De tol van verborgen homoseksualiteit
De verdrinking verscheen voor het eerst in 2008, toen als voorproefje van Luitenant-kolonel De Maumort. De novelle over de latent homoseksuele Xavier de Balcourt laat goed zien waar Roger Martin du Gard in staat is.
Xavier de Balcourt, sergeant in het Franse leger, wordt voor een kleine twee weken ingekwartierd in het plaatsje Auney-sur-Marne. Hij neemt zijn intrek in een bakkerij, waar de charmante, zeventienjarige Yves werkt als knecht. Xavier valt voor de jongen met zijn jonge, gladde lichaam – ‘Wat leek dit slanke lichaam puur en fris, wat straalde dit blozende, jonge vlees in het avondlicht, tegen die achtergrond van groen!’ – en er ontspint zich een duister spel van verleiding. Het mag dan 1888 zijn, en homoseksualiteit is dan al zo’n 100 jaar wettelijk toegestaan, compleet geaccepteerd is het nog niet.
In Luitenant-kolonel krijgt Bertrand privéles van de jonge pedagoog De Balcourt, en na diens zelfmoord vindt hij diens dagboeken, die de titel De verdrinking dragen. Die kennis is voor het lezen van deze novelle niet van belang, maar dat zelfs bijfiguren zo uitgewerkt waren, toont aan hoe zeer Roger Martin du Gard zich in zijn fictionele wereld had verdiept. De verdrinking profiteert daarvan: het verhaal voelt doorleefd en echt.
Betoverd, en zonder hoop
In het eerste dagboek van De verdrinking beschrijft De Balcourt hoe hij in Aurney arriveert en hoe hij langzaam valt voor Yves. ‘Ik heb me nog nooit zo ellendig gevoeld. Betoverd, en zonder hoop…’ schrijft hij na een paar dagen. Want nu eens lijkt Yves tegemoet te komen aan zijn avances, dan weer niet. Wat wil de jongen? Tegelijkertijd is De Balcourt zijn eigen tegenkracht. Zijn seksualiteit kan hij alleen heimelijk belijden: in De verdrinking wordt goed duidelijk hoe voorzichtig hij moet opereren. De Balcourt lijkt die maatschappelijke afkeer geïnternaliseerd te hebben, en zodoende ook zichzelf te haten.
Het tweede deel van het boekje, enkele maanden na De Balcourts verblijf in Aurney geschreven, gaat terug naar de laatste avond dat hij in het dorp was. Yves en hij hadden een afspraak bij een rivier: een laatste moment samen, het consumeren van de liefde – maar het gaat op gruwelijke wijze fout. De Balcourt, terug in Parijs, wordt van moord verdacht, maar weet een geloofwaardig alibi te vertellen.
Dat De Balcourt vrijuit gaat verandert natuurlijk niks aan Yves’ dood , noch aan de rol die hij wél gespeeld heeft. Martin du Gard weet de spanning – van hoopvolle romance via gruwelijk einde naar mogelijke repercussies – goed op te bouwen en te bewaren. De verdrinking is een mooie, precieze vertelling over de tol van verborgen homoseksualiteit.