Muziek

Halve eeuw Morricone

recensie: Ennio Morricone 50 Years Of Music

Morricone’s briljante muziek verbindt connaisseurs en liefhebbers, jong en oud, en hart en ziel. Meer dan zesduizend mensen zijn naar het avondconcert in de Ziggo Dome gekomen.

Buiten waait een koude wind en het regent. Binnen warmen vurige koorpartijen en dramatische klankgolven het publiek op. Vooral zijn bekendste klassiekers Once Upon A Time in the West, The Ecstasy of Gold en Cinema Paradiso herinneren iedereen aan de filmverhalen en scheppen een melancholieke sfeer.

Actueel
Het is een wonder, maar de muziek van Ennio Morricone (geboren in Rome in 1928) veroudert met de tijd niet. Integendeel, zijn laatste pareltjes – de soundtracks van Brian de Palma’ s The Untouchables en Tarantino’s Kill Bill, die helaas deze avond niet te horen zijn – bewijzen dat de geest van Morricone niets met zijn leeftijd gemeen heeft. De afgelopen tien, twintig jaar gaat Morricone op een verrassende wijze met de tijdgeest mee. Hij lijkt niets op te hebben met concepten en patronen. En precies dat is zijn sterke kant. Vasthouden aan ideeën die hun hoogtepunt al bereikt hebben is niet de weg. Hij blijft liever zijn innerlijke wegwijzer volgen.

In interviews geeft hij toe: “Als ik iemand niet aardig vind, begin ik er al niet aan. Ik volg puur mijn gevoel. (…) Juist het gevoel erbij is bepalend. Het onderstreept alles wat ik doe. Zodra muziek een recept of formule is geworden, haak ik af.” In de afgelopen vijftig jaar heeft hij meer dan vijfhonderd muziekscores en meer dan honderd concertstukken gecomponeerd. Bijna allemaal hebben ze prijzen gekregen. In 2007 won hij een Oscar voor “magnificent and multifaceted contribution to the art of filmmusic”. Er bestaat geen filmmuziekcomponist die meer bereikt heeft dan Morricone.

Podium
Zijn optreden moest hij het afgelopen jaar twee keer, vanwege zijn gezondheid, afzeggen. Hij had alle redenen om zijn wereldtournee te onderbreken. Dat hij nu speciaal naar Amsterdam is gekomen om een overweldigend concert voor zijn fans te geven, zegt alles over zijn doorzettingsvermogen. Toch heeft hij bewust voor een zeer statische – bijna saaie – uitvoering gekozen. Hij is ervan uitgegaan, dat iedereen in de zaal de films kent. Een filmmuziekconcert draait juist om de muziek zelf voor de maestro.

Het grote Tsjechische Nationaal Symfonie Orkest telt 86 muzikanten. Het Kodály Koor bestaat uit 75 zangers. Samen met gitarist Rocco Zifarelli en drummer Massimo D’Agostino presenteert Morricone een twee uur lang durend concert. De sopraan Susanna Rigacci is slechts twee keer te horen. De avond verloopt zonder show, zonder woorden, zonder opsmuk. De ouderwetse manier van optreden past wel bij de filosofie van Morricone. De mensen blijven luisteren en niemand schijnt zich te ergeren aan de te harde klanken, aan het ontbreken van filmfragmenten en aan weinig animo op het podium.

Boodschap
Morricone haat journalisten en media-aandacht, hij vindt het allemaal storend en onverdraaglijk. Bot en boos reageert hij op aanzoeken voor een interview of een glimlach voor een foto. Met opzet spreekt hij tot vandaag geen woord Engels, hoewel hij jarenlang met Hollywood samengewerkt heeft. Dat is zijn stille verzet. Zijn communicatie is de muziek, het zijn niet de woorden. Zijn stoere gezicht verandert al gauw in een boosaardige grimas als mensen van hem vragen waar hij niet van houdt: namelijk praten. Muziek en klanken, dat is zijn wereld.

Tijdens het concert grijpt de fluitmelodie van The Good, the Bad and the Ugly je bij de keel. De ritmische funky bassolo van Come Maddalena jaagt angst aan en de harpmelodie aan het eind van Legend of 1900 klinkt eenzaam en melancholisch. Muziek is zijn taal, hier staat hij open om zijn emoties te delen en het verhaal te vertellen. Hij wil graag dat mensen luisteren en niet praten. En dat is hem tijdens deze avond meesterlijk gelukt.