Theater / Voorstelling

Louise is een gevaarlijke vrouw van uitersten

recensie: Louise Korthals - Zonder voorbehoud

Het tweede theaterprogramma van Louise Korthals, winnares van de Neerlands Hoop 2013, biedt genoeg aanknopingspunten om het genre cabaret naar een hoger plan te stuwen. Geen spervuur aan grappen of literaire hoogstandjes, maar een avond vol prachtige liedjes en een poging tot het duiden van haar generatie. Verzadiging en noodzaak zijn thema’s die regelmatig terugkomen in een verder subtiel fragmentarische voorstelling. Toch blijft er na het einde een licht onverzadigd gevoel over.

~

Louise Korthals (1984) is ondanks haar leeftijd bepaald geen groentje meer. Na het winnen van het Amsterdams Kleinkunst Festival in 2011 en het goed ontvangen Vlieguur werd ze al door menigeen getipt als een energieke vrouw vol muzikaliteit. Ook in Zonder voorbehoud maakt ze dit helemaal waar. Gekleed in een petticoat en hoge, witte hakken laat ze direct zien om wie het gaat vanavond: een dame, maar niet per se ‘keurig’ of gepolijst, maar eerder een verbaal vechtersbaasje dat tegelijkertijd ook met de nodige onzekerheden kampt. Met een paar anekdoten probeert ze haar positie ten opzichte van haar zusje, ouders en vriendinnen te duiden. Dit persoonlijke wisselt ze regelmatig af met engagement, waarin ze pleit voor het bewaken van het positieve, in plaats van het verwoesten ervan. Die ambitie is mooi, maar komt ook wat ongemakkelijk over. De woede die ze tentoonspreidt is dan ook goedbedoeld, al speelt ze nog te veel om het oprecht over te laten komen. Als oud-studente van de Koningstheateracademie mag ze de lessen meer loslaten en meer op zichzelf vertrouwen. Haar kracht is daarmee ook haar zwakte: ze wil soms té graag, waardoor de schoonheid van haar programma ondergesneeuwd dreigt te worden. Wellicht dat regisseuse Jessica Borst het programma op dat punt nog wat kan finetunen.

~

Prachtige liedjes, plichtmatig spel
Korthals is zonder meer een prachtige zangeres. Niet alleen om naar te kijken, maar vooral om naar te luisteren. Onder begeleiding van pianist Erik Verwey en bassist Mark van Bruggen vult ze de zaal moeiteloos met schitterende liedjes, zowel qua stem als qua inhoud. Hier schuilt dan ook het grote talent van de cabaretière, die het genre op dit vlak zeker eer aan doet. Verwacht geen spitsvondige grappen of virtuoze hoogstandjes die uitnodigen tot nadenken, want originaliteit op dit gebied is niet haar sterkste punt. Hoewel een scène over een cursus mindfulness nog wel tot de nodige hilariteit leidt, laat de techniek van haar grappen wel wat te wensen over. Waarom niet vaker gebruik maken van metaforen om het aan de verbeelding over te laten, in plaats van het letterlijk benoemen van zowel persoonlijke als maatschappelijke problemen? Een stukje over ijzersmeltende jongetjes komt daarmee nog het dichtst in de buurt, dat prikkelt meer dan figuratieve observaties. Desalniettemin trekt ze het met haar liedjes aardig recht en is het kleinkunst in haar puurste vorm. Het verfrissende is ook nog dat ze moeilijk te plaatsen is in het vrouwelijke cabaret: eindelijk geen zure of miskende huisvrouw vol zelfmedelijden en het leeggemolken concept van mannen en vrouwen, maar een sterke performance vol overgave. In haar poging tot een moreel appel en bewustwording van haar generatie zit het inhoudelijk dan ook goed in elkaar, al mag het in vorm iets minder plichtmatig en gekunsteld. Dat zal het niveau van de voorstelling, die nergens uit de bocht vliegt, zeker goed doen.