Relativerende nuance in oppervlakkige modewereld
Als alle meisjes- en damesbladen zo spannend, genuanceerd en relativerend over kleding, schoonheid en het lichaam zouden schrijven als Theater Artemis erover speelt in Ribstuk, had de gemiddelde vrouw heel wat minder problemen met haar zelfvertrouwen en haar verschijning. Schrijver Erik-Ward Geerlings verstopte in opdracht van regisseur Floor Huygen een verhaal over innerlijk, over drijfveren, over autonomie achter het schijnbaar oppervlakkige uiterlijk van de modewereld.
Rode draad in Ribstuk is een schaamtevolle fantoomafwijking van het puberende meisje Zara: ze weet zeker dat haar rib uitsteekt en dat iedereen het kan zien. Futiel voor wie stevig in zijn schoenen staat (en wie doet dat eigenlijk echt?), maar een halszaak voor een jonge meid die misschien net beseft dat ze iemand is en die zich nog duizend kanten op kan ontwikkelen. En tja, zo’n rib zit maar wat in de weg als een topontwerpster je ontdekt en in dienst neemt.
Want dat gebeurt: haar modegevoelige, creatieve vriendinnetje Alister sleept haar mee naar haar zogenaamde tante en probeert zichzelf er binnen te kletsen omdat ze een toekomst in de mode ambieert. Maar Viv – gemodelleerd naar de ooit avant-gardistische medeschepster van de punk, Vivienne Westwood – ziet niets in haar maar wel in de stille, onbetekende volger Zara. Al snel schemert door dat ze daarop niet erg trots hoeft te zijn: Viv is een beetje door haar ideeën heen, zoekt als een idioot naar inspiratie en parasiteert op het jonge meisje in de hoop een briljante ingeving te krijgen. Ze roeit niet meer, zoals in haar beste tijd, tegen de stroom in, maar krijgt het ook – bijna – niet voor elkaar om mee te gaan met de snelle commerciële stroom waar ze inmiddels inzit.
Betty Schuurman is beresterk als de paradoxale rijpe dame Viv: een arrogante diva met knechtjes, een beetje een aanstelster, die in haar stiekeme onzekerheid en verwarring ook eigenlijk niet weet of ze het beste haar zilveren Prada Sport-sneakers of haar felgekleurde, hooggehakte United Nude Fold-laarsjes moet dragen. De twee meiden, Sylvia Hoeks en Alejandra Theus, beginnen een beetje te gespeeld meisjesachtig, maar groeien goed in hun rol van aandoenlijke spring-in-het-veldjes. Te midden van de bergen hippe tijdschriften, stellages met voortdurend bewegende digitale fotolijstjes (helaas te klein om te kunnen zien wat er opstaat) en het centrale plankier zien we, heel herkenbaar, hoe de vriendinnen van elkaar verwijderd raken en weer naar elkaar toetrekken. Fabian Jansen, eerder een stevige Vakman, is ultiem in zijn element als ‘de man’ in zijn vele verschijningsvormen, van de volgzame assistent via de nerveuze stagiair tot de snelle marketingman en brengt daarmee welkome luchtigheid en humor in het stuk.Geerlings en Huygen spelen in Ribstuk van voor tot achter heel slim met het gegeven autonomie. Het verhaal heeft geen echte moraal, behalve dan dat je je altijd bewust moet zijn, dat je je niets zomaar moet laten opdringen. Voortdurend, zelfs achteraf, verandert je gevoel wie hier nu eigenlijk origineel, eigen, autonoom is en ook wat mooi of lelijk is. De derde alinea van dit artikel zou dan ook op diverse manieren herschreven kunnen worden, telkens met het perspectief of de nadruk ergens anders, waardoor de hele betekenis verandert. En juist door deze schijnbare chaos ontstaat het bijzondere evenwicht waar de ‘damespers’ bijzonder bij gebaat zou zijn.