Consistent doch weinig interessant
Onlangs verscheen de tweede plaat van het illustere popkwartet The Elected. Het kreeg de nietsverhullende titel Sun, Sun, Sun. Het album klinkt dan ook bijzonder zonnig, te zonnig als je het op de man af zou vragen. Het had beter winter kunnen zijn, dan had voorman Blake Sennett er misschien wat meer tijd aan besteed. Nu blijven de veertien nummers, elk in een uitgekauwd traditioneel jasje gestoken, tergend langzaam voorbijkomen.
Crooner
The Elected lijkt op Sun, Sun, Sun als Belle & Sebastian te willen klinken. In de opener Clouds Parting (8:14 a.m.) of in het nummer Would You Come with Me doet de band goed zijn best, maar het blijft bij een poging. Het is ook zo dat Sun, Sun, Sun vooral neigt naar een minder urgente variant van het werk van bands als Death Cab For Cutie, Pernice Brothers of Rogue Wave. Zo hier en daar doet de muziek zelfs denken aan Queen. In Did Me Good ontpopt Bennett zich zelfs als een crooner, maar ook dat biedt geen soelaas
Het is niet alleen maar kommer en kwel. Desiree is een heel mooi nummer en ook Biggest Star weet, vooral door een prachtige gitaareruptie, indruk te maken. Maar twee uitschieters op een album is wel ietwat karig. Het klinkt allemaal veel te volwassen, veel te schoon en de plaat wordt nergens echt spannend. Dit maakt van Sun, Sun, Sun een van de meest consistente platen uit het oeuvre van Sennett, al is dit wel een verkeerde vorm van consistentie. Het had zo mooi kunnen zijn.