Op zoek naar het onverwachte
De Kunsthal in Rotterdam presenteert een retrospectief van het leven en werk van de Amerikaanse kunstenaar en fotograaf Robert Mapplethorpe (1946-1989). In zijn korte bestaan wist hij een indrukwekkend, maar soms ook controversieel, oeuvre op te bouwen.
De tentoonstelling laat met ruim tweehonderd foto’s het werk van Mapplethorpe zien van zijn eerste werken eind jaren zestig, tot zijn doorbraak in de jaren tachtig. Van jongs af aan wilde Mapplethorpe beroemd worden. Op negentienjarige leeftijd begon hij zijn seksualiteit in twijfel te trekken en te experimenteren met drugs. Hij had een fascinatie voor de Amerikaanse kunstenaar en pop-pionier Andy Warhol (1928-1987), die zijn artistieke rolmodel werd. Hoewel Mapplethorpe achttien jaar jonger was, hadden de beide mannen een aantal dingen met elkaar gemeen. Ze waren allebei homoseksueel en drukten hun geaardheid uit in de kunst die ze maakten en beiden droegen bij om New York het middelpunt van de hedendaagse kunst te maken. Echte vrienden waren ze echter niet; Mapplethorpe was jaloers op het succes van Warhol en wilde dat evenaren.
Muze
In 1967 ontmoette hij de zangeres en dichteres Patti Smith (1946). Zij werden vrienden voor het leven. Hoewel hun vriendschap niet over rozen ging, beschouwt Smith Mapplethorpe nog steeds als een van de belangrijkste personen in haar leven. In haar boek Just Kids (2010) beschrijft zij op uitzonderlijke en indrukwekkende wijze hun liefdesgeschiedenis. Mapplethorpe zag Smith als zijn muze, tot uitdrukking gebracht in zijn prachtige portretten van haar.
Werk
De kunst van Mapplethorpe bestond in eerste instantie uit tekeningen, sieraden en bewerkingen van foto’s van anderen. Zijn eerste eigen foto’s maakte hij met een Polaroidcamera. In het midden van de jaren zeventig kwam hij in het bezit van een Hasselbladcamera en begon hij met het fotograferen van mensen uit zijn omgeving; vrienden, kennissen en beroemdheden.
Portfolio’s en Black Book
Mapplethorpe creëerde portfolio’s van zijn werk, waarvan alle foto’s op de tentoonstelling zijn te zien. In 1978 kwam hij met de X- en Y Portfolio. De X Portfolio bestaat uit dertien foto’s van kinky homoseks, waarbij Mapplethorpe niet alleen een toeschouwer was, maar zelf ook actief meedeed. De Y Portfolio bevat dertien super geraffineerde bloemstillevens van onder anderen anjers, tulpen en gipskruid. En dat terwijl hij zei een hekel te hebben aan bloemen. Later zouden zijn bloemstillevens een meer erotische lading krijgen, zoals Orchid (1986) en Calla Lily (1988). In de Z Portfolio (1981) legde hij verschillende naakte mannen vast, die hij net zo stileerde als zijn bloemstillevens.
Beroemd is ook het Black Book (1986), waarin erotische naaktportretten staan van zwarte mannen. Ze zijn zo perfect afgebeeld dat het wel beeldhouwwerken lijken. Hoewel de foto’s in het boek voor Mapplethorpe een ode aan het zwarte mannelijk naakt waren, werd hem verweten dat hij de mannen reduceerde tot lustobject. Maar hoe groter de discussie rondom zijn werk werd, des te beroemder zijn foto’s werden.
Perfectie
In 1986 werd Mapplethorpe gediagnosticeerd met aids. Hij hoopte toen dat hij lang genoeg zou leven om zijn ‘perfecte moment’ mee te maken. Hij stierf op 9 maart 1989. Acht maanden voor hij stierf ging zijn wens in vervulling en kon hij de openingsreceptie meemaken van zijn eerste retrospectieve tentoonstelling in het Whitney Museum of American Art in New York.
De kern van het werk van Mapplethorpe is zijn streven naar perfectie. En hier gaat het bij de tentoonstelling mis. De belichting is verre van perfect; bij bijna iedere foto zie je jezelf weerspiegeld en ook de onderschriften zijn moeilijk te lezen. Jammer!
Verder geven de foto’s een prachtig chronologisch overzicht van zijn kunnen. Zijn sublieme zwart-witportretten, die niet anders kunnen zijn dan zwart-wit en zijn aparte en gewaagde, maar prachtige composities zijn een lust voor het oog. Zijn werk heeft een tijdloos karakter en zal altijd mensen blijven boeien.