(Ain’t got no) time to grow old
Avantgardistische en pocherige hipsters die graag the next big thing bejubelen vóór dat ding ook algemene bekendheid verwerft, hadden afgelopen donderdag niets te zoeken in Tivoli Oudegracht. Utrechts mooiste concertzaal werd immers een avond lang ingenomen door een knoert van een anachronisme: Sublime with Rome, een nieuw-samengesteld gezin dat reggae/ska-punk brengt uit… de jaren ’90.
Wie Sublime niet kent, hoeft niet meteen te vrezen dat hij door onoplettendheid een hype heeft gemist – de kans is reëel dat de lezer tijdens de bloeiperiode van de band nog heel jong of zelfs ongeboren was. De ska-punk formatie uit Long Beach, California kende in de VS haar grootste successen in de jaren negentig, maar kreeg in Europa amper voet aan grond. ‘What I Got’ heeft u misschien ooit al eens op de radio gehoord, ‘Santeria’ en ‘Badfish’ zijn wereldwijd gefundenes fressen voor hippie-straatmuzikanten. De carrière van de band werd in 1996 prompt afgebroken nadat frontman Bradley Nowell overleed aan een overdosis heroïne. De achtergebleven lieden Bud Gaugh (drums) en Eric Wilson (bas) zouden pas dertien jaar later opnieuw optreden onder de naam Sublime, met als zanger/gitarist de 20 jaar jongere Rome Ramirez.
Doorstart: Sublime sans Nowell
Usual Ska-Punk Suspects
Maar genoeg gekaderd en geächtergrond, terug naar de Tivoli. Wie had verwacht om bij het binnenwandelen van de concertzaal vele ruige en getatoeëerde binken te zien, kwam niet bedrogen uit. Wie ernaar had uitgekeken om nog eens old school een potje te crowdsurfen, of om de bandleden tussen twee liedjes door wat nederwiet te zien roken, evenmin. Wie ernaar had gesmacht om te dansen op en mee te brullen met Sublimes grootste hits, kon na afloop van de show zeker tevreden naar huis. Maar wie had gehoopt om die avond in Utrecht echt een sublieme show te zien, die zal in januari nog eens moeten terugkomen voor Stromae.
Down with Sublime
Geopend werd er met een bom: ‘Date Rape’, meteen gevolgd door andere klassiekers als ‘Smoke 2 Joints’, ‘Wrong Way’ en ‘April 29, 1992’. Een betere start kan de modale Sublimefan zich niet voorstellen. Vervolgens werd de set een afwisseling van oude Sublime nummers en nieuw Sublime with Rome werk, doch met overtuigend meer balbezit voor de eerstgenoemde. ‘Doin Time’, ‘Scarlet Begonias’, ‘Slow’, ‘Pawn Shop’ en ‘Burritos’: ze kwamen allen netjes aan de beurt. Wie enkel was gekomen om ‘What I Got’ en ‘Santeria’ mee te zingen, moest – zoals verwacht – geduldig wachten op de bisnummers.
Au suivant!
Te veel opsommingen in één alinea, vindt u? Wel, net zo kwam het over op het podium: het ene na het andere (verplichte) nummer. De muziek was er wel, de overrompeling was er niet; terwijl elke box op de setlist één voor één aangevinkt werd, dreigde er op geen enkel moment een riot on the streets of Utrecht uit te breken. Nieuwer werk als ‘Lover’s Rock’, ‘Take It or Leave It’ en ‘Panic’ werden met schier meer enthousiasme gebracht, maar voor ‘Badfish’ werd er zelfs een roadie het podium gestuurd die gitaar mocht komen spelen – welk statement ze hiermee wilden maken is voor interpretatie vatbaar.
Nowelstalgie
Gedurende het hele concert stond net achter ons een vrouw, een jonge veertiger, die samen met enkele vrienden helemaal uit de bol ging op het oudere Sublime werk. Net naast haar stond haar tienerzoontje, de hele show lang ongeïnteresseerd aan het gamen op mama’s smartphone. Teen spirit anno 2013 klinkt misschien niet langer als reggae met punkgitaren, en wordt ook niet gebracht door apatische veertigers.
* Rome is zich hier van bewust en beweert zelf Bradley Nowell’s grootste fan te zijn; uit respect voor Nowell heeft hij altijd geweigerd om publieksfavoriet ‘Caress Me Down’ live te brengen (reden hiervoor: de eerste lijn van het lied luidt: “mucho gusto, me llamo Bradley”)