Muziek / Album

Het Woord Lau’s

recensie: Thé Lau - Tempel der Liefde

Welkom in de tempel der liefde. Wie er preekt? Het is ds. Lau, Thé Lau. Wie er in de kerkbankjes zitten? Een selecte, doch zeer devote goegemeente. De aanhangers van dit prachtige geloof zijn blij met al Lau’s woorden, blij met zijn liederen. De grootsheid ervan dwingt, ook nu weer, onherroepelijk respect af. Maar of er nieuwe zielen mee gewonnen worden? Die vraag lijkt de voorganger zelf niet te interesseren. Hij doet wat hij wil, hij weet bij voorbaat toch wel dat Zijn Woord gewaardeerd wordt. En díe gelovigen hangen al jaren aan z’n lippen.

~

Waar deze poëtische pastor over preekt? Nou, bijvoorbeeld over ‘de duivel die hij in z’n eigen spiegel ziet’. Over Marjan, die soldaat waar we niets van weten maar waar we allemaal wél voor moeten betalen. Maar gelukkig ook over alle dansende mensen. En over die man die besluiteloos meedanst en zichzelf afvraagt waarom iedereen zo triest is. Hij preekt over de dwazen, de idioten en over de vrienden. Maar bovenal, gaat z’n voordracht over de liefde. Z’n buitengewone woordenwatervallen volgen elkander op. De rasperige blanke soulstem met dat karakteristieke rafelige randje oud zeer, klinkt: “Ik zoek niet naar de hemel, ik zoek niet naar de hel, ik zoek naar de verhalen, die jij niet meer vertelt.” De goegemeente voelt z’n pijn en krijgt en masse een dikke keel.

Psalmen

Wie dominee Thé het afgelopen jaar tijdens z’n meest recente voordrachtenreeks mocht bewonderen, hoopte, neen, bad eigenlijk van ganser harte dat ook de bijhorende composities diverser werden dan ooit. De meest recente psalmenbundel van Thé Lau moest, meer dan voorheen, een muzikale selectie uit z’n complete oeuvre worden. En zo geschiedde.

Om dat te bewerkstelligen gebruikte de creatieveling onder andere damesstemmen, ‘zijn’ pianisten Dante Oei en Jan-Peter Bast, het strijkkwartet Pavadita en zelfs een human beatbox-er Sergio Menso (in het dagelijks leven ook wel ‘het vriendje van z’n zoon’).

Heersende popmuziekwetten

Tempel der Liefde biedt bovengemiddeld goede liedjes in de ouderwetse (Scene-)traditie (Draai, Triest, Spiegelmonster, In Vrijheid). Maar eveneens luister je naar bijna ontoegankelijke, monotoon voorgedragen, doch ook weer briljante poëtische epistels (Nighthawks, De Vallei). Z’n selecte goegemeente zal er zeker niet groter van worden.

Want daarvoor doet Thé Lau (gelukkig!) te weinig concessies aan de heersende popmuziekwetten. Dat pleit voor hem. Eén ontoegankelijk stuk verdient wat nadere aandacht; Idioot. Dit surrealistische, humoristische verhaal is een Nederlandse bewerking van Horacio Ferrers gedicht ‘Balada para un loco’. Het lied, ondersteund door een prachtige tango van Pavadita, kun je de crux noemen van deze nieuwe Thé Lau-bijbel; het zorgt er voor dat enkel de ware gelovigen in deze tempel (willen) komen. En misschien is dat ook wel waar je als dominee naar streeft. Beter een select gezelschap broeders en zusters dat de aandacht er goed bij heeft en waar af en toe weer enkele bekeerde nieuwelingen aan toegevoegd worden, dan een bomvolle kerk met niet-oplettende heidenen die de ware boodschap die verkondigd wordt, niet meekrijgen…