Subtiele multimediale vertelling roert hoofd en hart
Oeroeg van Bos Theaterproducties & MATZER Theaterproducties zet Hella Haasses roman over de teloorgang degradatie van de vriendschap tussen een Nederlandse en Javaanse jongen in een geslaagde moderne bewerking op het toneel. De toepassing van multimedia ondersteunt het klassieke verhaal goed en Leopold Witte en Helge Slikker vormen een warm en boeiend vertelduo.
Haasses roman Oeroeg uit 1948 is een klassieker die zich afspeelt in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. De zoon van een administrateur van een theeplantage haalt herinneringen op aan zijn intieme vriendschap met de Javaanse jongen Oeroeg, wiens ouders werkten voor de theeplantage. In hun kindertijd zijn de twee elkaars beste vriend, maar naarmate zij ouder worden, wordt hun vriendschap steeds meer op negatieve wijze beïnvloed door de verschillen tussen de culturen waartoe zij behoren en door de problematiek van het kolonialisme. Langzaamaan raken de twee steeds meer van elkaar verwijderd, totdat ze – tot verdriet en radeloosheid van de hoofdpersoon – zelfs recht tegenover elkaar komen te staan. Het verhaal is tijdloos, omdat de centrale thema’s van vervreemding, verloren identiteit en ‘thuisloosheid’ te herkennen zijn in elke maatschappij, waaronder de huidige.
Associatieve en confronterende projecties
Het decor van de toneelvoorstelling Oeroeg is een hoog, wit, licht gebogen scherm, dat van rand tot rand het podium vult. Op het scherm worden vrijwel constant video’s en foto’s geprojecteerd. Het zijn zowel abstract aandoende, constant bewegende beelden, zoals een schijnbaar eindeloos shot van grof golvend water, als statische maar duidelijk herkenbare beelden, zoals foto’s van individuen en groepen uit de periode waarin het verhaal zich afspeelt. De abstracte beelden helpen associaties oproepen met exotische landschappen. De foto’s confronteren de toeschouwer met de werkelijkheid van de Nederlands-Indische maatschappij ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Beide beeldcategorieën begeleiden het verhaal op een goede en inventieve manier.
Prijzenswaardig naturel spel
Leopold Witte is de naamloze hoofdverteller. Zo’n 95% van de tijd is hij aan het woord. Madeleine Matzer bewerkte Haasses tekst licht; de bewerking lijkt grotendeels te bestaan uit het weglaten van stukken uit de roman en het samenvoegen van typeringen van bijvoorbeeld mensen, relaties, landschappen of situaties. Veel van Haasses rijk opgeschreven observaties zijn dan ook vrijwel ongewijzigd terug te vinden in het stuk. Witte’s vertelstijl is naturel en levendig. Hij ís de ik-persoon uit de roman; zijn spel is aantrekkelijk en geloofwaardig en hij draagt de voorstelling uitstekend.
Een ondersteunde luisterbaak
Wittes monoloog wordt soms onderbroken door een opmerking of liedfragment van Helge Slikker. Slikker speelt niet één personage, maar merkt soms als een alwetende verteller iets op; dan heeft hij weer een zinnetje van dat personage, dan weer van een ander. Hij fungeert tevens als luisterbaak voor de hoofdfiguur. Doordat Witte zijn teksten afwisselend op het publiek en op Helger kan richten, heeft Witte een helder klankbord. Zo wordt nog duidelijker dat zijn verhaal dringend is – hij moet het écht kwijt aan de wereld.
De liedfragmenten van Slikker zorgen voor tijd voor reflectie en versterken gevoelens. Zijn composities zijn juist getimed en zacht waar het past, hard waar het past. Hij biedt een prettige, ondersteunende soundtrack. De voorstelling kent kortom een subtiele en geslaagde balans tussen de rijke woorden van Haasse, het zuivere spel van Witte en de moderne video- en audio-elementen, en weet zo de thematiek van het verhaal ook voor het moderne publiek relevant te maken.