Kattenfilmpjes hoogtepunt van saai onderzoek naar hulpeloosheid
Bij aanvang van Learning how to walk van NTGent is de Grote Zaal van Stadsschouwburg Amsterdam voor ongeveer driekwart gevuld. Twee uur later zijn er vier rijen publiek overgebleven. Na afloop van de pauze zitten er nog slechts een stuk of vijftien die hards in de zaal. Hoe het verder is afgelopen met dit stuk, dat dan nog een kleine twee uur zal duren, kan deze recensent u niet vertellen.
Benny Claessens, acteur en regisseur van Learning how to walk, ontdekte een paar jaar geleden dat hij rustig urenlang op een Spaans strand kon zitten kijken naar wat er allemaal om hem heen gebeurde zonder zich te vervelen. Dat lukte hem nooit in het theater bij het kijken naar acteurs. Zijn streven was om een voorstelling te maken die leek op wat hij toen meemaakte.
Saaier dan saai
Learning how to walk bestaat uit vijf delen en is een vier uur durende oefening in hulpeloosheid en traag en teder leven. Lopen, praten, aanraken, alleen zijn, sterven. Het doel is vrijheid. Er zijn vijf acteurs, naast Claessens zelf onder andere Elsie de Brauw en Risto Kübar, die afgelopen september de Arlecchino won voor de beste mannelijke bijrol van het afgelopen jaar. Met Claessens zelf meegerekend, aan talent geen gebrek zou je toch zeggen. Maar vijf volwassenen die net doen of ze onschuldig en hulpeloos zijn, die gemaakt onhandig over een steen stumperen, ongerichte bewegingen maken met handen en armen, zogenaamd spontaan rondrennen, zijn niet alleen enorm onecht maar ook saaier dan saai. Waarschijnlijk is de bedoeling om als kinderen te zijn, maar kinderen hebben altijd een richting. Ze weten wat ze willen.
Het rare is dat Claessens de kinderlijkheid aan zijn kont heeft hangen, daar hoeft hij helemaal niets voor te doen. Nu zien we een eindeloos oninteressant gehannes zonder enig doel. Behalve misschien om te provoceren?
Sigaret
Want dan steekt Claessens, midden in dit diepgaande onderzoek naar traag en teder leven, een sigaret op. Een beter bewijs van de futiliteit van waar hij mee bezig is en dat hij er zelf ook geen idee van heeft wat dat nou precies is had hij niet kunnen leveren.
Na het eerste deel komt er goddank iets grappigs: op een televisie naast het podium worden kattenfilmpjes vertoond. Plotseling is het publiek geanimeerd en aan het reageren en lachen. De filmpjes redden de voorstelling tijdelijk, maar als ze bij het begin van het derde deel gestopt worden, betekent dat de genadeklap.
Niets
Als het Claessens inderdaad te doen is om in een voorstelling te onderzoeken hoe ver je kunt gaan in hulpeloosheid, moet hij niet zelf ook hulpeloos zijn. Nu gebeurt er urenlang totaal niets. Dat is prima aan het strand of als je je hebt opgegeven voor een meditatiecursus, maar we zitten in het theater. Je kunt je alleen maar afvragen: waarom laat NTGent, dat in grote financiële problemen verkeert, dit gebeuren? Want deze voorstelling heeft absoluut geld gekost. In tegenstelling tot het vertoonde spel zijn de kostuums en het decor, met onder andere een levensechte replica van de Minard in Gent, wel mooi en goed gemaakt.
In het gedeelte voor de pauze zitten twee aardige momenten. Een van de actrices loopt over het podium en beschrijft zingzeggend wat ze allemaal ziet. Onderwijl zijn de kattenfilmpjes nog in volle gang en de combinatie doet je glimlachen. Een ander moment is wanneer Elsie de Brauw staat te stotteren. In eerste instantie denk je, oh god, nu dit weer, in het echt stottert ze toch helemaal niet? Maar dat deed ze ooit wel toen ze jong was. Beide actrices zitten in de verkeerde voorstelling.