Theater / Voorstelling

Onheilspellend debuut van paranoïde Pannekoek smaakt naar meer

recensie: Peter Pannekoek – Zacht van binnen

Voor Peter Pannekoek (1986) is de wereld een plek geworden waar hij langzaamaan steeds minder grip op heeft. Althans, dat blijkt uit de talloze situaties die hij beschrijft waarin hij zowel dader als slachtoffer is van grootse complotten, aanslagen, verkeersongevallen of zijn eigen relatie. De afwisseling in thematiek gaat van lichtvoetig naar loodzwaar, maar soms neemt de behoefte aan de lach nog iets te veel ruimte in in zijn overtuigende verhaal.

Na Pieter Derks is Peter Pannekoek de tweede cabaretier die na de wekelijkse optredens in De Wereld Draait Door de theaters ingaat met een avondvullend programma. Voor Derks hielp het zijn zalen voller te krijgen dan bij zijn eerdere programma’s, maar voor Pannekoek geldt deze voorstelling als zijn eersteling en dan is het altijd afwachten of de verwachtingen worden waargemaakt.

Scenefoto 2 Zacht van binnen - Peter Pannekoek (Fotografie Hans Peter van Velthoven)Anne Frank

Het begint al goed als Pannekoek opkomt in een djellaba en de vloer aanveegt met haast alle religies, zonder dat het zuur wordt. Integendeel, juist vanuit zijn angsten probeert hij zichzelf te verhouden tot zijn omgeving die hem iets wil aandoen. Hoewel hij met enkele rake grappen komt over Anne Frank, de NS en ernstige ziekten, blijft Pannekoek hier en daar toch teveel steken in zijn rol als comedian. Zo somt hij soms wel erg clichématige anekdotes op over seks, liefde en relaties. De verschillen tussen mannen en vrouwen kennen we nou wel, wat ook al vaker is behandeld door collega’s als Roué Verveer, Ronald Goedemondt en Eric van Sauers.  Dat is altijd makkelijk scoren, maar ook jammer. Pannekoek heeft namelijk veel meer zinnigs te melden dan dit soort zoetmakertjes.

Zeggingskracht

Gelukkig biedt Pannekoek na de pauze een boeiender verhaal en levert daarmee toch een alleraardigst eerste programma af, met een lekker tempo en genoeg zeggingskracht om zijn plek op het podium te rechtvaardigen. Een goede zet is daarbij de regie van Ruut Weissman, die de voorstelling meer artistieke lading geeft. Zo klinkt er op de achtergrond, vrij zacht overigens, een wat onheilspellend geluid wat de paranoia van Peter Pannekoek onderstreept. Dat heeft het gewenste effect, want hoewel humor de boventoon voert, zijn de sadistische gedachten van Pannekoek over pedofilie, racisme of zijn eigen begrafenis van alle onschuld ontdaan. De grappen zijn mooi opgebouwd, goed getimed en geven net genoeg lucht om de zwaarmoedige gedachtespinsels van Pannekoek een plek te geven. Dat biedt perspectief op een gedegen tweede voorstelling. Nu alleen nog de man/vrouw-geintjes wegwerken en we hebben er weer een prima cabaretier bij.