonderlijke hoofdstukken laat ze haar karakters opbloeien in hun ambitie, ze beschrijft de intense beleving van het onderlinge contact en, meer naar het eind toe, het falen in de verwezenlijking van hun dromen. Dat alles in de zinderende atmosfeer van het bloedhete Amerikaanse Zuiden, in een tijdperk overlopend van armoede, oorlogsdreiging en alledaags racisme. Die combinatie van oververhitting en collectieve desillusie, maakt dit boek tot een sluimerende tijdbom die op iedere pagina tot ontploffing dreigt te komen.

En dan is daar de zwijgende John Singer. Zijn voorkomen is als een zegen voor de wanhopig zoekende mens, hij vult de leemte met emphatie die altijd nodig is om hoop te houden. McCullers geeft hem de rol van verlosser: de alwetende mens die troost biedt aan hen die trachten vooruit te komen. De religieuze connotatie ligt er dik bovenop, maar de schrijfster kiest er wijselijk voor die invalshoek niet nader uit te werken. John Singer wordt ingezet als rustpunt in de zoektocht naar zingeving. Niet om een oplossing aan te dragen, maar slechts om compassie met de zoekende mens te tonen.

Uiteindelijk is het de jonge Mick Kelly die als enige vooruitgang lijkt te boeken in de queeste naar een ander leven. Ze wordt, tegen wil en dank, volwassen en zal moeten meedraaien in de grotemensenwereld. Het enige sprankje hoop in een verder behoorlijk desolaat landschap vol teleurstellingen en vastlopers. Desalniettemin schrijft Carson McCullers dit verhaal met een ongekende vitaliteit. De broeierige sfeer waarin het menselijk onvermogen om verlangen om te buigen tot werkelijkheid ronddoolt, maakt dit boek tot een all time klassieker in de wereldliteratuur.