Op de grens van autonomie
Met de tentoonstelling Shelter Island wordt het recente werk van Roe Ethridge (1969) getoond. De beknopte maar sprekende fotoserie intrigeert door zijn afstandelijke intimiteit en boeit de kijker door de strijd tussen commercie en autonomie.
De Amerikaanse fotograaf woont en werkt in New York, maar komt oorspronkelijk uit Miami, Florida. In zijn serie Shelter Island komt het buitenleven tijdens een typisch Amerikaanse zomervakantie aan bod. Met zijn gezin huurde hij een zomerhuis in Long Island, New York. Daar trof hij veel achtergelaten objecten aan die het uitgangspunt werden van zijn nieuwe, melancholisch getinte werk. Ethridge staat bekend om het hergebruiken van zijn eigen werk. Zo gebruikt hij soms een foto uit een commerciële opdracht om een autonoom werk compleet te maken. In deze tentoonstelling gebruikt hij de gladde stijl van zijn commerciële oevre, maar ligt het thema van de serie in persoonlijker sferen. De gevoelswaarde van het werk zit in de nostalgie die het uitstraalt. Zelf beleefde Ethridge als kind zomers zoals hij die nu met zijn kinderen deelt.
Broze objecten
Een aantal van de gefotografeerde objecten doet broos aan, zoals de meer dan verwelkte bloemen en een oud houten kistje met lege colaflesjes. Hun glorie is duidelijk vergaan, maar hun waarde is er in de ogen van Ethridge zeker niet minder op geworden, integendeel. De objecten lagen, tezamen met de herinneringen aan zijn eigen jeugd lijkt het, verborgen op het eiland. Beschermd van de buitenwereld en jaren later (terug-) gevonden door de fotograaf. De portretten van zijn kinderen en de foto van de kinderhand met een dode krab vormen binnen de serie het toppunt van sentiment. Ook hier -juist hier- is steeds de klinische, glossy stijl toegepast, waardoor hij zijn persoonlijk leven tot kunst verheft en de serie overkomt als een verstilde cult-film.
Pamela Anderson
Een opmerkelijke foto binnen de serie is die van Pamela Anderson, die op semi-sensuele wijze een tros rode druiven haar mond in laat glijden. De foto hangt in dezelfde ruimte als de Instagram-collage van de vakantiefoto’s van een van zijn kinderen en een ingelijste selfie, waardoor de gelikte foto van Anderson een extra nostalgische lading geeft aan het geheel. Bij het verlaten van de tentoonstelling hangt de foto met de druiven bovendien nog een keer, in een kleiner formaat, op een deur, alsof wij nu voorgoed afscheid zouden nemen van de jaren negentig. Het is een fijne humoristische noot; naast de portretten en de verstilde landschappen is de foto van Anderson een knipoog naar de bezoeker – wellicht met de boodschap dat wij het leven en de/zijn kunst niet altijd even serieus moeten nemen.