Romancier Grunberg op dood spoor?
Geen nood als je Het bestand (2014) niet gelezen hebt, want uit Het tweede bestand valt het voorgaande gemakkelijk af te leiden. Ze hadden als één roman uitgegeven kunnen worden. Maar de Bijbel bestaat ook uit een deel oud en een deel nieuw, zal Grunberg gedacht hebben.
Dochter wachtte op de komst van Christus I, de worm, de grote ontregelaar. Die liet verstek gaan, waardoor een radicale schoonmaak ten behoeve van een waarlijk liefdevolle wereld uitbleef. Voor die wereld is Christus II de benodigde virus. Dochter meent van dit virus zwanger te zijn maar in feite is ze dat van een ongewenst kind, een potentiële onderdrukker. Net als haar vader was. Dochters moeder is een representante van de conformistische massa die door Christus II het onderspit moet delven. De baby blijkt niet te redden, maar de woedende dochter volhardt tegen haar gynaecoloog: ‘Het virus leeft.’
Geen verbale Umwelt
Het tweede bestand heeft geen romaneske uitwerking. Mogelijk wilde Grunberg zich niet voor een zoveelste (conformistische?) roman oppeppen. In de novelle ontbreekt het aan een verbale Umwelt van personages die gaan leven en aan gebeurtenissen die zin en betekenis krijgen. Wat resteert zijn dorre fragmenten die volkomen koud laten. Hooguit kan de novelle als een soort parabel bedoeld zijn, naar keuze op te vatten als een waarschuwing of als een pleidooi. Het wordt niet duidelijk wat de schrijver met het denken en handelen van zijn hoofdpersonage wil overbrengen.
Dochter heet eigenlijk Lilian, maar wil zo niet genoemd worden. Ze wordt ‘de vrouw die vroeger Lilian heette’, ‘de nog net niet gearresteerde vrouw’ en ‘de staatsvijandin’ genoemd. Moeder wordt ‘de representant van de oude orde’ en ‘de treurige broedmachine’ genoemd. Probate middelen om beide personages niet tot leven te laten komen.
Wanen
Halverwege Het tweede bestand wordt er enig inzicht gegeven in de denkbeelden van dochter, zoals haar woede over onrecht. Ze verafschuwt de liefdeloze en hoopt op een liefdevolle wereld. Haar monomanie kent verder geen innerlijk leven. Ze blijft zielloos. Zo doorgedraaid als ze is kan het innerlijk door elkaar geschud of afgevlakt zijn. Maar ook daaraan moet toch zoveel uitdrukking gegeven worden dat de lezer zich een en ander kan inbeelden en aantrekken.
Is Grunberg niet altijd een enigszins harteloze schrijver geweest die geen levensecht psychologisch portret heeft kunnen of willen componeren? Nu ontwerpt hij een virus dat geeft wat de mensen niet konden geven: liefde. Verkeert de vigerende liefde volledig in onmacht? Warmte zou te verwachten zijn van niet-menselijke strelingen dankzij ‘kunstmatige intelligentie, waaraan volgens de dochter niets kunstmatigs is. Hoe kunstmatig is de mens zelf niet?’ Een passage met innerlijke tegenspraak. Als de mens, kennelijk niet in zijn voordeel, zelf kunstmatig is, waarom wordt dan van de gewaardeerde kunstmatige intelligentie gezegd dat daaraan niets kunstmatigs is? Of moet hieruit blijken hoe in de war de dochter wel niet is?
Dochter vindt niet dat de aanstaande quantumcomputer hardvochtig is, omdat hij geen behoeftes heeft. ‘Het zijn de mensen die hardvochtig zijn, met hun emoties die ze niet kunnen bedwingen, hun gevoelens die best vergeleken mogen worden met oprispingen, harde stinkende boeren’. Kent de oude liefde alleen maar emoties die dáármee geassocieerd kunnen worden? Van de nieuwe strelingen zou verwacht worden dat ‘die wakker maken, de alertheid verhogen, de waarheid aan het licht brengen.’ De vraag is weer in hoeverre dit soort frases overeenstemt met het mensbeeld van de schrijver. Of lezen we hier alleen maar gratuit verzinsel?
Vlees en bloed
De met geen andere schrijver vergelijkbare Grunberg heeft met zijn grillige intelligentie en bizarre verbeelding een aantal bijzondere romans geschreven. Het handjevol toneelstukken dat hij ook schreef, had als voordeel dat acteurs zijn tekst het vlees en bloed brachten dat Het tweede bestand ontbeert. Misschien kan Grunberg zich meer op toneel toeleggen.