Theater / Voorstelling

Rauw discofeest in nieuw jasje

recensie: Saturday Night Fever de musical
Saturday Night Fever C Roy Beusker 3Roy Beusker

Wie nummers als ‘Stayin’ Alive’ of ‘Night Fever’ hoort, gaat vrolijk swingend de dansvloer op. De discohits van The Bee Gees zorgen altijd voor een feestelijke sfeer. Maar hoe feelgood en feestelijk is de musical met deze hits? De film met John Travolta, waarop de musical Saturday Night Fever gebaseerd is, is namelijk behoorlijk rauw.

De Graaf & Cornelissen Entertainment brengt dit theaterseizoen de vernieuwde versie van de musical Saturday Night Fever, met Buddy Vedder en Esmée Dekker in de hoofdrollen, naar verschillende Nederlandse theaters. Eerder was deze musical al te zien in 2001 en in 2012, toen was er zelfs een zoektocht op televisie naar Tony, de mannelijke hoofdrol. Deze vernieuwde versie onder regie van Martin Michel heeft een nieuwe vertaling, choreografie, ander decor en nieuwe kostuums.

DJ Monty (Barry Beijer) opent de show door het (jonge) publiek uit te leggen wat platen zijn en te vertellen hoe guur de straten van Brooklyn in het New York van de jaren ’70 zijn. De musical vertelt het verhaal van Tony Manero (Buddy Vedder) en zijn vrienden Bobby C (Michael Muyderman), Double J (Davy Reedijk) en Joey (Marvin Sikkema). Jonge jongens die hun dromen achterna willen gaan, maar ze komen uit een slecht milieu en krijgen weinig kansen. In het weekend dansen ze hun zorgen weg in de disco. Tony’s droom is om te dansen en als hij Stephanie (Esmée Dekker) ontmoet, weet hij dat zij zijn danspartner moet worden. Dit klinkt als een feelgood verhaal, maar ondertussen zitten de jongens vol woede en komen onderwerpen als abortus, zelfdoding, verkrachting en racisme aan bod.

Echte vrouwenverslinders?

De jonge jongens zijn grofgebekt en voelen zich echte vrouwenverslinders en hebben het idee dat de straten van Brooklyn van hen zijn. Ze komen eerder over als een stelletje onzekere jongens dat zich stoer voordoet, zeker Tony Manero. Het grote publiek kent Buddy Vedder natuurlijk van tv, waar hij het imago van ‘vriendelijke buurjongen’ heeft. Ondanks zijn goede looks, komt hij als Tony zeker niet over als een door zichzelf geobsedeerde vrouwenverslinder. Eerder als onzekere jongen die zich groter voordoet en zichzelf steeds overschreeuwt. Iets wat overigens prima in het verhaal past, want dat is natuurlijk ook gewoon wat Tony is.

Het stoere opgefokte gepraat tussen de vrienden komt niet altijd geloofwaardig over en is bij vlagen wat ongemakkelijk. De chemie tussen Esmée en Buddy (Stephanie en Tony) is daarentegen heel goed, ze zijn echt een droomkoppel. De sterke Stephanie walst zo over Tony heen. Esmée Dekker en Buddy Vedder zijn beide sterke dansers en zangers, al is Esmée vocaal beter en Buddy dansend iets sterker.

Saturday Night Fever C Roy Beusker

© Roy Beusker

Moderne versie

In deze nieuwe versie is de klassieke discovloer nergens te bekennen, toch wordt er een onmiskenbaar discofeestje neergezet. Op de achtergrond de wolkenkrabbers van New York en soms een gedeelte van de Brooklyn Bridge. Het decor is vrij abstract weergegeven. Zo spelen de klassieke eettafelscènes zich nu af op een geheel donker podium met alleen drie spotlights. Dit werkt goed en zo laat het ruziënde gezin meer indruk na. Ook wordt er inventief gebruik gemaakt van de grote spiegels van de dansschool. In diverse scènes draaien de grote spiegels om Tony heen, als hij opgefokt is en niet weet wat hij moet doen, of als hij zijn eigen spieren bewondert in de spiegel. Een goede vondst dus. Er zitten ook kleine grapjes in het weinige decor: acteurs vormen de schappen van de verfwinkel en twee acteurs zijn de platenspeler in de dansschool.

Noemenswaardige momenten zijn vooral de rustige nummers, zoals de solo van Esmée Dekker, en met name het nummer ‘Reddeloos’ door Michael Muyderman zorgt voor kippevel. Ook DJ Monty valt op, naast DJ lijkt hij een soort geweten van de jongeren, die hen enerzijds aanmoedigt om hun dromen na te jagen en anderzijds drugs aan hen probeert te verkopen.

Jukeboxmusical vertalen

Saturday Night Fever is een ‘jukeboxmusical’, een musical gebaseerd op bestaande liedjes, in dit geval gebaseerd op de muziek van The Bee Gees. Denk aan hits als ‘Stayin’Alive’, ‘Night Fever’, ‘Disco Inferno’ of ‘Tragedy’. Jukeboxmusicals zijn populair, want mensen luisteren graag naar populaire hits van bekende artiesten, denk aan musicals als Mamma Mia, TINA en The Bodyguard. Toch is er één groot dilemma: worden de pophits vertaald of niet? En zo ja, welke?

Opvallend is dan ook de keuze voor een geheel nieuwe vertaling door Florus van Rooijen. Dat het script moderner wordt gemaakt is logisch, maar wat was er mis met de liedvertaling van Daniël Cohen (2001 en 2012)? In die eerdere vertaling werden ‘onvertaalbare’ iconische woorden goed geïntegreerd in Nederlandse zinnen en werd ‘Stayin’ Alive’: ‘Leven in een ghetto is leven met het motto van Stayin’ Alive’. Nu is dit : ‘Ga het leven te lijf’, iets wat in de snelheid van de ensemblezang klinkt als ‘levende lijf’. Het indrukwekkende ‘Tragedy’ wordt van ‘Radeloos’ nu ‘Reddeloos’. De vraag is of dat echt nodig is.

Niet alle nummers zijn vertaald, zoals bij de meeste jukeboxmusicals worden de liedjes die het verhaal niet vooruitbrengen, niet vertaald. Dus het dansnummer van Tony en Stephanie ‘More than a woman’ blijft in het Engels. Grappig detail is dat op deze moment ‘de platenspeler’ wordt aangezet, dit is een duo acteurs dat steeds komt zingen. Bovendien is er aan het einde nog even een Engelstalige megamix, waarop het publiek mee mag swingen.

Al met al is Saturday Night Fever een musical die je gemengde gevoelens geeft, het is én een discofeestje én een rauw verhaal. De show heeft mooie, grappige en inventieve momenten én slaat af en toe de plank een beetje mis.