Theater / Voorstelling

Vondels stukken: een regiekluif

recensie: Jozef in Egypte (Het Toneel Speelt)

.

~

Vondels Joseph in Egypten is een ingenieuze combinatie van het bekende bijbelverhaal met oriëntaalse, klassieke en Hollandse elementen. De opvoering van Het Toneel Speelt is volgens dramaturg Laurens Spoor “zo Vondel mogelijk”. De eigenzinnige, vrome Jozef is door zijn jaloerse broers verkocht aan de Egyptische koning Potifar, die hem onmiddellijk tot slaaf van het hof maakt. Potifars vrouw Jempsar – in het bijbelverhaal is ze naamloos – wordt geplaagd door gevoelens van heftige lust voor de schone vreemde. Ze raakt geobsedeerd. En als zij Jozef na vele woordenstrijden een kus probeert te ontstelen, wijst deze haar af uit respect voor de heren: Potifar en God. De vrome afwijzing maakt Jempsar zo kwaad dat ze doet alsof Jozef háár wilde aanranden. Het is een strijd tussen loyaliteit en lust.

Smeltkroes

~

Het Hollandse zit hem in kleine, maar onmiskenbare dingen. Jozef (Hylke van Sprundel) droomt aan het begin van het eerste bedrijf over zijn situatie in Egypte als zat hij op een stuurloos schip. En al draagt Jempsar (Carine Crutzen) haar haren los, man Potifar (Jaap Spijkers) en de voedster (Marisa van Eyle) spreken van haar “hoofd met vlechten”. In het oude Egypte kende men waarschijnlijk schepen nóch vlechten. Nota bene: Jozef zélf oogt als een Nederlandse ‘no-nonsense boy’, met zijn blonde en steile haar. Vondel plaatst personages uit de lage landen in een andere cultuur, temidden van andere temperamenten.

Verbeeldingskracht

Verheffend is vooral de zelfbewuste taal waarover alle personages beschikken. Zinnen als “Hoe vallen die gedachten / in ’t redelijke brein?” en zinnen met de aanvoegende wijs “O ja, dat waar mijn wens.” Maar alleen wanneer acteurs hun verzen met duidelijke articulatie en gesticulatie ondersteunen kunnen wij de kracht van zulke taal aanvoelen. Dit gebeurt te weinig. Crutzen en Van Sprundel gaan zo op in hun rol dat ze onvoldoende samenspelen en geen ruimte hebben om zich tot het publiek te wenden. In mindere mate geldt dit ook voor Spijkers. Mohammed Azaay als de Rei van Engelen spreekt snel en zo zacht dat we zijn tekst vaak niet kunnen verstaan. Dat is erg jammer, want juist de Rei becommentarieert de geschiedenis (soms zelfs met spot) en geeft haar kleur. Van Eyle als voedster maakt wel gebruik van laconieke gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Omdat zij hierin vrijwel alleen staat wordt haar manier van spelen potsierlijk.

Understatement

Misschien was Hans Croiset bang dat een uitgesproken regie Vondels tragedie in een ironisch of niet serieus te nemen daglicht zou stellen. Maar met overtuigd spel waren alle nuances juist beter uit de verf gekomen. Nu blinken ook het op zich stemmige lichtgebruik, het povere decor en de simpele kostuums uit in understatement. Zo is de opvoering van Het Toneel Speelt geworden tot een aaneenschakeling van heus wel leuke maar losse, soms onnavolgbare, scènes, in plaats van een welbespraakt en spetterend stuk theater.

Jozef in Egypte is tot en met 11 december 2004 te zien in verschillende theaters in Nederland.