Aanklacht tegen roof van Joodse muziekinstrumenten
Vijf echte, imposante vleugels domineren het toneelbeeld van Pianostemmen. Ze vertegenwoordigen de muzikale Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en die hun kostbare instrumenten moesten achterlaten. Tg Goed Gezelschap maakt een muzikale voorstelling over de daders en de slachtoffers van deze roof.
‘Maak je geen zorgen, die mensen, die komen niet terug’, zegt de sjacheraar Puls, de Amsterdammer wiens bedrijf de huizen leeghaalt van Joodse mensen die weggevoerd worden. Puls wil een dealtje sluiten met Jacobus Kromm, handelaar in vleugels en piano’s. Kromm heeft zo zijn twijfels bij het – gratis! – binnenhalen van vleugels en piano’s van Joodse mensen met behulp van Puls. Maar zoals zovelen zwicht Kromm voor het geld dat hij ermee kan verdienen. Hij doet er zelfs een dansje bij.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bezittingen van Joodse Amsterdammers weggehaald door verhuisbedrijf Puls. Het kwam geregeld voor dat de diverse Hollandse buren vóór die tijd al wat achtergebleven eigendommen hadden gejat.
‘Die mensen’ kwamen inderdaad niet terug uit de concentratiekampen. Sommigen emigreerden bijtijds naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Canada. Maar ook die mensen kregen na de oorlog hun spullen zelden of nooit terug.
Zwijgzaam
Auteur Wessel de Vries schreef daarover Pianostemmen, dat Tg Goed gezelschap brengt onder de vlag van Kobra Theaterproducties. Jaap Dieleman speelt de zwijgzame pianohandelaar en -stemmer Jacob Kromm, een kromgegroeide man in een grijze stofjas. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, vertelt niet hij, de pianostemmer, het verhaal, maar de vier andere spelers. Zij geven hun instrumenten letterlijk een menselijke stem. Deze spelers, gehuld in het jacquet van de concertpianist, spreken elkaar ook aan met het merk vleugel dat ze stuk voor stuk vertegenwoordigen: Bösendorfer, Bechstein, enzovoort. Deze vier spelen ook een aantal van de Joodse mensen die hun bezit verliezen.
Regisseur Ria Marks houdt ervan muzikaliteit in haar voorstellingen te brengen, zoals onlangs nog in De kant van Ada. Ook in Pianostemmen speelt muziek een dominante rol. De muzikale momenten zijn in Pianostemmen het beste gelukt. Als de vijf vleugels samen een meerstemmig muziekstuk brengen. Wanneer de spelers meerstemmig een lied zingen. Of als de spelers de handeling live voorzien van een achtergrondmuziek.
Clownesk
Marks maakt het zichzelf en haar spelers moeilijk omdat ze in feite alles moeten kunnen: acteren, piano spelen, zingen. Die combinatie van talenten is niet iedereen gegeven. Marks kiest voor een nogal clowneske, karikaturale acteerstijl. Goed daarin zijn vooral Dennie Lukkezen, die met verve onder andere de tante van Kromm en de vluchtende Joodse mevrouw Van Buuren speelt; en Joost Claes, die voluit schmierend de ritselaar Puls neerzet.
Kostbaar
Jaap Dieleman als Kromm is vooral verdienstelijk omdat hij daadwerkelijk piano kan spelen. Het personage heeft extreem weinig tekst, zijn belangrijkste bijdrage is het opsommen van de namen en adressen van weggevoerde families: ‘Levi, Wertheim, Asscher…’ Hoe Kromm de gang van zaken heeft ervaren, moeten we goeddeels opmaken uit de omschrijvingen van de anderen. Aanvankelijk is Kromm terughoudend, gegeneerd, hoewel hij een vluchtende Joodse vrouw glashard een poot uitdraait: hij betaalt haar een habbekrats voor haar kostbare vleugel. Vervolgens moet hij worden overgehaald om het spel mee te spelen van het achteroverdrukken van Joodse instrumenten. Maar ná de oorlog houdt hij zich van de domme over de instrumentenroof.
Door zowel de tragische geschiedenis van de beroofde Joden, als de gewetenloosheid van de daders, als een muzikaal verhaal te willen neerzetten, hinkt Pianostemmen op te veel gedachten die niet helemaal goed uit de verf komen. Sommige spelers zijn niet sterk genoeg om die combinatie aan te kunnen. De roof van Joodse bezittingen, in de veronderstelling dat toch nooit meer iemand erom zou komen, verdient niettemin beslist onze aandacht
Tekst: Wessel de Vries
Idee, concept & projectleiding: Klemens Patijn
Regie: Ria Marks
Spel: Joost Claes, Jaap Dieleman, Dennie Lukkezen, Emma van Muiswinkel, Klemens Patijn
Componist: Wiebe Gotink
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
Decormakers: Theodoor Dekker en Juul Dekker
Techniek: Peter Zwart en Menno Drost
Fotografie: Jan Amse