Uit liefde voor goed eten
Nee, we hebben het niet over het vervolg op Eten, bidden, beminnen. In Nigella Lawsons nieuwste publicatie Koken, eten, leven (2020) combineert ze haar recepten met essays over ingrediënten, bereidingswijzen en koken.
Naast haar landgenoten Ottolenghi en Jamie Oliver is Lawson al decennialang een van de bestverkopende kookboekenschrijvers, zowel in het Verenigd Koninkrijk als ver daarbuiten. Lawsons boeken kenmerken zich door haar bevlogenheid; voor haar is koken geen middel maar een doel op zich. Niet verwonderlijk dus dat ze het ditmaal over een andere boeg gooit en de ruimte neemt om uitgebreid te reflecteren op haar kookgewoonten. Koken, eten, leven verschijnt op een goed moment; coronatijden geven ons de mogelijkheid bewuster met eten bezig te zijn en de tijd te nemen om uitgebreid te koken.
Betoog voor ansjovis
De grens tussen essay en recept is voor Lawson nauwelijks bestaand. Veelal beginnen haar essays met persoonlijke overtuigingen, zoals haar liefde voor rabarber en haar hekel aan guilty pleasures. Al gauw ontaardt zo’n betoog in één of meerdere recepten. Bijvoorbeeld in haar essay over ansjovis. Ze breekt een lans voor dit zoute visje dat door veel mensen gemeden wordt.
Uitermate jammer, zo redeneert Lawson. Het veelzijdige visje is een niet te evenaren smaakmaker. Ze steekt een vurig betoog af in een poging zieltjes te winnen en al snel vliegen de bereidingswijzen je om de oren. Het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Besmeer gewoon eens een boterham met een dikke laag boter en leg daar ansjovis van goede kwaliteit op. Naar het schijnt een goddelijke ervaring!
Atypisch
Verwacht geen gebalanceerd kookboek met een evenwichtig aantal voor-, hoofd- en bijgerechten, een zorgvuldig uitgekiende verdeling tussen vlees en vegetarisch of überhaupt een indeling in type gerecht. Naar verhouding kent het veel recepten voor zoetigheden en juist weinig vegetarische recepten. Al lezende worden Lawsons intenties duidelijker. Ze reageert in haar stukken vooral op tendensen die ze om zich heen ziet, zoals dat bruin voedsel tegenwoordig minder gewaardeerd wordt omdat het niet zo Instagrammable is.
Het pleit voor Lawson, die het als haar roeping ziet om iets te doen aan dergelijke doodzonden. Toch is het geheel te eclectisch om een volwaardig kookboek te zijn. Lawsons schrijfstijl is daarnaast erg associatief, wat de leesbaarheid niet altijd ten goede komt. Tegelijkertijd is Koken, eten, leven uniek en recht uit het hart geschreven. Haar enthousiasme werkt aanstekelijk en dat maakt veel goed.