Sterk Grieks drama uit Nederland
De vrouw van de koning is vermoord en Andromache staat ernaast met het mes in haar hand. Het is de opening van de Troje Trilogie, maar in feite de conclusie van een serie tragische voorvallen waarin de geliefden van Andromache een voor een zijn gestorven. De Troje Trilogie is een moderne tragedie, geïnspireerd op de oude Griekse klassiekers.
In 1994 werd de Troje Trilogie, geschreven door Koos Terpstra, voor het eerst en voor het laatst in zijn geheel opgevoerd – tot nu. Terpstra heeft zich gebaseerd op de klassieke Griekse mythologie en dan met name op de beroemde tien jaar durende Trojaanse oorlog. Door deze sterke fundering in de Griekse mythologie bevat de Troje trilogie een hoop elementen die we ook kennen uit de klassieke Griekse stukken: kindermoord, jaloezie, tragische heldinnen, we komen het allemaal tegen. Maar wel geschreven in de strakke taal van de moderne tijd.
Tragiek in z’n achteruit
In de Troje Trilogie staat de Trojaanse prinses Andromache (Janneke Remmers) centraal. Haar verhaal wordt in omgekeerde volgorde verteld: in het eerste deel leeft ze als slavin in het paleis van Neoptolemos en wordt haar bastaardzoontje vermoord door de jaloerse vrouw van Neoptolemos. In het tweede deel is Andromache als oorlogsbuit meegenomen door Neoptolemos, na het winnen van de Trojaanse oorlog. In het derde deel zijn we aan het begin van de tragedie aangekomen waarin Andromache droomt dat haar man in de oorlog om Troje gedood zal worden. Alle ellende die Andromache overkomt – in elk deel gaat er een geliefde van haar dood – verklaart met terugwerkende kracht wat haar ertoe bracht om de moord uit de openingsscène te plegen.
Op die manier laat de Troje Trilogie op een interessante manier de ontwikkeling van Andromache zien. In omgekeerde volgorde zien we haar transformatie van prinses naar slavin. Het decor evalueert met de gemoedstoestand van Andromache mee. In het eerste deel ligt de toneelvloer chaotisch bezaaid met golvende plastic dakplaten, wat doet denken aan een ingestort bouwwerk. Ook Andromache is in het eerste deel geestelijk vermoeid en aanzienlijk minder strijdbaar dan de jongere Andromache die we later te zien krijgen. In het derde deel vormen de platen een rij zuilen – een intact paleis – en beelden daarmee ook de nog niet gebroken geest van Andromache uit.
De onafwendbaarheid van oorlog
De Troje Trilogie is met zijn drie uur geen snelle hap. Neem daarbij dat dit een zeer tekstuele voorstelling is waarbij eigenlijk altijd wel iemand het woord heeft, dan loop je het risico dat het publiek soms afdwaalt of de draad kwijtraakt. Maar dit gebeurt geen moment. Dankzij een goed geschreven tekst en ijzersterk en overtuigend spel blijf je als kijker de volle drie uur volledig geboeid. Iedere deel biedt daar ook genoeg afwisseling voor: het eerste deel is dankzij de archetypisch verwende prinses Hermione (Keja Klaasje Kwestro) vooral heel komisch. Het tweede deel onderzoekt de relatievorming tussen twee mensen die tot elkaar veroordeeld zijn en het derde deel is naast een tragisch familiedrama ook een beschouwing op het onontkomelijke karakter van oorlog en de rol van het individu daarin. Want hoewel niemand de Trojaanse oorlog als nuttig of plezierig ervaart, lijkt geen van de personages in staat hem te beëindigen. Dingen gaan zoals ze gaan; een levensvisie die met name door de Trojaanse koningin Hecabe (Oda Spelbos) vertegenwoordigd wordt – tot groot afgrijzen van Andromache. Deze combinatie van persoonlijk drama en maatschappelijke reflectie zorgt ervoor dat de Troje Trilogie continu boeit.