Kloten gezocht
Misschien heb je de afgelopen weken de single Come Back To Me van Solo al eens voorbij horen komen op de radio? Deze single was recent onder meer ‘Theme from Kink FM’. Een lekker in het gehoor liggend popliedje van deze Nederlandse band, opgebouwd rondom het singer/songwriterduo J Perkin en Simon Gitsels. De twee heren staan gezamenlijk in een soort narcistische godenpose voorop hun tweede CD Solopeople.
Pure popliedjes
De cd staat vol met pure popliedjes, met een hoofdrol voor piano/keyboard en akoestische gitaar. Naast het eerder genoemde duo bestaat Solo ook nog uit drummer Rowin Tettero en bassist Reyer Zwart (die wél vermeld staan op de CD-hoes, maar vervolgens niet met hun smoelen op de voorkant mogen). Af en toe is er een heerlijke vrouwenstem op de achtergrond te horen (onder meer op Over the country en Onandon) die de broodnodige extra bevlogenheid meegeeft aan deze plaat.
Verrassende keuze
Solopeople start veelbelovend met het nummer Satie. Opvallende keuze, dit openingsnummer, want het is het meest gewaagde van de plaat. Satie doet denken aan Coldplay en even vrees je met een zoveelste adept van deze Engelse band te maken te hebben (zware piano aanslagen, etcetera); een onterechte en voorbarige conclusie, want de rest van het album roept geen herinneringen op aan Chris Martin en consorten.
Bij het tweede nummer, Opportunities, doet de stem van J Perkin (de artiestennaam van Michiel Flamman) vooral in de lagere regionen denken aan Jelle Paulusma van Daryll-Ann. Een gedachte die keer op keer terugkomt, ook bij composities als Everything goes, The vanity of our affairs,en Better man. De stem van J Perkin heeft overigens een hoger bereik dan die van collega Paulusma. Perkins stem, drager van alle songs, is gevoelig en mierzoet. Zo zoet, dat je er weeïg van neigt te worden.
Gezapig
Want hoewel Solopeople sterk begint, gaat na de eerste helft van de plaat het kaarsje gaandeweg uit. Liedjes als Don’t change of Wonderboy, wiseman, prophet zijn echt slaapverwekkend. Het totaalresultaat is een plaat met veel popsongs die lekker voortkabbelen, máár kloten missen. Het swingt of rockt nauwelijks, het is helaas nergens uitbundig of experimenteel. En daarom zijn het vooral de liefhebbers van Excelsiorbandjes als Daryll-Ann, Johan of Caesar die Solo te gezapig zullen vinden.