Film / Serie

‘Oerverhaal’ met halfbakken dramatiek

recensie: American Primeval (2025) – Netflix
American Primeval cover©Tudum by Netflix

Utah was in 1857/58 het toneel van een machtsstrijd tussen lokale mormonen en de federale regering in Washington. Andere partijen – inheemse stammen en settlers – werden hier ongewild bij betrokken. De interessante dramaserie American Primeval rakelt deze vrij onbekende geschiedenis weer op.

Historisch is de nieuwe Netflix-serie American Primeval dik in orde. Zoals de titel al doet vermoeden, begint het meteen vrij barbaars: een karavaan van kolonisten wordt overvallen en afgeslacht door een legertje gemaskerde mannen (mormonen), geassisteerd door inheemse Paiutes. Het camerawerk sleept je snel mee in dit Amerikaanse ‘oerverhaal’.

De zogeheten Mountain Meadows Massacre heeft werkelijk plaatsgevonden. In 1857 was de mormoonse beweging in Utah, strevend naar zoveel mogelijk zelfbestuur, in gewapend conflict gekomen met de federale autoriteiten. Alle reizigers werden beschouwd als mogelijke bondgenoten van de vijand; complotdenkers en geruchtenmachines deden hun werk (ook toen al) volop. Met als gevolg dus een paranoïde moordpartij op landverhuizers die totaal niets met de strijd te maken hadden. De gecalculeerde inschakeling van Paiutes had uiteraard tot doel om de ‘wilden’ de schuld in de schoenen te schuiven.

Mooie couleur locale

Het script van de serie is geschreven door Mark L. Smith, die eerder al (mede) tekende voor de terecht bekroonde, uiterst rauwe film The Revenant (2015). In beschrijvingen van de serie wordt vaak gewezen op de dito bloederigheid van American Primeval. Maar eerlijk gezegd valt die best mee. Kijkers zijn het nodige gewend tegenwoordig, en hoewel er flink wat wordt gemoord op de vlakten van Utah heb je geen supermaag nodig om de zes afleveringen te doorstaan.

De beste elementen van de serie zijn de aandacht voor de historische context en de prachtige cinematografie. Alle perspectieven – zeker ook die van de inheemse Shoshone – worden vrij genuanceerd geschilderd en de aandacht voor couleur locale en natuurschoon verdient een groot compliment. Het is wel handig als je iets meer weet over dit tijdsbestek in de geschiedenis van de VS. In 1857 stonden de sterk verdeelde staten aan de vooravond van de Civil War (1861-1865), en de positie van de inheemse volken was inmiddels behoorlijk uitzichtloos geworden. Direct na de burgeroorlog, toen het Amerikaanse leger zijn handen weer vrij had, zouden er nog een paar grote, laatste Indian Wars plaatsvinden. Maar zoals de Shoshone in American Primeval al goed beseften, was vechten tegen ‘de witten’ een verloren zaak. (Leestip: Peter Cozzens, The Earth Is Weeping, 2016.)

Geijkte verhalen

De Netflix-serie concentreert zich verder op enkele individuele verhalen: soms volg je de van elkaar gescheiden echtelieden Pratt, dan weer gevluchte moeder Sara Rowell die met haar zoontje, een zwijgzame gids en een inheems meisje uit handen van justitie/premiejagers probeert te blijven. Hun belevenissen zijn weliswaar onderhoudend, maar ook wat geijkt.

De Pratts zijn de enige overlevenden van de genoemde slachtpartij, maar dat klinkt mooier dan het is. Abish Pratt (Saura Lightfoot-Leon) wordt opgepikt door Shoshone en gedwongen opgenomen in hun stam. Jacob Pratt (Dane DeHaan) – half gescalpeerd en helemaal getraumatiseerd – raakt steeds verder van het padje in de zoektocht naar zijn ontvoerde Abish. Ze zullen elkaar nog een keer ontmoeten, maar wat een mooie afsluitende tranentrekker had moeten worden, werkt eerder op de lachspieren. De makers verliezen zich in dit verhaal in een overdaad aan dramatiek.

Moeder Rowell, op de vlucht na een wanhoopsdaad, heeft de beste rol in American Primeval: Betty Gilpin zet een vastberaden vrouw neer die met vallen en opstaan de ongeschreven wetten van het Wilde Westen leert kennen. De tocht met haar zoontje is avontuurlijk en spannend, en de interactie met haar gids (Taylor Kitsch) boeit ook. Al liggen een paar clichés altijd op de loer, zeker aan het eind van de serie.

Half en half

Het verhaal van de Pratts – die ‘getuigen’ waren van de slachtpartij en dus iets te vertellen hebben – is wel intelligent verweven met het conflict tussen mormonen en federale troepen. Beide partijen zijn om eigen redenen in het echtpaar geïnteresseerd. Hun voortdurende kat-en-muisspel leidt aan het eind van de serie ook tot een verrassende climax.

Uiteindelijk wil American Primeval iets te veel van twee disciplines zijn: geschiedenis en drama. Historisch en visueel tikt de serie goede vinkjes aan, de hele context en aankleding zijn mooi en vakkundig uitgewerkt. Daarmee is het een interessante en onderhoudende interpretatie van een minder bekend hoofdstuk uit het Amerikaanse verleden. Als drama is het wat minder geslaagd. De lotgevallen van de hoofdpersonen houden je aandacht wel vast, maar zijn weinig origineel en soms zelfs sentimenteel. Dat voelt een beetje als een gemiste kans. Zo is de serie leuk om een weekendje te bingen, maar niet goed genoeg om in je kijklijst te bewaren.