Verdorven zielen in donkere tijden
Barokspecialist en dirigent Andrea Marcon weet samen met zijn La Cetra Barockorchester in de opera seria Catone in Utica van Vivaldi (1678 – 1741) een fijn kantwerk te weven, waarop onder andere de Duitse sopraan Anett Fritsch, de Zweedse mezzosopraan Ann Hallenberg en de opvallende Italiaanse mezzosopraan Francesca Ascioti als kostbare juwelen schitteren.
De internationale cast in de opera van Vivaldi, Catone in Utica, verleidt met expressie en voyante stemmen het publiek tijdens deze ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw. Al vanaf de eerste maten trekt het Zwitserse barokorkest La Cetra (de citer) onder leiding van Vivaldi-specialist Andrea Marcon de aandacht en verplaatst het in de zaal aanwezige publiek naar Utica. Omdat deze late opera van Vivaldi slechts gedeeltelijk bewaard gebleven is, verschijnt tijdens de als ouverture gespeelde sinfonia ‘L’Olimpiade’ (1734) van Vivaldi een korte samenvatting via de boventiteling. Vervolgens begint een emotionele achtbaan van jaloezie, macht, verraad en ontroering.
Vindingrijk
Als door een onzichtbare hand van boven geleid borduurt Vivaldi een waar naaldwerk tussen het libretto van Metastasio en simpele harmonische formules. De vindingrijk gecomponeerde stemrollen in deze klassieke opera seria verlenen alle zes personages essentie en gelaagdheid. Je waant je in de stad Utica, waar de stijfkoppige staatsman Catone zijn macht uitoefent. Zijn woede is in iedere noot voelbaar. Hij haat Cesare om zijn oneerlijke machtspolitiek, maar vooral om zijn gewoonte vrouwen van zijn tegenstanders te verleiden. Als Catone ontdekt dat Cesare ook het hart van zijn eigen dochter Marzia heeft gestolen, raken de ontwikkelingen in een geniaal georkestreerde muzikale versnelling.
De Italiaanse Francesca Ascioti, mezzosopraan, verrast met een verzadigde en wendbare stem, waarmee ze Marzia’s drama geloofwaardig neerzet. Krachtig is ook Anett Fritsch in de rol van de arrogante Cesare. Maar de weergaloze klank van de Zweedse mezzosopraan Ann Hallenberg blijft de hoogste traktatie. Jammer dat de Zwitserse tenor Emiliano Gonzales Toro als Catone af toe zijn stem forceert, waardoor de spanning wegvalt. Ook de Spaanse countertenor Carlos Mena, hoewel uitstekend in zijn expressie, is tekstueel minder goed te volgen. Roberta Invernizzi vertolkt prins Arbace toneelachtig met donker getinte mezzosopraan, zodat de kleine rol alsnog goed opvalt.
Ontlading
De vandaag jarige Marcon toont ambachtelijk meesterschap in zijn dirigeerkunst; hij laat moeiteloos de dynamiek van de stemmen versmelten met de structuur van het orkest. De vitaliteit spat gedurende de hele opera van de orkestmusici af. De vele recitativi cantandi storen niet, integendeel. Marcon genereert hiermee de emoties om ze tot een hoogtepunt te brengen en in de aria’s uit de handen te geven. De ontlading laat hij helemaal aan de zangers over.
De indruk dat niet Marcon maar de muziek de leiding heeft, dringt zich al snel op. En hoewel Vivaldi’s Catone in Utica sterk op de taal gecomponeerd is en daardoor het toneelbeeld moeilijk blijft, is het verlangen om deze cast in kostuums op de operahuisplanken mee te maken na vandaag sterker dan ooit.