Psychedelische nachtmerrie in de wildernis
Met Lord of the Flies leveren NTJong en de Veenfabriek een inktzwart beeld van het menselijk vermogen om vreedzaam samen te leven. In tijden van een verdeeld Europa en een Trumpiaans Amerika heeft dit allerminst aan zeggingskracht ingeboet.
Hoe kunnen we met elkaar leven? Kunnen we omgaan met de ander of wint het recht van de sterkste? William Golding zag het somber in. Na de verschrikking van de Tweede Wereldoorlog schreef hij Lord of the Flies, een allegorie waarin gestrande kinderen een beschaving oprichten die uiteindelijk ontaardt in kannibalisme. Zestig jaar later is zijn roman nog verrassend actueel. In de bewerking van Jibbe Willems en regie van Noël Fischer zien we hoe de spanningen die in het Westen steeds voelbaarder worden – agressie versus compassie, arm versus rijk, het onderbuikgevoel tegenover het intellect – ook de ministaat van Lord of the Flies in twee kampen verdelen.
De populist tegen de democraat
De welbedeelde Jack (Bram Suijker) en zijn vrienden komen van een betere school en menen daarom het leiderschap te verdienen. Met bravoure en intimidatie eisen zij hun plek op de apenrots op. Ze zijn de archetypische bullebakken die de zwakken onderdrukken om zelf vooruit te komen. Daartegenover staat Ralph (Mattias van de Vijver), die jongen die zich ontfermt over de zwakkeren, luistert naar de mening van anderen en pleit voor een democratie. Als hij door een stemming de leiding krijgt, wordt een schelp het symbool voor beschaving: wie de schelp heeft, mag spreken. De beginnende democratie weerhoudt Jack en zijn aanhangers er niet van om op eigen houtje op jacht te gaan naar een mysterieus monster dat zich ergens op het eiland schuilhoudt. De jongens komen terug met een geslacht zwijn en zijn onherroepelijk veranderd. Het eerste bloed is vergoten, de eerste moord begaan.
Van Expeditie Robinson naar Apocalypse Now
Geen geruststellende voorstelling dus, deze Lord of the Flies. De komische noot wordt gegeven door Jim Deddes en Sander Plukaard, die in Expeditie Robinson-achtige vlogs roddelen over de andere jongens. Dat het lachen ons zal vergaan, wordt al snel duidelijk in het decorbeeld. Een doorlopende projectie van Catharina Scholten laat een brandende zon zien die langzamerhand verandert in een psychedelische jungle waar de jagers zich steeds dieper mee vereenzelvigen. Met bloed en verf op hun gezichten kunnen zij zich camoufleren in de grimmige kleurenstorm van de wildernis. De jongens die aanvankelijk in nette schooluniformen gekleed waren, zijn geleidelijk veranderd in woestelingen met wapens en verscheurde kleding.
Lord of the Flies profiteert van een sterk visuele regie en een energieke spelersgroep die gemakkelijk de aandacht vast weet te houden. Bram Suijker en Mattias van de Vijver spelen mooie tegenpolen van elkaar: de hooghartige populist die uit is op zelfverheerlijking tegenover de introverte denker die het belang van de groep vooropzet. Phi Nguyen is fascinerend als de timide Bril. In zijn lichaamstaal vat hij precies het ongemak van een jongen die geaccepteerd wil worden, maar zich geen houding weet te geven. Zo werkt deze Lord of the Flies als allegorie voor het huidige politieke klimaat, maar – voor het jongere publiek – ook voor het leven op het schoolplein. De pestkop, de volgelingen, de underdog: ze komen ongetwijfeld bekend voor.