Theater / Voorstelling

Welkom in Partizanië!

recensie: De Partizanen - De Partizanen

Twee guitige gasten in strakke pakken, daarmee zou je ze tekort doen. Het zijn jongens (mannen?) die niets liever willen dan lol maken, maar ook weer niet te vrijblijvend. Het is gezellig met een rauw randje. De Partizanen doen hun naam eer aan: het zijn dissidenten die op een absurde wijze de heersende hypocrisie de das om doen. Onafhankelijk en toegankelijk tegelijk stuiven ze over het podium, want er is geen tijd te verliezen. Binnen 75 minuten moet het Midden-Oostenconflict worden opgelost, liefst tijdens het eten van een tompouce. Of dat lukt? De Partizanen geven op geheel eigen, absurde wijze antwoord.

De Partizanen bestaat uit Merijn Scholten en Thomas Gast, beiden geboren in het jaar 1983 én lid van de Comedytrain, waar ze elkaar van kennen. De ene heeft een krullenbol, de ander een bril en dan is een duo al snel gemaakt. In Toomler treden ze dan ook nog regelmatig op om grappen uit te proberen die ook tijdens deze show weer terugkwamen. De winnaars van het Leids Cabaret Festival 2013 hebben sinds die prijs gewerkt aan hun eerste avondvullende voorstelling, naast hun werk voor onder anderen Panache en radioprogramma Spijkers met Koppen. Dat hun première uitgerekend in de Leidse Schouwburg is maakt duidelijk dat het hier letterlijk gaat om historische grond. Dat hun talent wordt gezien en financieel ondersteund blijkt uit het feit dat ze dit jaar een stipendium hebben gekregen ter aanmoediging van hun show. De oproep aan het eind dat ze zó arm zijn dat ze hun aanstekers terug willen, is dan ook met een korreltje zout te nemen.

Metacabaret
Het moge duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met twee intelligente cabaretiers die handig spelen met engagement en comedy, met moralisme en het vermijden daarvan. Hoe moeilijk dat is wordt ook nu weer duidelijk. Door de boodschap over te laten aan Brabantse typetjes, omzeilen ze de persoonlijke noot. Het is de kunst om tegelijkertijd niet alleen comedy maar ook cabaret te willen maken, om niet alleen de noodzaak tot verheffing te vermijden en ook het simplisme over te laten aan komieken. Die worsteling is interessant om naar te kijken, want De Partizanen geven het zelf toe: ze willen niet vertellen hoe het zit of een spiegel voorhouden. Met de nodige ironie wordt het snijvlak van engagement en lolligheid echter des te duidelijker. De verwarring zit hem in het maken zelf, iets wat ook vaak terugkomt in het werk van Micha Wertheim. Het spel van abstractie en figuratief cabaret is dan ook in de talloze sketches terug te vinden. Het is daarmee een vrij introspectief programma geworden, over henzelf en het genre, maar ook nu weer geldt: show, don’t tell. Laat de kunst over aan het publiek.

Gebrek aan snedigheid
De Partizanen zijn goed op elkaar ingespeelde jongens met korte stukjes die net lang genoeg duren om de grap op te bouwen. Zo is er een benauwende quiz met een toeschouwer, worden er debuutromans besproken en lijkt De Bijenkorf niet meer wat het geweest is. Van een Rotterdamse slagerij in Napels tot corpsballen met een leefeiland: het passeert allemaal de revue. De Japanse animatie is echter het meest geslaagd. Het oogt natuurlijk, maar toch mist er soms iets scherps of vileins. Misschien hebben de makers gekozen om niet te provoceren en verwarring te zaaien en zijn ze dat punt al voorbij. Toch blijft er daardoor aan het einde een zekere leegte hangen. Het programma biedt gelukkig genoeg ruimte om sketches nog iets aan te scherpen, want ze hebben meer in hun mars dan wat ze nu hebben laten zien. Van ouwe-jongens-krentenbrood naar een niveautje hoger (bijvoorbeeld het inbouwen van incongruentie) en we kunnen ze écht serieus gaan nemen. Of niet, natuurlijk.